In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel geoordeeld over de last onder dwangsom die het college van burgemeester en wethouders van Steenwijkerland aan de VOF heeft opgelegd. De VOF, die een restaurant en rondvaartbedrijf exploiteert, is het niet eens met deze last, die hen verbiedt om met een rondvaartboot met een verbrandingsmotor te varen. De VOF stelt dat de overtreding onvoldoende is vastgesteld en dat de last onevenredig is, gezien het concreet zicht op legalisatie en de financiële impact van de vereiste aanpassingen aan hun boten. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het college de last onder dwangsom terecht heeft opgelegd, omdat er sprake is van een overtreding van de Verordening Fysieke Leefomgeving Steenwijkerland 2023. De rechtbank concludeert dat de VOF onvoldoende heeft aangetoond dat er een begunstigingstermijn nodig is en dat de hoogte van de dwangsom voldoende is onderbouwd. De rechtbank verklaart het beroep van de VOF ongegrond, waardoor de last onder dwangsom in stand blijft. De uitspraak is gedaan op 8 april 2025.