ECLI:NL:RBOVE:2025:1938
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de arbeidsongeschiktheid van eiser in het kader van de WIA-uitkering door het UWV
In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, wordt het beroep van eiser tegen de hoogte van zijn WGA-vervolguitkering beoordeeld. Eiser had zijn uitkering niet gewijzigd gezien de vastgestelde mate van arbeidsongeschiktheid van respectievelijk 39,81% en 39,75% op de data 22 april 2020 en 29 juni 2022. Het UWV had eerder besloten om de uitkering niet te wijzigen, wat door eiser werd betwist. De rechtbank concludeert dat het UWV op goede gronden heeft gehandeld. De rechtbank oordeelt dat het verzekeringsgeneeskundig onderzoek compleet en zorgvuldig is uitgevoerd, en dat de FML (Functionele Mogelijkhedenlijst) voldoende beperkingen bevatte die rekening hielden met de schouderproblematiek van eiser. Eiser had eerder al een WGA-uitkering ontvangen, maar na een herbeoordeling door het UWV werd zijn arbeidsongeschiktheid opnieuw vastgesteld. De rechtbank heeft de argumenten van eiser, die stelde dat zijn klachten waren toegenomen, niet gevolgd. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen gelijk krijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt.