ECLI:NL:RBOVE:2025:1586
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op bezwaar, niet-ontvankelijkheid van het beroep
In deze zaak heeft eiser op 8 mei 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen van verweerder, het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst IJsselland, op zijn bezwaar van 13 januari 2024. De rechtbank Overijssel heeft de zaak behandeld op 20 februari 2025. Eiser had eerder op 3 september 2023 een verzoek om informatie ingediend op grond van de Wet open overheid (Woo), dat gedeeltelijk was afgewezen door verweerder. Eiser maakte bezwaar tegen deze afwijzing en verweerder bevestigde de ontvangst van het bezwaarschrift op 12 februari 2024, waarbij de beslistermijn werd verlengd met zes weken. Eiser heeft verweerder op 17 april 2024 in gebreke gesteld wegens het uitblijven van een besluit op zijn bezwaar. De rechtbank oordeelt dat eiser te vroeg in beroep is gegaan, omdat de beslistermijn nog niet was verstreken. De ingebrekestelling was prematuur en voldeed niet aan de eisen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Daarom verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. De rechtbank merkt op dat verweerder op 11 september 2024 alsnog heeft beslist op het bezwaar van eiser, en dat eiser in een aparte procedure beroep heeft ingesteld tegen dit besluit. De rechtbank wijst het verzoek van eiser om een bestuurlijke dwangsom af, omdat de bepalingen van de Awb niet van toepassing zijn op besluiten op grond van de Woo. De uitspraak is gedaan door mr. A.T. de Kwaasteniet, rechter, en is openbaar uitgesproken.