Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.[gedaagde 1],
[gedaagde 2],
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- de conclusie van antwoord met 5 producties;
- de mondelinge behandeling van 2 oktober 2024, ter gelegenheid waarvan de Provincie notities heeft overgelegd en door de griffier aantekeningen zijn gemaakt;
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
op het restant wat buiten de begrenzingen van het PIP valt”. Dit recht is in beide akten nader uitgewerkt als variant 1 en 2.
art. 24 terugkooprecht van 36.61 are indien PIP doorgaat en van weiland (“alles” buiten de tuin) indien PIP niet doorgaat en koper van woning de oppervlakte niet koopt, beide gevallen tegen € 5 per ca v.o.n.”. [gedaagden] had duidelijk geen belangstelling voor eventuele terugkoop van de woning. Dit volgt overigens ook met zoveel woorden uit artikel 19 van de koopovereenkomst waarin onder meer is bepaald dat [gedaagden] gebruik wil maken van zijn wijkersrecht. Met de op 7 maart 2014 verleende omgevingsvergunning (zie 3.5) heeft [gedaagden] daaraan ook feitelijk uitvoering gegeven, waarmee hij in zekere zin de woonbestemming heeft “meegenomen” naar de nieuwe locatie aan [adres 2].