Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
2.De beoordeling
3.De beslissing
niet-ontvankelijkin zijn verzoek tot wraking.
Rechtbank Overijssel
Op 28 februari 2025 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure. De verzoeker heeft op 13 februari 2025 een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. H.T. Pos, kinderrechter in deze rechtbank, naar aanleiding van de behandeling van twee zaken met de nummers C/08/328264 / JE RK 25-177 en C/08/328267 / JE RK 25-178. Het wrakingsverzoek is per e-mail verzonden op 12 februari 2025, na de mondelinge behandeling van de hoofdzaak. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het verzoek tot wraking niet tijdig is ingediend, aangezien het verzoek is gedaan na het moment waarop mr. Pos uitspraak heeft gedaan in de hoofdzaak. Volgens artikel 37 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) moet een wrakingsverzoek worden gedaan zodra de feiten of omstandigheden aan de verzoeker bekend zijn geworden, en voor het einde van de behandeling van de zaak. De wrakingskamer heeft op basis van het Wrakingsprotocol van de rechtbank Overijssel besloten het verzoek tot wraking zonder mondelinge behandeling niet-ontvankelijk te verklaren. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.