Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord,
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
- de mondelinge behandeling van 12 februari 2025 waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak vordert eiser, die een overeenkomst heeft gesloten met gedaagde voor het leggen van een vloer in zijn woning, dat de kantonrechter deze overeenkomst ontbindt en gedaagde veroordeelt tot schadevergoeding. Eiser stelt dat gedaagde tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst, omdat de kwaliteit van de vloer niet aan de overeenkomst beantwoordt. Gedaagde erkent dat er een tekortkoming is, maar betwist dat hij in verzuim is, omdat eiser hem onvoldoende gelegenheid heeft gegeven om de vloer te herstellen of te vervangen. De kantonrechter oordeelt dat eiser gedaagde niet voldoende gelegenheid heeft gegeven om de vloer te herstellen, waardoor gedaagde niet in verzuim is. De vorderingen van eiser worden afgewezen en hij wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten. De kantonrechter concludeert dat de overeenkomst in stand blijft en dat gedaagde de kans moet krijgen om de tekortkoming te verhelpen. Eiser moet de proceskosten van gedaagde betalen, omdat hij in het ongelijk is gesteld.