Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
mr. P.F. Hoekstra en van hetgeen door verdachte en zijn raadsman mr. W.J. Ausma, advocaat in Utrecht, naar voren is gebracht.
2.De tenlastelegging
3.De bewijsmotivering
p. 104-106;
16 november 2021, zaaksdossier 4, p. 55 t/m 77;
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De op te leggen straf of maatregel
core businesshad. Verdachte vervulde voornamelijk een faciliterende en logistieke rol en ondersteunde veroordeelde [medeverdachte 2] bij zijn werkzaamheden als coördinator van de drugstransporten. Verdachte had om die reden een onmisbare en wezenlijke rol, zij het dat zijn rol ondergeschikt was aan die van veroordeelde [medeverdachte 2].
7 november 2023. Verdachte is niet eerder voor strafbare feiten veroordeeld.
7.De toegepaste wettelijke voorschriften
8.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
drie jaren;
een geldboete ter hoogte van € 5.450,00 (zegge: vierenvijftighonderd en vijftig euro);
62 (zegge: tweeënzestig) dagen.
€ 5.450,00 aan verdachte.
mr. A.J. de Loor, rechters, in tegenwoordigheid van mr. D. Gottemaker, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 12 februari 2024.