9.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
primair, het misdrijf:openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen;
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
120 (honderd twintig) uren;
- bepaalt dat van deze taakstraf een gedeelte van
60 (zestig) uren niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
60 (zestig) dagen;
- beveelt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat voor de eerste zestig dagen doorgebracht in verzekering of voorlopige hechtenis, twee uren en voor de resterende dagen één uur per dag aftrek plaatsvindt;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] toe tot een bedrag van € 2.348,33 (bestaande uit € 548,33 materiële schade en € 1.800,00 immateriële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] van een bedrag van € 2.348,33, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 maart 2022 met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van
€ 2.348,33 (zegge: tweeduizend driehonderdvierentachtig euro en drieëndertig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 maart 2022 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat
gijzeling voor de duur van 33 dagenkan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- wijst af de vordering van de benadeelde partij af voor wat betreft de gevorderde proceskosten van € 35,00;
- bepaalt dat de benadeelde partij voor het meer of anders gevorderde niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door H.H. de Boef, voorzitter, mr. J. Wentink en
mr. P.A.M. Miltenburg, rechters, in tegenwoordigheid van S. Wongsokerto, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 12 februari 2024.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2023116479 van 20 april 2023. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 29 januari 2024, voor zover inhoudende als de verklaring van verdachte:
Op 12 maart 2022 liep ik samen met mijn neef [medeverdachte] in de binnenstad in Almelo. Er waren vier meisjes bij ons. Wij liepen over straat langs café [café] in de richting van de Sesastraat, bij de parkeerplaats Sesastraat/Poulinkstraat. Aangever kwam aangelopen.
Ik kreeg een duw. Ik heb hem terug geduwd. Ik draaide mij om en ik kreeg van hem een klap in mijn gezicht. Ik sloeg hem met mijn vuist in zijn gezicht. Ik pakte hem vast. Ik had hem vast en hij had mij vast. Het was worstelen, knuffelen.
2.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte] , pagina’s 155 tot en met 156, zakelijk weergegeven:
Op 12 maart 2022 was ik met [verdachte] en vier meiden. Wij hebben ruzie gekregen. [verdachte] en die jongen waren met elkaar aan het worstelen en hielden elkaar vast. Ik stond er bijna naast en ben de jongen gaan schoppen en slaan.
3.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , pagina 14 en 15:
Ik liep vandaag
[12 maart 2022], omstreeks 04:15 uur, vanuit de binnenstad van Almelo naar de Swanehof [huisnummer] te Almelo. Ik liep langs café [café] en in de richting van de Sesastraat. Op de parkeerplaats Sesastraat/Poulinkstraat zag ik een groep van vier jonge meiden en twee jonge jongens. Ik riep in de richting van dat groepje. De twee jongens kwamen op mij aflopen en wij kregen woorden met elkaar. Die twee jongens en ik kwamen in een soort duw en trekwerk terecht. Ik had een van die jongens vast en dus voor mij. Ik duwde deze jongen weg en op dat moment voelde ik pijn in mijn linkerschouder. Ik draaide mij om en de beide jongens renden weg.
4.
Het proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer] , pagina 18 tot en met 26, zakelijk weergegeven:
Ik liep al bellend met mijn vriendin [getuige 5] in de richting van de Swanehof. Ik zie in mijn telefoon dat ik van 04:14 uur aan het bellen ben met mijn vriendin. Vlak voor de Sesastraat aan de linkerzijde van de weg op de parkeerplaatsen zag ik een groepje staan. Ik liep al bellend langs. Zij waren aan het schreeuwen. Ik riep dat het geschreeuw nergens voor nodig was. Daar werd niet goed op gereageerd. Ik zag de twee jongens tegenover mij staan. Ik zag en voelde dat een van die jongens mij een duw gaf. Hij duwde mij kracht met twee handen tegen mijn borst. Ik viel toen naar achteren, die jongen liep op mij in. In die beweging heb ik hem vastgegrepen. Toen ik hem vast had, stond ik voorovergebogen. Ik zag toen dat de jongen die ik niet vasthad wegrende. Ik zag dat de jongen die wegrende een klein mesje in een van zijn handen had. Toen ze weg waren voelde ik dat mijn rug nat werd. Het bleek dat ik in mijn schouder was gestoken.
5.
Het proces-verbaal van bevindingen (uitkijken camerabeelden), pagina 113, zakelijk weergegeven:
Op 6 september 2022 bekeek ik de beelden van stadstoezicht Almelo. De beelden zijn in de nacht van 11 maart 2022 en 12 maart 2022 opgenomen op de kruising Adastraat en marktstraat in Almelo. Op de beelden is te zien dat het pand van [café] in beeld is.
Ongeveer 1 minuut later kom er een meisje in beeld met twee jongens. Dit meisje lijkt op getuige [getuige 2] .
Kort hiernaar verschijnen ook 3 meisjes in beeld, die over de Adadwarsstraat lopen in de richting van de Sesasraat. Ik zie dat [getuige 2] en de twee jongens zich bij drie meisjes voegen en samen richting de Sesastraat lopen.
Vervolgens zie ik in beeld nog een persoon in beeld verschijnt en enkele meters achter de
op groep loopt over de Adadwarsstraat. Ik zie de beelden dat deze persoon al bellend achter groep loopt.
Ik zie dat de groep even stilstaat ter hoogte van de achterkant van het pand van [café] - Parkeerplaats Poulinkstraat. Ik zie dat de aangever links langs de groep en hen passeert. Aangever loopt richting de Poulinkstraat. Ik zie dat de groep vervolgens achter de aangever aanloopt en vervolgens uit beeld verdwijnt.
6.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 6] , pagina 58 tot en met 62, zakelijk weergegeven:
Ik woon aan de [adres 2] , een appartement op de [nummer] verdieping. Ik hoorde allemaal ruzie en geschreeuw van buiten. Ik heb deur van het balkon opengedaan, ik ben naar buiten gelopen en heb daar gekeken. Ik heb heel veel geschreeuw op straat gehoord. Uiteindelijk zag ik dat ze aan het vechten waren met elkaar, worstelen. Twee jongens. Een andere, derde jongen, die trapte nog na tegen één van die andere twee jongens, en die kwam tegen een zwarte auto aan die daar geparkeerd staan. Er stonden ook dames bij, die waren ook aan het schreeuwen. Toen liepen ze weer weg. Toen hoorde ik één van die jongens die aan het vechten waren roepen: “Wacht maar, ik pak mijn mes wel.”
De dames riepen luidruchtig, scheldwoorden: “kankerlijer, teringlijer”, “kom dan”. Die jongens heb ik niet gehoord.
Ik zag drie/vier dames, drie of twee waren de luidruchtigsten, twee jongens zag ik nog en een jongen die er een beetje bij stond, eromheen dansen alsof hij klappen wou uitdelen.
Twee jongens hadden elkaar vast, eentje stond gebogen en de ander hield hem vast. De andere jongen die erbij stond, trapte de jongen die gebogen stond tegen zijn zij waardoor die jongen tegen de geparkeerde auto terechtkwam.
Een jongen stond gebogen, de ander had hem vast om zijn middel, over zijn rug aan de onderkant vast. De jongen die gebogen stond kreeg de trap.
7.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 5] pagina 65 en 66, zakelijk weergegeven:
Op 12 maart 2022 hoorde ik mijn telefoon gaan. Ik nam op om 04:14 uur en had [slachtoffer] aan de lijn. [slachtoffer] zei tegen mij dat hij op weg was naar huis en dat hij ter hoogte van [café] liep. Ik hoorde dat [slachtoffer] zei dat er een ruzie was. Ik hoorde ook dat [slachtoffer] zei: "Hee jongens doe eens rustig". Of dergelijke woorden. Ik hoorde meisjes op de achtergrond schreeuwen.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] , pagina’s 74 tot en met 77, zakelijk weergegeven:
[medeverdachte] is de jongen die heeft gestoken. Hij liet eerder op die avond een mes zien aan ons. Na het incident zei hij “Ik heb nog iemand neergestoken.”
9.
Het deskundigenverslag van 29 juni 2022, opgemaakt door W. Barends, forensisch arts, pagina’s 36 tot en met 38:
naam : [slachtoffer]
voornamen [slachtoffer]
geboortedatum: [geboortedatum 2]-2001
Gemelde behandeling/toelichting: het ziekenhuis meldde een snijverwonding van 2 cm lengte die een halve cm diep was.
Geschatte duur verdere genezing: 4 maanden
Toelichting : blijvend litteken
Lichaamsdeel: rug
Beschrijving: Op de rug naast het linker schouderblad is een streepvormige scherprandige rode huidverkleuring van circa 2,5 centimeter te zien, met daarnaast 6 puntvormige huidverkleuringen
Past bij gemelde toedracht bij letsel: mogelijk
Algemene ontstaanswijze: mesverwondingen veroorzaken scherprandige huidverwondingen. Bij onderzoek van de FA blijkt een hechtwond van circa 2 centimeter met 6 hechtplaatsen, overeenkomend met de bevindingen van het Ziekenhuis en de gemelde toedracht.