Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.De procedure
- de conclusie van antwoord van de zijde van [gedaagde] ;
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 1.107,00
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 16 december 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Jeugdbescherming Overijssel en een gedaagde partij. De eisende partij, Jeugdbescherming Overijssel, vorderde een contactverbod tegen de gedaagde, die onrechtmatig zou hebben gehandeld door in strijd met rechterlijke beslissingen te handelen. De gedaagde is de vader van een minderjarige zoon, die onder toezicht staat van Jeugdbescherming Overijssel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde in het verleden meerdere malen in strijd heeft gehandeld met de rechterlijke beslissingen, waaronder het onttrekken van de zoon aan het ouderlijk gezag van de moeder. Ondanks deze vaststellingen heeft de rechtbank geoordeeld dat de vorderingen van Jeugdbescherming Overijssel moeten worden afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de gedaagde onrechtmatig handelt jegens zijn zoon en de moeder, maar niet jegens Jeugdbescherming Overijssel zelf. De rechtbank concludeerde dat Jeugdbescherming Overijssel geen rechtsbetrekking heeft met de gedaagde en daarom niet kan optreden in deze hoedanigheid. De vorderingen van Jeugdbescherming Overijssel zijn afgewezen, en zij zijn veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde partij.