Uitspraak
1.[gedaagde 1],
2.
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de producties van [gedaagden]
- de mondelinge behandeling van 4 december 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
- de pleitnota van [gedaagden]
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft Licht Twee B.V., in diens hoedanigheid van bewindvoerder van eiser, een kort geding aangespannen tegen gedaagden. De vorderingen van Licht Twee B.V. zijn gericht op het verbieden van de tenuitvoerlegging van een eerder vonnis van de kantonrechter van 29 oktober 2024, waarin eiser werd veroordeeld tot ontruiming van de woning en betaling van huurachterstand. De achtergrond van de zaak betreft een huurovereenkomst die in oktober 2015 werd gesloten, waarbij eiser in betalingsproblemen kwam. Ondanks eerdere pogingen tot betalingsregelingen en een eerdere afwijzing van een ontbindingsvordering, is de huurachterstand verder opgelopen. Licht Twee B.V. stelt dat het vonnis van 29 oktober 2024 geen rechtskracht heeft omdat de bewindvoerder niet in de procedure is betrokken. Gedaagden betwisten dit en stellen dat zij op het moment van dagvaarden niet op de hoogte waren van het beschermingsbewind.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat gedaagden op goede gronden eiser zelf hebben gedagvaard en dat er geen juridische of feitelijke misslag is aangetoond. Het belang van gedaagden bij ontruiming weegt zwaarder dan het belang van eiser om in de woning te blijven. De vorderingen van Licht Twee B.V. zijn afgewezen, en zij zijn veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.