ECLI:NL:RBOVE:2024:6314
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen oplegging van een Educatieve Maatregel Gedrag en verkeer door het CBR
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Overijssel het beroep van eiser tegen het besluit van het CBR om hem een Educatieve Maatregel Gedrag en verkeer (EMG) op te leggen. Het CBR had op 30 augustus 2023 besloten om eiser deelname aan een EMG op te leggen, na een schriftelijke mededeling van de officier van justitie dat eiser niet langer over de vereiste rijvaardigheid beschikt. Eiser had eerder strafbare feiten begaan, waaronder het overschrijden van de maximumsnelheid en het veroorzaken van gevaar of hinder op de weg. Het CBR heeft het bezwaar van eiser op 28 oktober 2023 ongegrond verklaard, waarop eiser in beroep ging.
De rechtbank heeft op 8 november 2024 de zaak behandeld. Eiser betwistte dat hij onherroepelijk was veroordeeld voor twee strafbare feiten, maar de rechtbank oordeelde dat het CBR terecht had gesteld dat er sprake was van twee onherroepelijke veroordelingen. De rechtbank concludeerde dat de veroordeling wegens overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet onherroepelijk was sinds 25 juli 2023. Eiser's argument dat het CBR hem had moeten horen in bezwaar werd verworpen, omdat het CBR op basis van de op ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal van de politie had mogen concluderen dat het bezwaar kennelijk ongegrond was.
De rechtbank oordeelde dat het CBR geen hoorzitting hoefde te houden, omdat eiser geen tegenbewijs had geleverd tegen de op ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat de EMG aan eiser mocht worden opgelegd. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.