ECLI:NL:RBOVE:2024:5968

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
19 november 2024
Publicatiedatum
18 november 2024
Zaaknummer
11335356 \ CV EXPL 24-1940
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toepassing van sancties bij schending van informatieplichten in huurcontracten voor roerende zaken

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, op 19 november 2024 een vonnis gewezen in een geschil tussen de besloten vennootschap Grover Nederland B.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. Grover vorderde afgifte van gehuurde toestellen, waaronder Apple AirPods, een JBL Soundbar en een Dell Laptop, en betaling van een gebruiksvergoeding van € 596,40 en een toestelwaarde van € 1.553,15. De vordering was gebaseerd op een online huurovereenkomst die volgens Grover tot stand was gekomen, maar waarbij de bestelknop niet voldeed aan de wettelijke vereisten van artikel 6:230v lid 3 BW. De kantonrechter oordeelde dat de bestelknop niet duidelijk maakte dat aan de bestelling een betalingsverplichting kleefde, wat leidde tot een gedeeltelijke vernietiging van de overeenkomst. De kantonrechter paste een korting van 33% toe op de betalingsverplichting van de consument, zoals eerder bepaald door de Hoge Raad in een arrest van 4 oktober 2024. Daarnaast oordeelde de kantonrechter dat Grover niet voldeed aan haar precontractuele informatieplichten, wat resulteerde in een verdere vermindering van de betalingsverplichting met 25%. Uiteindelijk werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 220,49, vermeerderd met wettelijke rente, en tot afgifte van de gehuurde toestellen binnen acht dagen na betekening van het vonnis, op straffe van een dwangsom. De kantonrechter wees ook de proceskosten toe aan Grover, die in totaal € 791,54 bedroegen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer : 11335356 \ CV EXPL 24-1940
Vonnis van 19 november 2024
in de zaak van
de besloten vennootschap
GROVER NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eisende partij, hierna te noemen Grover,
gemachtigde: LegalSteps B.V.,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde],
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- het tegen [gedaagde] verleende verstek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
Grover vordert afgifte van de gehuurde toestellen op straffe van een dwangsom en betaling van de hoofdsom van € 596,40 (gebruiksvergoeding) en € 1.553,15 (toestelwaarde) met bijkomende kosten en met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
2.2.
Ter onderbouwing van die vordering heeft Grover gesteld dat tussen partijen een huurovereenkomst online tot stand is gekomen, op grond waarvan Grover aan [gedaagde] Apple AirPods, JBL Soundbar en Dell Laptop heeft verhuurd en in huur heeft afgestaan tegen een periodiek te betalen huurprijs. Op deze huurovereenkomst zijn de Gebruiksvoorwaarden van Grover van toepassing. Grover heeft gesteld dat de bestelknop niet goed is en dat zij zichzelf daarom sanctioneert. Zij vernietigt de overeenkomst of verzoekt de kantonrechter hiertoe en daarnaast heeft zij gesteld dat daarmee de vordering ten aanzien van de vervallen huurtermijnen is komen te vervallen. Verder heeft Grover gesteld dat hierdoor aan de toetsing van de (pre)contractuele informatieplichten niet zal worden toegekomen. Verderop in de dagvaarding heeft Grover gesteld dat de overeenkomsten zijn aangegaan voor de duur van 18 maanden, dat deze zijn ingegaan op 12 en 16 augustus 2022 en reeds zijn beëindigd.

3.De beoordeling

De bestelknop
3.1.
De kantonrechter volgt Grover in haar stelling dat de bestelknop niet voldoet aan artikel 6:230v lid 3 BW, omdat op de knop niet op niet voor misverstand vatbare wijze duidelijk is gemaakt dat aan de bestelling een betalingsverplichting kleeft. De knop vermeldt namelijk enkel de woorden ‘Meld je nu aan’.
3.2.
De sanctie hierop is echter niet meer de gehele vernietiging van de overeenkomst. De Hoge Raad heeft namelijk in zijn arrest van 4 oktober 2024 [1] geoordeeld dat in verstekzaken bij schending van artikel 6:230v lid 3 BW de overeenkomst gedeeltelijk moet worden vernietigd, in die zin dat de vernietiging de rechten van de consument niet aantast en de verplichtingen van de consument vooralsnog in stand laat voor een zodanig gedeelte als nodig is om te voorkomen dat de sanctie voor de handelaar onevenredig zou zijn. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat in dit geval een korting op de betalingsverplichting van de consument van één derde is in beginsel redelijk is te achten.
De kantonrechter zal dan ook in verband met de hiervoor genoemde schending een korting van één derde (33%) toepassen, zoals hierna vermeld.
De informatieplichten.
3.3.
Omdat de overeenkomst verder in stand blijft, zal de kantonrechter ook moeten toetsen of Grover heeft voldaan aan haar (pre)contractuele informatieplichten.
3.4.
De kantonrechter oordeelt dat sprake is van voldoende ernstige schending van de essentiële precontractuele informatieplicht(en) vermeld in artikel 6:230m lid 1 BW onder
o (de opzegvoorwaarden). Uit de stellingen in de dagvaarding is onvoldoende duidelijk geworden dat aan deze plicht(en) is voldaan.
3.5.
De kantonrechter oordeelt dat tevens sprake is van voldoende ernstige schending van artikel 6:230v lid 7 BW, omdat [gedaagde] contractueel niet is geïnformeerd over de essentiële informatieplicht(en) vermeld in artikel 6:230m lid 1 BW onder g (wijze van betaling, leveringstermijn) en o (opzegvoorwaarden). Uit de overgelegde bestelbevestiging is onvoldoende duidelijk geworden dat aan deze plicht(en) is voldaan.
3.6.
De kantonrechter zal aan de hand van de landelijke richtlijn Sanctiemodel essentiële informatieplichten (https://www.rechtspraak.nl/SiteCollectionDocuments/richtlijn-sanctiemodel-essentiele-informatieplichten.pdf) de betalingsverplichting van [gedaagde] vanwege voornoemde schending(en) verminderen met 25%.
Sanctie
3.7.
De kantonrechter zal deze percentages bij elkaar optellen en gezamenlijk in mindering strekken op de hoofdsom, omdat beide sancties moeten worden toegepast op de gevorderde hoofdsom, in dit geval op de gebruiksvergoeding. Dit betekent dat een bedrag van € 250,49 (€ 596,40 – € 345,91 (58%)) aan gebruiksvergoeding zal kan toegewezen. Hierop zal de betaling van € 30,00 in mindering strekken, zodat een bedrag van € 220,49 aan gebruiksvergoeding zal worden toegewezen.
De afgifte en toestelwaarde
3.8.
Grover heeft ook afgifte van het gehuurde gevorderd binnen acht dagen na dit vonnis. Deze vordering wordt toegewezen, met dien verstande dat [gedaagde] veroordeeld wordt het gehuurde terug te geven binnen acht dagen na betekening van dit vonnis. De medegevorderde dwangsom wordt ook toegewezen.
3.9.
Als [gedaagde] het gehuurde niet teruggeeft aan Grover, moet [gedaagde] de daadwerkelijke schade van Grover vergoeden. Daarbij wordt uitgegaan van de bedragen zonder btw want over schadevergoeding is geen btw verschuldigd. Grover begroot de huidige (markt)waarde van het gehuurde op een totaalbedrag van € 1.553,15, naar de kantonrechter aanneemt inclusief btw. De kantonrechter begroot de schade op 80% van de waarde exclusief btw, aangezien de gehuurde toestellen inmiddels al enkele jaren zijn gebruikt. Dit komt neer op een bedrag van € 1.026,88 (80% x (€ 1.553,15 -/- 21%). Gedaagde zal dit bedrag moeten betalen als zij het toestel niet retourneert, met aftrek van de verbeurde dwangsommen.
De bijkomende kosten
3.10.
De kantonrechter heeft ambtshalve beoordeeld of in de overeenkomst en/of de daarop van toepassing zijnde algemene voorwaarden bepalingen zijn opgenomen ten aanzien van de gevorderde vergoeding voor gemaakte buitengerechtelijke incassokosten en/of de gevorderde vergoeding van rente, die zodanig afwijken van de wettelijke regelingen dat de consument daardoor aanzienlijk wordt benadeeld en door de kantonrechter vernietigd moeten worden. Dat is niet het geval.
3.11.
De wettelijke rente zal worden toegewezen als na te melden.
3.12.
De buitengerechtelijke incassokosten zullen worden afgewezen. In de brief van 25 juni 2024 is enkel aangemaand tot betaling van de achterstallige huur, maar dat is geen onderdeel van de vordering. Daarom zijn de buitengerechtelijke incassokosten berekend over de achterstallige huur ook niet toewijsbaar in deze procedure.
3.13.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten (inclusief nakosten) worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Grover worden begroot op:
- dagvaarding € 113,54
- griffierecht € 372,00
- salaris gemachtigde € 204,00 (1 punt x tarief € 204,00)
- nakosten
€ 102,00Totaal € 791,54.

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
veroordeelt [gedaagde] tegen bewijs van kwijting aan Grover te betalen een bedrag van € 220,49, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 25 juni 2024 tot de dag van algehele voldoening;
4.2.
veroordeelt [gedaagde] om binnen acht dagen na de betekening van dit vonnis de Apple Airpods, de JBL Soundbar en de Dell Laptop te doen inleveren bij Grover op straffe van een dwangsom van € 150,00 per dag of gedeelte ervan tot het maximum van € 900,00 is bereikt;
4.3.
veroordeelt [gedaagde], indien afgifte van Apple Airpods, de JBL Soundbar en de Dell Laptop uitblijft, tot betaling van de toestelwaarde van € 1.026,88, waarop in mindering zal strekken het betaalde bedrag aan dwangsom, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de achtste dag na de betekening van dit vonnis tot de dag van betaling;
4.4.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 791,54, te betalen binnen veertien dagen na dit vonnis, te vermeerderen de kosten van betekening, indien [gedaagde] niet binnen genoemde termijn betaalt en vervolgens betekening van het vonnis plaatsvindt en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het bedrag
€ 791,54 vanaf de vijftiende dag na dit vonnis en over het bedrag van de kosten van betekening vanaf de vijftiende dag na de betekening;
4.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.F. van Aalst, kantonrechter, en uitgesproken in de openbare terechtzitting van 19 november 2024.