Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
2.Het geschil
3.De beoordeling
- dagvaarding € 113,54
- griffierecht € 372,00
- salaris gemachtigde € 204,00 (1 punt x tarief € 204,00)
€ 102,00Totaal € 791,54.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, op 19 november 2024 een vonnis gewezen in een geschil tussen de besloten vennootschap Grover Nederland B.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. Grover vorderde afgifte van gehuurde toestellen, waaronder Apple AirPods, een JBL Soundbar en een Dell Laptop, en betaling van een gebruiksvergoeding van € 596,40 en een toestelwaarde van € 1.553,15. De vordering was gebaseerd op een online huurovereenkomst die volgens Grover tot stand was gekomen, maar waarbij de bestelknop niet voldeed aan de wettelijke vereisten van artikel 6:230v lid 3 BW. De kantonrechter oordeelde dat de bestelknop niet duidelijk maakte dat aan de bestelling een betalingsverplichting kleefde, wat leidde tot een gedeeltelijke vernietiging van de overeenkomst. De kantonrechter paste een korting van 33% toe op de betalingsverplichting van de consument, zoals eerder bepaald door de Hoge Raad in een arrest van 4 oktober 2024. Daarnaast oordeelde de kantonrechter dat Grover niet voldeed aan haar precontractuele informatieplichten, wat resulteerde in een verdere vermindering van de betalingsverplichting met 25%. Uiteindelijk werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 220,49, vermeerderd met wettelijke rente, en tot afgifte van de gehuurde toestellen binnen acht dagen na betekening van het vonnis, op straffe van een dwangsom. De kantonrechter wees ook de proceskosten toe aan Grover, die in totaal € 791,54 bedroegen.