Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.De procedure
- de dagvaarding van 20 december 2023 met producties 1 tot en met 35
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 38
- een aanvullende productie (36) van [eiseres] en Euro Personeelsdiensten
- de mondelinge behandeling van 12 januari 2024, waarbij beide partijen hun standpunten nader hebben toegelicht (de advocaat van [eiseres] en Euro Personeelsdiensten aan de hand van overgelegde spreekaantekeningen) en waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.Samenvatting
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
het gebrek aan informatie en inzicht, waarbij integriteitsrisico’s zijn geconstateerd met betrekking tot de bestemming van ontvangen gelden’. De relatie met Euro Personeelsdiensten wordt opgezegd wegens ‘
het gebrek aan informatie en inzicht, waarbij integriteitsrisico’s zijn geconstateerd met betrekking tot de overname van bedrijfsactiviteiten van gelieerde ondernemingen’. Beide situaties brengen, zo blijkt uit de brieven, voor ABN AMRO niet in te schatten risico’s met zich. De duidelijkheid van deze motivering laat te wensen over. In de brief wordt immers niet uitgelegd wat er precies valt onder ‘bestemming van ontvangen gelden’ en ‘overname van bedrijfsactiviteiten van gelieerde ondernemingen’ en evenmin wordt geconcretiseerd welke risico’s dat voor de bank met zich brengt. Van ABN AMRO mag worden verwacht dat zij bij een dergelijk besluit tot opzegging van de bancaire relatie in duidelijke bewoordingen aan haar klant kenbaar maakt wat de reden is van de opzegging, juist nu de opzegging voor de klant vergaande consequenties heeft. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter voldoet de opzegging van ABN AMRO niet aan die maatstaf. Daartoe is het volgende van belang.
bestemming van ontvangen gelden’ begrijpt de voorzieningenrechter dat het gaat om de ontvangen gelden van inlenende partijen, die op de juiste wijze moeten worden aangewend voor het voldoen van het salaris van de uitzendkrachten. Dat de bank met haar omschrijving van de opzeggingsgrond hierop doelde, is uit de opzeggingsbrief op geen enkele wijze kenbaar en vloeit ook niet zonder meer voort uit de correspondentie die aan de opzegging vooraf is gegaan. Er zijn immers vragen gesteld over de transacties aan de SNCU [2] , de terugboekingen van salaris, maar ook over aflossingen van [eiseres] ten aanzien van een kredietfaciliteit van Euro Personeelsdiensten aan [eiseres] ten bedrage van € 250.000. De terugboekingen van salaris en de ontvangen kredietfaciliteit zijn ook ‘ontvangen gelden’. Naar voorshands oordeel van de voorzieningenrechter had [eiseres] uit de opzeggingsgrond van ABN AMRO niet hoeven begrijpen waar het de bank – na uitleg ter zitting – kennelijk om te doen was. Bij een dermate vage omschrijving van de opzeggingsgrond is het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar dat de bank van haar contractuele opzeggingsbevoegdheid gebruik maakt. De voorzieningenrechter zal dan ook de primaire vordering ten aanzien van [eiseres] toewijzen.
het gebrek aan informatie en inzicht, waarbij integriteitsrisico’s zijn geconstateerd met betrekking tot de overname van bedrijfsactiviteiten van gelieerde ondernemingen’ als reden voor de opzegging van de bancaire relatie. Hoewel ook deze motivering niet nader is toegelicht en evenmin uitblinkt in duidelijkheid, valt hieruit te lezen dat Euro Personeelsdiensten bedrijfsactiviteiten zou hebben overgenomen. Dat is door Euro Personeelsdiensten uitdrukkelijk betwist. Euro Personeelsdiensten is, zoals onweersproken is aangevoerd, destijds (in 2010) opgericht, omdat de naam [eiseres] de doorgroeimogelijkheden belemmerde. Euro Personeelsdiensten is vanaf nul begonnen en heeft geen bedrijfsactiviteiten overgenomen van gelieerde ondernemingen. De bank stelt weliswaar dat Euro Personeelsdiensten bedrijfsactiviteiten heeft overgenomen, maar die stelling is gemotiveerd weersproken. Euro Personeelsdiensten heeft aangevoerd dat de personele activiteiten van [eiseres] zijn overgenomen door Uitzendwerk B.V. en dat de huisvestingsactiviteiten van [eiseres] zijn overgenomen door Y.E.K. B.V., maar dat er ook een overname is geweest door Euro Personeelsdiensten blijkt uit niets. Ook uit de antwoordbrieven die Euro Personeelsdiensten heeft gezonden in reactie op de vragen van ABN AMRO, blijkt niets waaruit ABN AMRO heeft mogen afleiden dat Euro Personeelsdiensten bedrijfsactiviteiten heeft overgenomen.
- kosten van de dagvaarding € 106,73
- griffierecht € 676,00
- salaris advocaat