Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer in de zaak tussen
ForFarmers Nederland B.V. ( ForFarmers ), uit [vestigingsplaats] , eiseres
het college van Gedeputeerde Staten van Overijssel (het college), verweerder
[naam 1] , [naam 2] , [naam 3] , [naam 4] , [naam 5] , [naam 6] , [naam 7] en [naam 8] ,allen uit [woonplaats] (de omwonenden) (gemachtigde: ing. M.H. Middelkamp).
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
verdereovertreding te voorkomen. In zo’n geval hoeft op grond van artikel 5:32a, tweede lid, van de Awb geen begunstigingstermijn te worden gegeven. Naar het oordeel van de rechtbank is ook geen sprake van bijzondere omstandigheden op grond waarvan het college toch aanleiding had moeten zien om een termijn te stellen waarin ForFarmers de last kon uitvoeren zonder dat een dwangsom werd verbeurd. [4] Daarbij is van belang dat het college in het bestreden besluit heeft aangegeven dat de eerste periode waarin wordt beoordeeld of aan de last is voldaan, begint op 1 oktober 2021. Dit betekent dat deze periode ten tijde van het bestreden besluit nog moest beginnen. Daardoor had ForFarmers vanaf het begin van die periode de gelegenheid om rekening te houden met de last en de productie zo in te richten dat de last niet werd overtreden. Anders dan ForFarmers stelt, verplicht de last haar niet tot het treffen van geurreducerende maatregelen (anders dan het aanpassen van de productie). Daarom slaagt deze beroepsgrond niet.