RECHTBANK OVERIJSSEL
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres
gemachtigde: mr. K. Aslan,
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen,het UWV
gemachtigde: J. van Dalfsen.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van de herhaalde aanvraag van eiseres om een Wajong-uitkering.
1.1Het UWV heeft deze aanvraag met het besluit van 21 juni 2023 afgewezen. Met het bestreden besluit van 12 oktober 2023 op het bezwaar van eiseres is het UWV bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.
1.2Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
1.3Het UWV heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.4De rechtbank heeft het beroep op 2 mei 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres en de gemachtigde van eiseres. De rechtbank heeft na de zitting het onderzoek gesloten.
1.5De rechtbank heeft met toepassing van artikel 8:68 van de Awbhet onderzoek heropend en een aantal nadere vragen aan het UWV voorgelegd. Bij brief van 20 juni 2024 heeft het UWV gereageerd en daarbij de rapportages van de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep van 14 juni 2024 en 5 september 2024 ingebracht. Eiseres heeft bij brief van 5 augustus 2024 gereageerd.
1.6Partijen zijn per brief van 14 oktober 2024 in de gelegenheid gesteld om binnen twee weken een nadere zitting aan te vragen, maar geen van partijen heeft op die brief bevestigend gereageerd. De rechtbank heeft vervolgens met toepassing van artikel 8:57, derde lid, van de Awb het onderzoek gesloten.
Beoordeling door de rechtbank
2. De rechtbank beoordeelt de afwijzing van de herhaalde Wajong-aanvraag. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
3. De rechtbank zal het beroep ongegrond verklaren
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
De totstandkoming van het besluit
4.1Eiseres is geboren op [geboortedatum] . Eiseres is bekend met een lichtverstandelijke beperking, gegeneraliseerde angststoornis, partnerrelatieproblemen en psychosociale problemen, astma en allergieën (pollen, honden, katten en huisstofmijt).
4.2Eiseres heeft voor het eerst op 25 juni 2012 een aanvraag gedaan om een Wajong-uitkering. Deze aanvraag is door het UWV afgewezen omdat eiseres toen meer dan 75% van het minimum loon kon verdienen en dus geen recht had op een uitkering op grond van de Wajong 2010.
4.3In september 2021 heeft GZ psycholoog Bart Westra van Molemann Mental Health bij eiseres een licht verstandelijke beperking vastgesteld (TIQ 74, laag begaafd).
4.4Eiseres ontvangt vanaf januari 2021 vanuit de Wmo 2015begeleiding (een maatwerkvoorziening voor persoonlijke ondersteuning, basis) voor 1,5 uur per 2 weken vanuit [bedrijf] met als doel om te werken naar zelfredzaamheid en ter ontlasting van haar partner.
4.5Eiseres heeft op 23 februari 2022 opnieuw een aanvraag gedaan om een Wajong-uitkering. De arbeidsdeskundige heeft in de rapportage van 21 april 2022 vastgesteld dat eiseres na haar 18e levensjaar heeft gewerkt en daarmee heeft aangetoond dat zij beschikt over arbeidsvermogen. Het UWV heeft de aanvraag bij besluit van 22 april 2022 afgewezen.
4.6Eiseres heeft op 2 maart 2023 de derde, onderhavige, Wajong-aanvraag ingediend. Na verzekeringsgeneeskundig en arbeidsdeskundig onderzoek heeft de besluitvorming plaatsgevonden zoals hiervoor onder ‘Inleiding’ uiteen is gezet.
Het standpunt van het UWV
5. Het UWV stelt zich op het standpunt dat eiseres geen recht heeft op een Wajong-uitkering per 2 maart 2023. Ten opzichte van de eerdere Wajong aanvragen uit 2012 en 2022 heeft eiseres nieuwe informatie ingebracht en het UWV heeft de belastbaarheid van eiseres daarom opnieuw beoordeeld. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft aan de hand van de FMLvan 21 februari 2024 geconcludeerd dat eiseres beschikt over arbeidsvermogen. Eiseres was namelijk op haar 18e verjaardag (op [geboortedatum] 2011) in staat om meer dan 75% van het wettelijke minimumloon te verdienen. Het UWV ziet dan ook geen reden om de eerdere beslissingen over de Wajong te herzien. Het UWV heeft gewezen op de rapportages van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van 2 oktober 2023 en 7 februari 2024 en de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep van 11 oktober 2023 en 23 februari 2024.
5.2Het UWV heeft in de schriftelijke reactie van 20 juni 2024 toegelicht dat de aanvraag moet worden beoordeeld op basis van de Wajong 2010. In dat kader wordt als jonggehandicapte aangemerkt de ingezetene die aansluitend op de dag waarin hij/zij zeventien jaar wordt als rechtstreeks gevolg van ziekte of gebrek gedurende 52 weken niet in staat is om met arbeid meer dan 75% van het maatmanloon te verdienen.
Het standpunt van eiseres
6.1Eiseres voert aan dat het UWV haar ten onrechte niet in aanmerking heeft gebracht voor een Wajong-uitkering. Haar belastbaarheid is onjuist ingeschat. Zo is ten onrechte geen beperking aangenomen voor 'afleiding door anderen' en 'hoog handelingstempo' en had een urenbeperking moeten worden aangenomen. Eiseres voert verder aan dat er geen op de Wajong toegespitste arbeidskundige beoordeling heeft plaatsgevonden. De verzekeringsarts heeft vastgesteld dat de belastbaarheid van eiseres vanaf haar 18e levensjaar is gewijzigd. Dit had het UWV aanleiding moeten geven om een nieuwe arbeidskundige beoordeling uit te voeren die ziet op die datum. Eiseres volgt de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep dan ook niet in de conclusie dat eiseres op haar 18e verjaardag in staat was om tenminste 75% van het maatmaninkomen te verdienen nu geen sprake is van een beoordeling van het arbeidsvermogen van eiseres op 18-jarige leeftijd.
6.2Eiseres heeft verder ter zitting en bij de schriftelijke reactie van 5 augustus 2024 naar voren gebracht dat bij het resultaat functiebeoordeling van de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep van 23 februari 2024 signaleringen zijn opgenomen terwijl niet is gemotiveerd waarom de functies ondanks die signaleringen geschikt zijn. Bij de functies Medewerker Finishing (SBC-code 268040) en Productiemedewerker (SBC-code 111175) is sprake van een overschrijding op het item ‘tillen’. Verder benadrukt eiseres dat sprake moet zijn van een urenbeperking gelet op haar verstandelijke beperking en haar dagverhaal waaruit naar voren komt dat overdag sprake is van een slaapbehoefte.