ECLI:NL:RBOVE:2024:5656

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
31 oktober 2024
Publicatiedatum
31 oktober 2024
Zaaknummer
C/08/315287 / HA RK 24-59
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek tot verstrekking van gebruikersgegevens in auteursrechtkwestie

In deze zaak heeft Lens Media B.V. een verzoek ingediend bij de Rechtbank Overijssel om Google Ireland Limited te verplichten om gebruikersgegevens van een YouTube-kanaal te verstrekken. Lens Media stelt dat er zonder haar toestemming instructievideo's, waarvan zij de auteursrechthebbende is, op YouTube worden getoond. Het verzoek is gebaseerd op artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Google heeft betwist dat Lens Media voldoende heeft aangetoond dat zij rechthebbende is en dat aan de vereisten van artikel 843a Rv is voldaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat Lens Media een rechtmatig belang heeft bij de gevraagde gegevens, aangezien zij schade lijdt door de auteursrechtinbreuk. De rechtbank heeft geoordeeld dat de instructievideo's voldoen aan de werktoets en dat Lens Media als rechthebbende kan worden aangemerkt. Het verzoek is grotendeels toegewezen, waarbij Google is opgedragen om binnen 14 dagen de gevraagde gegevens te verstrekken. De rechtbank heeft de gevorderde dwangsom afgewezen en de proceskosten voor rekening van Google gesteld.

Uitspraak

RECHTBANK Overijssel

Civiel recht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer / rekestnummer: C/08/315287 / HA RK 24-59
Beschikking van 31 oktober 2024
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid,
LENS MEDIA B.V.,
uit Zwolle,
verzoekende partij,
hierna te noemen: Lens Media,
advocaat: mr. A.A. Bos,
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht,
GOOGLE IRELAND LIMITED,
uit Dublin (Ierland),
verwerende partij,
hierna te noemen: Google,
advocaat: mr. A.J. Tromp.

1.De zaak in het kort

1.1.
Lens Media heeft ontdekt dat er zonder haar toestemming video’s, waarvan zij stelt rechthebbende te zijn, gratis worden getoond op YouTube. Zij verzoekt op grond van artikel 843a Rv dat Google de gegevens van de gebruiker achter het betreffende YouTube-kanaal verstrekt zodat zij de auteursrechtinbreuk kan stoppen en haar schade op de gebruiker kan verhalen. Volgens Google heeft Lens Media niet voldoende (onderbouwd) gesteld dat aan de vereisten van artikel 843a Rv is voldaan. De rechtbank wijst het verzoek grotendeels toe en legt dit oordeel hierna uit.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties;
- het verweerschrift met producties;
- de nadere producties 16 en 17 van Lens Media;
- de mondelinge behandeling van 1 oktober 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt die in het dossier worden bewaard;
- de spreekaantekeningen van Lens Media en Google.
2.2.
Vervolgens heeft de rechtbank bepaald dat vandaag beschikking zal worden gewezen.

3.De feiten

3.1.
Lens Media maakt leermiddelen waarmee geoefend kan worden voor CBR theorie-examens. In dat kader biedt zij tegen betaling de online theoriecursus iTheorie aan. Onderdeel van iTheorie zijn instructievideo’s waarin de Nederlandse verkeersregels worden uitgelegd.
3.2.
Google biedt op internet videoplatform YouTube aan waarop gebruikers gratis video’s kunnen bekijken en zelf kunnen plaatsen. Voor het plaatsen van eigen video’s moet een gebruiker zich bij YouTube registreren met een GoogleAccount. Bij de registratie wordt de gebruiker gevraagd een aantal persoonsgegevens te verstrekken.
3.3.
Gebruikers mogen, op grond van het auteursrechtbeleid van Google, alleen video’s plaatsen die zij zelf hebben gemaakt of als zij daarvoor toestemming hebben verkregen van de rechthebbende van de video. Als dit beleid niet wordt nageleefd, kan een rechthebbende bij Google een verwijderingsverzoek indienen vanwege een auteursrechtinbreuk.
3.4.
Op het YouTube-kanaal [kanaalnaam] zijn sinds juli 2023 instructievideo’s te zien, waarvan Lens Media stelt dat zij de rechthebbende is.
3.5.
Lens Media heeft Google verzocht de gegevens van de gebruiker achter [kanaalnaam] met haar te delen. Daarop heeft Google geantwoord dat zij de gegevens alleen verstrekt als zij daartoe na het doorlopen van een gerechtelijke procedure door een rechter wordt bevolen. Google heeft Lens Media daarbij ook gewezen op de mogelijkheid om een verwijderingsverzoek in te dienen.

4.Het verzoek en het verweer

4.1.
Lens Media verzoekt de rechtbank Google te gebieden binnen veertien dagen na betekening afschrift althans inzage te geven van de gebruikersgegevens van [kanaalnaam] . Meer specifiek wenst Lens Media inzage in de namen, telefoonnummers, (alternatieve)
e-mail-, IP-, woon- en verblijfadressen, de geboortedatum en alle overige gegevens waarover Google beschikt en waarmee de identiteit van de gebruiker kan worden vastgesteld. Lens Media verzoekt de rechtbank daaraan een dwangsom te koppelen van € 500,00 per dag en Google te veroordelen in de proceskosten.
4.2.
Google verzet zich tegen toewijzing van het verzoek. Volgens haar heeft Lens Media niet voldaan aan haar stelplicht en voldoet zij (daarmee) niet aan de vereisten van artikel 843a Rv. Voor zover de rechtbank het verzoek zou toewijzen, verzoekt Google de toewijzing te beperken tot de gegevens die zij daadwerkelijk heeft en te verduidelijken dat het gaat om de specifieke gebruiker achter [kanaalnaam] . Google verweert zich ook tegen de dwangsom en de verzochte proceskostenveroordeling.

5.De beoordeling

5.1.
Omdat Lens Media in Nederland gevestigd is en Google in Ierland, moet de rechtbank ambtshalve beoordelen of zij rechtsmacht heeft om van het verzoek kennis te nemen en of het Nederlands recht van toepassing is. Dat is op grond van artikel 6 onder
2 Rv en 7 sub 2 van de Verordening (EU) nr. 1215/2012 (Brussel I-bis) en artikel 4 van de Verordening (EG) nr. 864/2007 (Rome II) het geval. De rechtbank stelt vast dat de bevoegdheid en het toepasselijk recht ook niet tussen partijen ter discussie staat zodat zij zal overgaan tot behandeling van het verzoek.
Auteursrecht op de instructievideo’s
5.2.
Het gaat in deze zaak om een vijftal instructievideo’s (Part 1, Part 2, Part 3, Part 4 en Part 5) die op [kanaalnaam] worden getoond. Aan haar verzoek legt Lens Media ten grondslag dat zij auteursrechthebbende is van deze instructievideo’s. Doordat [kanaalnaam] de instructievideo’s gratis en zonder toestemming van Lens Media vertoont, wordt er inbreuk gemaakt op haar auteursrechten, aldus Lens Media. Lens Media wil de gebruikersgegevens achterhalen zodat zij met het nemen van rechtsmaatregelen de auteursrechtinbreuk kan stoppen en de door haar geleden schade kan verhalen op de gebruiker.
5.3.
Google heeft bij verweerschrift aangevoerd dat Lens Media onvoldoende (onderbouwd) heeft gesteld dat zij auteursrechthebbende is van de instructievideo’s en [kanaalnaam] haar auteursrecht schendt. Ten aanzien van de instructievideo Part 1 heeft Google dit verweer op de mondelinge behandeling ingetrokken en heeft zij, met betrekking tot deze video, erkend dat er sprake is van een auteursrechtelijk beschermd werk en dat Lens Media als rechthebbende op het auteursrecht te gelden heeft. Google heeft verder erkend dat [kanaalnaam] inbreuk maakt op dit auteursrecht van Lens Media. Haar verweer ten aanzien van de overige instructievideo’s heeft Google gehandhaafd. Dit brengt met zich dat de rechtbank moet beoordelen of de instructievideo’s Part 2 tot en met Part 5 auteursrechtelijk beschermd zijn. Daarvoor is het criterium van de ‘werktoets’ bepalend. Het werk (de instructievideo’s) moeten een eigen, oorspronkelijk karakter hebben en de persoonlijke stempel van de maker dragen.
5.4.
Ter onderbouwing van haar stelling dat zij auteursrechthebbende is van instructievideo Part 1, heeft Lens Media gewezen op de als producties 16 en 17 overgelegde schermafbeeldingen uit de instructievideo zoals deze te vinden is in haar eigen databank. Lens Media stelt dat vanwege de grote gelijkenis tussen de vijf video’s, dezelfde omstandigheden en argumenten gelden voor de overige instructievideo’s. Daardoor is het volgens Lens Media voldoende aannemelijk dat ook deze video’s auteursrechtelijk beschermd zijn en dat zij rechthebbende is op het auteursrecht dat rust op de instructievideo’s Part 2, Part 3, Part 4 en Part 5.
5.5.
Naar het oordeel van de rechtbank voldoen de instructievideo’s aan de werktoets. Er is sprake van persoonlijke en creatieve keuzes bij het in beeld brengen van de verkeerssituaties. Daarnaast heeft Lens Media uitgelegd dat zij de vragen die in de instructievideo’s worden gesteld en (de uitleg bij) de antwoorden daarop, zelf heeft bedacht. Google heeft dit niet gemotiveerd betwist. Met betrekking tot de vraag of Lens Media als rechthebbende kan worden aangemerkt overweegt de rechtbank als volgt.
5.6.
Uit de schermafbeeldingen van Part 1 volgt dat een groot deel van de instructievideo, waarop het copyrightteken ‘Lens’ zichtbaar is, geregistreerd staat bij CC Proof. Lens Media heeft tijdens de mondelinge behandeling toegelicht dat haar werk wordt gekenmerkt doordat de nummerborden van de auto’s eindigen op ‘CBR’ of ‘LEN-5’ en erop gewezen dat dit zichtbaar is op de schermafbeeldingen. De voornoemde omstandigheden heeft Google niet betwist. Ook heeft Google niet betwist dat de vijf video’s grote mate van gelijkenis vertonen en voor de overige vier instructievideo’s dezelfde omstandigheden en argumenten van belang zijn als bij Part 1. Dat betekent dat de rechtbank meegaat in de stelling van Lens Media dat uit de schermafbeeldingen van de overige vier video’s ook volgt dat haar copyrightteken daarin zichtbaar is, de video’s CC Proof geregistreerd zijn en de nummerborden van de auto’s eindigen op ‘CBR’ of ‘LEN-5’. Dit brengt de rechtbank tot het oordeel dat Lens Media voldoende onderbouwd heeft gesteld dat zij moet worden aangemerkt als rechthebbende ten aanzien van de instructievideo’s Part 2, Part 3, Part 4 en Part 5 en haar recht voor bescherming in aanmerking komt.
Artikel 843a lid 1 Rv
5.7.
De vervolgvraag is of het verzoek van Lens Media toewijsbaar is. Daarvoor bepaalt artikel 843a lid 1 Rv dat Lens Media (i) een rechtmatig belang moet hebben, (ii) het verzoek moet zien op bepaalde bescheiden die (iii) zien op een rechtsbetrekking waarin Lens Media partij is en (iv) Google moet deze tot haar beschikking of onder haar berusting hebben. Het bepaalde in lid 4, op grond waarvan degenen die de bescheiden heeft, niet gehouden is aan het verzoek te voldoen als daarvoor gewichtige redenen zijn en redelijkerwijs kan worden aangenomen dat een behoorlijke rechtsbedeling ook zonder de gegevens is gewaarborgd, moet ook worden meegenomen.
(i) Rechtmatig belang
5.8.
Lens Media heeft gesteld en op de mondelinge behandeling nader toegelicht dat zij de gebruiker van [kanaalnaam] wenst aan te schrijven en te sommeren om de auteursrechtinbreuk te staken en, indien daaraan geen gehoor wordt gegeven, een gerechtelijke procedure (op grond van onrechtmatige daad) wenst te starten. Lens Media wil daarbij haar schade verhalen. Zij stelt dat zij inkomsten misloopt omdat men in plaats van het tegen betaling afnemen van haar iTheorie cursus, de cursus op [kanaalnaam] gratis kan volgen. Haar schade schat zij op dit moment met toepassing van de tarievenlijst van de Stichting Beeld Anoniem op € 21.000,00. Alleen met de gebruikersgegevens kan zij de gebruiker identificeren en met de (rechts)persoon contact opnemen om uiteindelijk bovengenoemde stappen instellen, aldus Lens Media.
5.9.
Anders dan Google meent, heeft Lens Media met deze toelichting naar het oordeel van de rechtbank voldoende inzichtelijk gemaakt wat zij voornemens is te doen met de gebruikersgegevens en haar belang bij die gegevens voldoende onderbouwd. Aan het beroep van Google op de uitspraak van het Hof Arnhem-Leeuwaarden van 5 november 2019 (ECLI:NL:GHARL:2019:9352), gaat de rechtbank voorbij. Anders dan in die zaak, gaat het in de onderhavige procedure om de gegevens van één gebruiker die al meer dan één jaar vijf instructievideo’s gratis vertoont op [kanaalnaam] . Het voorgaande maakt dat Lens Media naar het oordeel van de rechtbank een rechtmatig belang heeft bij de verstrekking van de gebruikersgegevens.
(ii) Bepaalde bescheiden
5.10.
Dat de door Lens Media verzochte gegevens bepaald genoeg zijn, wordt door Google betwist. Volgens Google zouden de naam, het telefoonnummer of e-mail- en
IP-adressen voldoende zijn om de gebruiker van [kanaalnaam] te identificeren. Daartegen heeft Lens Media aangevoerd dat ook de geboortedatum noodzakelijk is, voor het geval dat een gebruiker een veelvoorkomende naam heeft. De rechtbank acht de verzochte gegevens, inclusief de geboortedatum, specifiek genoeg, waarbij zij Google in zoverre volgt dat het verzoek om ‘
alle overige gegevens waar Google over beschikt en waarmee de identiteit kan worden vastgesteld’ te veelomvattend is en Lens Media onvoldoende (onderbouwd) heeft gesteld omtrent haar belang daarbij. De rechtbank zal dit deel van de verzoek derhalve niet toewijzen. De rechtbank gaat ook mee in het argument van Google dat zij alleen kan worden verplicht tot het verstrekken van gegevens die zij onder zich heeft. Daarom zal de rechtbank het verzoek beperken tot de door de gebruiker daadwerkelijk aan Google verstrekte gegevens.
Rechtsbetrekking
5.11.
Volgens Lens Media is zij partij bij een rechtsbetrekking, te weten de rechtsbetrekking uit hoofde van onrechtmatige daad die door de inbreukmakende partij [kanaalnaam] wordt gepleegd. Google betwist dat er een rechtsbetrekking is tussen Lens Media en de gebruiker achter [kanaalnaam] . De rechtbank begrijpt daarmee dat zij in twijfel trekt dat er sprake is van inbreuk op het auteursrecht van Lens Media.
5.12.
Het gaat erom dat het bestaan van een rechtsbetrekking, waaronder ook de verbintenissen uit de wet vallen zoals een onrechtmatige daad, voldoende aannemelijk wordt gemaakt. Zoals de rechtbank hiervoor heeft geoordeeld, heeft Lens Media voldoende (onderbouwd) gesteld dat zij auteursrechthebbende is van de instructievideo’s Part 1 tot en met Part 5. Dat daarop door [kanaalnaam] inbreuk wordt gemaakt, heeft Lens Media naar het oordeel van de rechtbank vervolgens voldoende onderbouwd door met producties 16 en 17 op de gelijkenissen te wijzen tussen de schermafbeeldingen van de instructievideo Part 1 uit haar databank en de instructievideo te zien op [kanaalnaam] .
5.13.
Uit de vergelijking volgt dat de nummerborden van de auto’s in de instructievideo op [kanaalnaam] ook eindigen op ‘CBR’ of ‘LEN-5’, dat het copyright teken ‘Lens’ op het werk van Lens Media nog zichtbaar is, terwijl het op [kanaalnaam] is weggepoetst en dat op [kanaalnaam] de vragen (en de uitleg bij) de antwoorden bij de instructievideo hetzelfde zijn. Lens Media heeft aangevoerd dat zij vanwege tijdsgebrek geen vergelijking van de overige vier instructievideo’s heeft kunnen maken met de video’s die op [kanaalnaam] te zien zijn. Gelet op de door Google onbetwiste stelling dat de omstandigheden die ten grondslag liggen aan het auteursrecht op instructievideo Part 1, ook ten grondslag liggen aan de andere vier instructievideo’s, is het naar het oordeel van de rechtbank voldoende aannemelijk dat [kanaalnaam] ten aanzien van alle vijf video’s inbreuk maakt op het auteursrecht van Lens Media. Er is zodoende voldaan aan het vereiste van de rechtsbetrekking.
5.14.
De rechtbank merkt op dat, anders dan Lens Media meent, voor het vereiste van de rechtsbetrekking niet noodzakelijk is dat Google onrechtmatig handelt. Dat wordt ook door Google betwist. De vraag of van onrechtmatig handelen door Google sprake is, kan dan ook onbeantwoord blijven.
Gewichtige redenen
5.15.
Google stelt zich op het standpunt dat met het indienen van een verwijderingsverzoek, er een laagdrempelig en minder ingrijpend alternatief aanwezig is om tegen auteursrechtinbreuken op te treden. Zij voert aan dat Lens Media daarmee geen aanvullende procedure hoeft te voeren om de inbreuk te stoppen en de privacy van de gebruiker niet wordt geraakt aangezien Google in dat geval de gebruikersgegevens niet hoeft af te geven. De rechtbank begrijpt het verweer van Google zo, dat zij een beroep doet op de gewichtige redenen van lid 4 van artikel 843a Rv.
5.16.
Of in een concreet geval sprake is van gewichtige redenen die tot afwijzing van het verzoek moeten leiden, moet worden beoordeeld aan de hand van een belangenafweging.
5.17.
Google stelt dat de financiële- en privacybelangen van de gebruiker van [kanaalnaam] in het geding raken doordat Lens Media weigert een verwijderingsverzoek in te dienen. Door deze weigerende houding, laat Lens Media de schade zo hoog mogelijk oplopen om deze vervolgens op de gebruiker te verhalen, aldus Google.
5.18.
Lens Media weerspreekt niet dat zij geen verwijderingsverzoek wil indienen. In tegendeel, zij heeft aangegeven dat zij verwijdering niet (enkel) wenst en geeft als reden dat daarmee haar belang niet is gediend. Haar belang is erin gelegen de vertoning van de video’s blijvend te stoppen en dit wordt niet bewerkstelligd met een verwijderingsverzoek, aldus Lens Media. Zo kan de gebruiker een nieuw YouTube-kanaal beginnen en de video’s daarop plaatsen, terwijl de schade voor Lens Media blijft doorlopen. Juist om haar schade te verhalen, heeft zij de gebruikersgegevens nodig. Lens Media betwist dat zij een zo hoog mogelijke schadevergoeding wil verkrijgen, maar omdat Google de gebruikersgegevens enkel verstrekt op basis van een rechterlijk bevel, kan zij de gegevens alleen veiligstellen met het indienen van dit verzoek. Met een verwijderingsverzoek verkrijgt zij die gegevens niet, maar loopt zij volgens haar zelfs het risico dat deze verdwijnen.
5.19.
Naar het oordeel van de rechtbank valt de belangenafweging uit in het voordeel van Lens Media. Daarvoor is het volgende redengevend. Hiervoor is de rechtbank tot het oordeel gekomen dat Lens Media auteursrechthebbende is op alle vijf instructievideo’s en het voldoende aannemelijk is dat daarop door [kanaalnaam] inbreuk wordt gemaakt. Dat [kanaalnaam] de instructievideo’s al meer dan één jaar op haar YouTube-kanaal heeft staan en Lens Media daardoor schade lijdt, heeft Google niet betwist. Door Lens Media is voldoende gesteld dat met het indienen van een verwijderingsverzoek niet, dan wel onvoldoende, wordt tegemoetgekomen aan haar belang om tegen de gebruiker te kunnen optreden. Google heeft tijdens de mondelinge behandeling erkend dat naar aanleiding van een verwijderingsverzoek het risico bestaat dat de gebruiker zijn gegevens verwijderd of dat de gegevens om een andere reden, bijvoorbeeld het verlopen van de op grond van privacywetgeving toegestane bewaartermijn, na een periode niet meer beschikbaar zijn. Dit maakt volgens de rechtbank dat van Lens Media in dit geval niet kan worden verwacht dat zij allereerst een verwijderingsverzoek indient om vervolgens, bij een eventuele tweede auteursrechtinbreuk, alsnog een verzoek tot het verstrekken van gegevens doet. Daarbij komt dat Lens Media, zonder de gebruikersgegevens, mogelijk effectieve rechtsbescherming wordt onthouden. Tegen deze achtergrond acht de rechtbank het privacybelang van de gebruiker achter [kanaalnaam] minder zwaar wegend dan het belang van Lens Media.
Het verzoek wordt (grotendeels) toegewezen
5.20.
Met het voorgaande zal de rechtbank de afgifte van de verzochte gegevens, met uitzondering van ‘
alle overige gegevens waar Google over beschikt en waarmee de identiteit kan worden vastgesteld’toewijzen, waarbij zij in het dictum zoals door Google verzocht de specifieke pagina van de gebruiker ([kanaalnaam] ) zal vermelden en de afgifte in zoverre zal beperken dat Google alleen kan worden verplicht de verzochte gegevens te verstrekken die door de voornoemde gebruiker daadwerkelijk aan Google zijn verstrekt.
De verzochte dwangsom zal worden afgewezen
5.21.
De door Lens Media gevorderde dwangsom zal de rechtbank afwijzen. Volgens Lens Media is een dwangsom op zijn plaats omdat Google niet bereid is om vrijwillig aan het verzoek te voldoen. Google heeft dit betwist. Google heeft toegelicht dat zij zich niet verzet tegen gegevensverstrekking als dit door een rechter wordt bevolen en zij aan het bevel kan voldoen. Gelet daarop en aangezien de rechtbank het bevel zal specificeren zoals door Google verzocht, heeft de rechtbank geen reden om eraan te twijfelen dat Google niet aan het bevel zal voldoen.
Proceskosten
5.22.
Google voert verweer tegen de proceskostenveroordeling en verzoekt Lens Media te veroordelen in de proceskosten dan wel de proceskosten te compenseren. Daaraan legt zij ten grondslag dat zij recht heeft op een rechterlijk oordeel over de gerechtvaardigdheid van de verplichting tot het afgeven van de gebruikersgegevens. Dat Lens Media in de proceskosten moet worden veroordeeld, geldt volgens haar in het bijzonder omdat Lens Media niet eerst om verwijdering heeft verzocht, pas enkele dagen voor de mondelinge behandeling ten aanzien van Part 1 producties 16 en 17 heeft ingediend en geen onderbouwing heeft geboden voor het auteursrecht op de overige video’s. Daardoor voldoet Lens Media niet (tijdig) aan haar stel- en motiveringsplicht, terwijl zij zich wel uitgebreid heeft moeten verweren.
5.23.
Weliswaar kan de rechtbank de proceskostenveroordeling op grond van artikel 237 lid 1 Rv voor rekening laten van een partij die kosten nodeloos heeft veroorzaakt, maar met deze bevoegdheid dient terughoudend te worden omgegaan. De rechtbank is van oordeel dat niet kan worden gezegd dat Lens Media kosten nodeloos heeft veroorzaakt. Hiervoor is de rechtbank tot het oordeel gekomen dat Lens Media aan haar stel- en motiveringsplicht heeft voldaan en Google heeft haar verweer ten aanzien van de instructievideo’s Part 2 tot en met Part 5 gehandhaafd. Van nodeloze kosten is daarmee geen sprake. Verder erkent Google dat zij gebruikersgegevens in alle gevallen enkel afgeeft op basis van een rechterlijk bevel. Dit betekent dat Lens Media met of zonder een verwijderingsverzoek genoodzaakt was dit verzoek in te dienen en de daarmee gepaard gaande kosten te maken. Gelet op het voorgaande, ziet de rechtbank geen aanleiding tot een proceskostenveroordeling aan de zijde van Lens Media dan wel het compenseren daarvan. Van andere omstandigheden die daartoe alsnog aanleiding zouden geven, is niet gebleken.
5.24.
Omdat het verzoek (grotendeels) zal worden toegewezen, zullen de proceskosten volgens de hoofdregel voor rekening komen van Google als de in het ongelijk gestelde partij. De proceskosten van Lens Media worden begroot op:
  • griffierecht: € 688,00
  • salaris van de gemachtigde: € 1.228,00 (2 punten × tarief II € 614,00 )
nakosten: €
178,00
totaal
2.094,00
5.25.
De nakosten zullen worden vermeerderd met € 92,00 en de kosten van betekening als Google niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de beschikking voldoet en vervolgens betekening van de beschikking heeft plaatsgevonden.

6.De beslissing

De rechtbank
6.1.
gebiedt Google, binnen 14 dagen na betekening van deze uitspraak, afschrift althans inzage aan Lens Media te verstrekken van de volgende gegevens van de gebruiker van het Google-account waarmee het YouTube-kanaal met de volgende link [kanaalnaam] is gemaakt en voor zover deze gebruiker de gegevens daadwerkelijk aan Google heeft verstrekt:
- de namen;
- de telefoonnummers;
- de (alternatieve) e-mailadressen;
- de IP-adressen;
- de woon- en verblijfadressen;
- de geboortedatum.
6.2.
veroordeelt Google in de proceskosten van € 2.094,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als Google niet tijdig aan de bevelen voldoet en de beschikking daarna wordt betekend;
6.3.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst het meer of anders gevorderd af.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.N. Bartels en in het openbaar uitgesproken op 31 oktober 2024.