Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.De procedure
- de conclusie van antwoord, tevens houdende eis in reconventie;
2.Samenvatting
3.De feiten
“een stuk grond van 2000 m2 aan de [adres] naast [naam 2] voor het plaatsen van een loods annex showroom”.
de heer [naam 1], (…) te verkopen een perceel grond, plaatselijk bekend [adres], kadastraal bekend gemeente Hasselt, [locatie 1] (ged), groot circa 2000 m2, zoals aangegeven op de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte tekening voor de prijs van f 50,-- per m2 (excl. BTW) en voorts (…)
(…)
“grenzen [zijn] uitgezet en buizen [zijn] geplaatst conform raadsbesluit B en W Gemeente Hasselt”.Bij:
“vermelding omtrent het al dan niet eensluidend zijn van de aanwijzingen”is vermeld:
“akkoord”.
4.Het geschil
- de gemeente veroordeelt tot het verlenen van de noodzakelijke medewerking bij de inmeting van het perceel en/of inschrijving van deze verklaring in de openbare registers van het kadaster, op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag na betekening van dit vonnis;
- de gemeente in de proceskosten veroordeelt, inclusief de door toedoen van de gemeente hoger betaalde griffierechten en in de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
5.De beoordeling
de ophoging van het terrein’ zonder dat wordt toegelicht of het om het aangekochte perceel gaat of ook om de grond eromheen. [gedaagde] heeft onvoldoende onderbouwd waaruit een overdracht van de omliggende grond dan zou blijken. Maar ook indien de afspraak tussen partijen mede zag op het terrein rondom het bedrijfsperceel, komt daarmee nog niet meteen vast te staan dat het de bedoeling van partijen was om ook die grond te leveren. Het betreft immers een veel groter gebied dan de 2.000 m2 die de gemeente Hasselt heeft overgedragen. Uit het rooien van de bomen zelf kan niet worden afgeleid dat het de bedoeling is geweest de grond te leveren. De gemeente heeft immers ook gezegd dat [gedaagde] de laatste bomen, die nog op het strookje grond aan het water stonden, mocht weghalen. Die grond is ook geen eigendom van [gedaagde] (of van de gemeente). Verder is ter zitting vast komen te staan dat de afspraak met de gemeente Hasselt samen met de buurman, de heer [naam 3], is gemaakt. De grond werd gesplitst in de percelen van de heer [naam 1] en [gedaagde] en die van de heer [naam 3]. Dat de gemeente Hasselt had kunnen zien dat de heer [naam 1] en [gedaagde] een groter gebied aan het ontginnen waren dan zij had verkocht, kan de gemeente gelet op het voorgaande niet worden tegengeworpen.
€ 278,00(plus de kosten van betekening)