Uitspraak
1.Procesverloop
2.Uitgangspunten en feiten
niettoegankelijk is geweest. Het was immers de eigenaar van dat perceel die ervoor heeft gekozen een strook eigen grond vrij te laten bij de bouw van de fietsenstalling. Daardoor is weliswaar een feitelijke, bebouwde begrenzing ontstaan die niet overeenkwam met de kadastrale erfgrens, maar dat leidt nog niet tot bezit van de eigenaar van het aangrenzende erf. Dat is ook niet het geval als deze zijn tuin overeenkomstig die begrenzing, onbelemmerd door zijn buren, heeft ingericht, gebruikt en onderhouden. Dat is zelfs niet het geval als hij daarbij te goeder trouw heeft gehandeld.
in juridische zin.
niettoegankelijk was, en daarvan (al dan niet provisorisch) was afgescheiden. Die conclusie trekt het hof ook – maar, zoals gezegd, dat betekent niet dat rechtsvoorgangers van [eisers] alleen al om die reden als bezitter van de strook kunnen worden aangemerkt. Met die constatering ontvalt het belang aan de discussie over de vraag of er op enig moment wel een doorgang is geweest (wat [eisers] bestrijden) en overigens ook of zich op de strook een tegelpad bevond.
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
30 juni 2023.