9.De beslissing
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 08.076204.24 primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt haar daarvan vrij;
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 08.076204.24 meer subsidiair en het onder 08.292841.23 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt haar daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
08.076204.24 meer subsidiair en 08.292841.23 telkens het misdrijf:bedreiging met zware mishandeling;
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 08.076204.24 meer subsidiair en het onder 08.292841.23 bewezen verklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
235 (tweehonderdvijfendertig) dagen;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
120 (honderdtwintig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
De rechter kan de tenuitvoerlegging ook gelasten indien de verdachte gedurende de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende bijzondere voorwaarden niet is nagekomen:
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich gedurende de proeftijd op afspraken met de Reclassering Nederland meldt bij de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. De reclassering zal contact met verdachte opnemen voor de eerste afspraak;
- zich klinisch laat opnemen in FPA de Boog of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname is reeds gestart en kan worden vervolgd. De opname duurt maximaal 18 maanden, waarbij de termijn te bepalen is door de behandelaars. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de
zorginstelling dat nodig vindt;
- zich ambulant laat behandelen bij een forensische polikliniek of een soortgelijke zorginstelling, ter beoordeling van de reclassering. De behandeling start in aansluiting op de klinische behandeling. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
- verblijft in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start in aansluiting op de klinische behandeling. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor haar heeft opgesteld;
- zich inspant voor het vinden en behouden van een passende dagbesteding met een vaste structuur;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van € 1.500,00 (zegge: vijftienhonderd euro) bestaande uit immateriële schade;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] (08.076204.24 meer subsidiair) van een bedrag van € 1.500,00 (zegge: vijftienhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 maart 2024;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1.500,00 (zegge: vijftienhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 maart 2024 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 30 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.P. Heisterkamp, voorzitter, mr. E. Venekatte en
mr. P.M.F. Schreurs, rechters, in tegenwoordigheid van D.A.C. Brockotter, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 26 september 2024.
Mr. Schreurs is niet in de gelegenheid dit vonnis te ondertekenen.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit na te noemen dossiers van politie eenheid Oost-Nederland:
- t.a.v. parketnummer 08.076204.24 meer subsidiair het dossier met nummer PL0600-2024100947;
- t.a.v. parketnummer 08.292841.23 het dossier met nummer PL0600-2023438175.
Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Ten aanzien van parketnummer 08.076204.24 meer subsidiair:
1.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 12 september 2024, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte:
Ik was op 4 maart 2024 in de Primera [locatie 1] in Almelo. Ik had een mes in mijn handen en ben toen de winkel in gelopen. Ik heb het mes laten zien aan de medewerkster van de Primera. Ik heb daarna een paar keer tegen de medewerkster gezegd: "Dit is een overval".
2.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 4 maart 2024, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven op pagina’s 5 en 6:
Op 04 maart 2024 was ik aan het werk bij de Primera [locatie 1] aan de [adres]. Ik ben hier werkzaam als kassière en stond op deze datum achter de kassa. Toen ik klaar was met de goederen ophalen en weer naar de balie liep, zag ik een vrouw bij de
kassa en de vertegenwoordiger staan die ik herkende als een vaste klant van de Primera.
Ik vroeg aan de vrouw of ik haar kon helpen en of ze bij mijn kassa (de linker kassa) kon komen. Ik zag dat de vrouw naar voren bleef kijken en niet reageerde op mij. Ik heb haar toen nogmaals gevraagd of ik haar kon helpen. Ik zag dat ze wederom niet reageerde. Omdat de vrouw niet op mij reageerde, ben ik naar de rechterkassa gelopen. Ik hoorde dat ze iets zei maar ik hoorde niet wat ze zei. Dus ik vroeg wat ze zei. Ik zag wel direct dat de vrouw een mes vasthield in haar hand. Ik kan het mes als volgt omschrijven:
- Het lemmet was ongeveer 30 centimeter lang.
Toen ik nogmaals vroeg wat de vrouw zei, hoorde ik haar zeggen: `Dit is een overval`. Ik hoorde de vertegenwoordiger dit bevestigen. Ik heb toen gevraagd wat de vrouw wilde.
Ik hoorde de vrouw nogmaals zeggen dat dit een overval was.
Ten aanzien van parketnummer 08.292841.23:
1.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 12 september 2024, voor zover inhoudende de (bekennende) verklaring van verdachte:
Ik was op 13 september 2023 in Almelo bij Dimence. Ik heb aan [slachtoffer 2] een mes laten zien en daarbij tegen [slachtoffer 2] gezegd "Ik leg dat mes niet weg, ik ga je nu neersteken".
2.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] van 22 september 2023, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven op pagina 5:
Ik doe aangifte van bedreiging. Bij mij bestond de overtuiging, dat de verdachte haar bedreiging werkelijk ten uitvoer zou leggen.
Op 3 september was ik aan het werk bij 'Dimence' locatie [locatie 2]
. Een cliënt kwam bij me. Ik ken haar als [verdachte] , geboren op
[geboortedatum] 1981. Toen [verdachte] bij me kwam benaderde ze me van achteren. Ze stond met een schilmes in haar hand en ik hoorde haar zeggen dat ze nu hulp wilde. Toen heb ik haar verteld: ''ik wil je graag helpen, maar ik wil nu eerst dat je dat mes weg legt''. Toen hoorde ik haar zeggen: ''Ik leg dat mes niet weg, ik ga je nu neersteken. Ik steek je nu neer!'' Ik vond het heel eng omdat ze dit heel rustig vertelde zonder emoties. Toen ze dat vertelde zag ik ook dat ze haar linkerarm bewoog naar boven en toen met het mes met lemmet naar beneden op me af kwam lopen.