ECLI:NL:RBOVE:2024:4860
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bezwaar tegen omzetting van taakstraf in vervangende hechtenis
Op 18 september 2024 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in een zaak waarin de veroordeelde bezwaar heeft aangetekend tegen de omzetting van een opgelegde taakstraf in vervangende hechtenis. De veroordeelde had een taakstraf van 54 uren opgelegd gekregen, met de voorwaarde dat bij niet-naleving vervangende hechtenis van 27 dagen zou worden toegepast. Het Openbaar Ministerie besloot op 24 juli 2024 tot de omzetting van de taakstraf in vervangende hechtenis, wat op 30 augustus 2024 aan de veroordeelde werd betekend. De veroordeelde heeft op 4 september 2024 bezwaar ingediend, waarin hij verzocht om een herkansing om de taakstraf alsnog te verrichten.
Tijdens de zitting op 18 september 2024 is de gemachtigde advocaat van de veroordeelde, mr. N.A.M. Buurman, gehoord, evenals de officier van justitie. De veroordeelde zelf was niet verschenen. De verdediging voerde aan dat de veroordeelde graag nog een kans wilde om de taakstraf uit te voeren. De officier van justitie steunde de beslissing tot omzetting en concludeerde dat het bezwaar ongegrond moest worden verklaard.
De politierechter oordeelde dat de veroordeelde verwijtbaar de taakstraf niet had verricht en dat de omzetting van de taakstraf in vervangende hechtenis terecht was. De politierechter merkte op dat het bezwaar ontvankelijk was, ondanks dat de omzettingsbeslissing niet was ondertekend door een officier van justitie. De rechter concludeerde dat er geen uitzonderlijke omstandigheden waren die een andere beslissing rechtvaardigden. Het bezwaar werd ongegrond verklaard, en de beslissing werd openbaar uitgesproken.