ECLI:NL:RBOVE:2024:4705

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
6 september 2024
Publicatiedatum
9 september 2024
Zaaknummer
C/08/319601 KG RK 24-351
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wraking van rechter mr. A.P.W. Esmeijer in civiele procedure

In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Overijssel op 6 september 2024 uitspraak gedaan over een verzoek tot wraking van mr. A.P.W. Esmeijer. De verzoeker heeft op 22 juni 2024 en 4 augustus 2024 brieven gestuurd waarin hij verzoekt om wraking van mr. Esmeijer, die belast was met de behandeling van de zaken geregistreerd onder de zaaknummers ZWO 24/1856 en ZWO 24/1857. Het verzoek tot wraking is echter pas op 15 augustus 2024 bij de wrakingskamer binnengekomen.

De wrakingskamer heeft geoordeeld dat het verzoek tot wraking niet-ontvankelijk is, omdat het verzoek niet tijdig is ingediend. Volgens de relevante wetgeving, artikel 8:15 van de Awb, kan een verzoek tot wraking worden gedaan op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. Dit verzoek moet worden ingediend voordat de behandeling van de zaak is geëindigd. In dit geval heeft mr. Esmeijer op 14 mei 2024 en 28 juni 2024 uitspraak gedaan in de betreffende zaken, en de wrakingsverzoeken zijn pas na deze uitspraken ingediend.

De wrakingskamer concludeert dat mr. Esmeijer geen rol meer speelt in de procedures, aangezien de verzetschriften van de verzoeker tegen de uitspraken van 14 mei 2024 en 28 juni 2024 door een andere rechter, mr. A.T. de Kwaasteniet, worden behandeld. Daarom is de verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoeken tot wraking van mr. Esmeijer. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK OVERIJSSEL

Wrakingskamer
Zittingsplaats Zwolle
zaaknummer: C/08/319601 KG RK 24-351
Beslissing van 6 september 2024
in de zaak van
mr. [verzoeker],
wonende te [woonplaats],
verzoeker tot wraking.

1.De procedure

1.1.
Bij brieven van 22 juni 2024 en 4 augustus 2024 heeft verzoeker, onder meer, het verzoek tot wraking gedaan van mr. A.P.W. Esmeijer, rechter in deze rechtbank en in die hoedanigheid belast met de behandeling van de zaken die zijn geregistreerd onder de zaaknummers ZWO 24/1856 en ZWO 24/1857. Het verzoek heeft de wrakingskamer pas op 15 augustus 2024 bereikt.

2.De beoordeling

2.1.
De wrakingskamer verklaart verzoeker in zijn verzoeken niet-ontvankelijk en overweegt daartoe als volgt.
2.2.
Op verzoek van een partij kan elk van de rechters die een zaak behandelen, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden (artikel 8:15 van de Awb).
Het verzoek wordt gedaan zodra de feiten of omstandigheden aan de verzoeker bekend zijn geworden (artikel 8:16 lid 1 van de Awb). Een verzoek tot wraking kan in beginsel in elke stand van de procedure worden gedaan. Het verzoek moet evenwel worden ingediend vóórdat de behandeling van de zaak door het wijzen van een einduitspraak is geëindigd (HR 18 december 1998, ECLI:NL:HR:1998:AD2977).
De wrakingskamer kan het verzoek tot wraking zonder behandeling ter zitting aanstonds ongegrond of niet-ontvankelijk verklaren indien het verzoek is ingediend na het tijdstip waarop in de hoofdzaak einduitspraak is of wordt gedaan (artikel 5 lid 2 sub d van het Wrakingsprotocol rechtbank Overijssel).
2.3.
De wrakingskamer stelt vast dat mr. Esmeijer op 14 mei 2024 en 28 juni 2024 uitspraak heeft gedaan in de zaken met de hierboven genoemde zaaknummers. De wrakingsverzoeken dateren van respectievelijk 22 juni 2024 en 4 augustus 2024. Deze verzoeken zijn dus gedaan na het tijdstip waarop in de zaken met de hierboven genoemde zaaknummers uitspraak is gedaan. Daarmee heeft mr. Esmeijer geen rol meer in die procedures, omdat de verzetschriften van verzoeker tegen de uitspraken van 14 mei 2024 en 28 juni 2024 door een andere rechter (te weten: mr. A.T. de Kwaasteniet, die door verzoeker ter terechtzitting van 15 augustus 2024 is gewraakt, op welk wrakingsverzoek apart zal worden beslist) worden behandeld. Het voorgaande betekent dat verzoeker in zijn verzoeken tot wraking van mr. Esmeijer niet-ontvankelijk is.

3.De beslissing

De wrakingskamer
3.1.
verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoeken tot wraking van mr. Esmeijer.
Deze beslissing is gegeven door mr. U. van Houten, voorzitter, en mrs. M.M. Verhoeven en M.H. van der Lecq, leden, in tegenwoordigheid van de griffier en in het openbaar uitgesproken op 6 september 2024. (PS)
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.