ECLI:NL:RBOVE:2024:4527

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
23 augustus 2024
Publicatiedatum
23 augustus 2024
Zaaknummer
ak_24_2192
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning van maatwerkvoorziening Huishoudelijke Ondersteuning en de rol van algemene voorzieningen in het bestuursrecht

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, op 23 augustus 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van Twenterand over de toekenning van een maatwerkvoorziening Huishoudelijke Ondersteuning op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). Eiseres, een 87-jarige vrouw met diverse aandoeningen, had bezwaar gemaakt tegen het besluit van het college waarin haar een maatwerkvoorziening van 119 minuten per week werd toegekend. Na bezwaar werd dit aantal verhoogd naar 138 minuten, maar eiseres was van mening dat de was- en strijkservice die het college als algemene voorziening aanbood, niet adequaat was en dat zij recht had op een maatwerkvoorziening voor de volledige wasverzorging.

De rechtbank heeft de zaak op 30 juli 2024 behandeld. Eiseres stelde dat de was- en strijkservice niet als algemene voorziening kon worden beschouwd, omdat deze niet voor iedereen toegankelijk was en niet voldeed aan haar specifieke behoeften. De rechtbank oordeelde dat de algemene voorziening voldeed aan de wettelijke eisen en dat het college terecht had geconcludeerd dat de was- en strijkservice een adequate voorliggende voorziening was. De rechtbank vernietigde echter het besluit van het college voor zover het de omvang van de maatwerkvoorziening betrof, en bepaalde dat eiseres recht had op een maatwerkvoorziening van 160 minuten per week, bestaande uit een basismodule en een module voor wasverzorging.

De rechtbank oordeelde verder dat de eigen bijdrage voor de algemene voorziening niet onder het abonnementstarief viel, omdat er geen duurzame hulpverleningsrelatie was. Eiseres had ook kosten gemaakt voor extra hulp bij het huishouden, en de rechtbank verzocht partijen om te bepalen welk deel van deze kosten voor vergoeding in aanmerking kwam. Tot slot werd het college veroordeeld tot het betalen van proceskosten aan eiseres, vastgesteld op € 1.750,-, en het griffierecht van € 51,- moest ook worden vergoed.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL
Zittingsplaats Almelo
Bestuursrecht
zaaknummer: ZWO 24/2192

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres], uit [woonplaats], eiseres,

gemachtigde: mr. M.A. van Hoogeveen,
en

het college van burgemeester en wethouders van Twenterand, het college,

gemachtigde: [gemachtigde].

Inleiding

1.1
In het besluit van 18 april 2023 heeft het college aan eiseres een maatwerkvoorziening Huishoudelijke Ondersteuning op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) toegekend voor in totaal 119 minuten per week. Zij krijgt deze maatwerkvoorziening in de vorm van zorg in natura. De maatwerkvoorziening is verstrekt voor de periode van 16 april 2023 tot en met 15 april 2029.
1.2
Eiseres heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt. In het bestreden besluit van 12 februari 2024 heeft het college het bezwaar van eiseres gegrond verklaard en 19 minuten per week extra toegekend.
1.3
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
1.4
Het college heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.5
De rechtbank heeft het beroep op 30 juli 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van het college. Ook is de zoon van eiseres, [naam], verschenen.

Totstandkoming van het besluit

2.1
Eiseres is geboren op [geboortedatum] 1936. Zij is bekend met diverse aandoeningen als gevolg waarvan zij beperkingen ondervindt, met name op het gebied van de mobiliteit en energiehuishouding. Zij woont samen met haar 89-jarige echtgenoot in een gelijkvloerse woning met 2 slaapkamers.
2.2
Het college heeft eerder aan eiseres een maatwerkvoorziening Huishoudelijke ondersteuning toegekend. Tot en met 16 september 2022 ontving eiseres een maatwerkvoorziening voor 112 minuten per week. Vanaf 17 september 2022 tot en met 16 maart 2023 ontving eiseres een maatwerkvoorziening Huishoudelijke Ondersteuning voor 180 minuten per week (basismodule 100 minuten per week, wasverzorging 80 minuten per week).
2.3
Op 30 januari 2023 heeft eiseres zich bij het college gemeld voor voortzetting van de maatwerkvoorziening. In het besluit van 20 maart 2023 is deze maatwerkvoorziening verlengd tot en met 15 april 2023.
2.4
Op 8 april 2023 heeft eiseres een aanvraag om toekenning van een maatwerkvoorziening Huishoudelijke Ondersteuning voor 180 minuten per week ingediend. Vervolgens heeft de besluitvorming plaatsgevonden zoals hiervoor in de inleiding uiteen is gezet.

Standpunten van partijen

3.1
Het college heeft in eerste instantie aan eiseres met ingang van 16 april 2023 de maatwerkvoorziening Huishoudelijke Ondersteuning toegekend, bestaande uit een basismodule (123 minuten per week) en een module wasverzorging (15 minuten per week, klaarzetten en opruimen was), zijnde totaal 138 minuten en door het college afgerond naar 140 minuten. Zij krijgt deze maatwerkvoorziening tot en met 15 april 2029. De voorziening is volgens het college toereikend voor een schone en leefbare woning. Omdat bepaalde activiteiten zich in de situatie van eiseres niet voordoen of eiseres die zelf kan doen, zijn er 18 minuten van de basismodule afgetrokken. Dit heeft het college vastgesteld aan de hand van de zogeheten ‘eigen kracht matrix’. Het college baseert zich verder op het rapport van Bureau HHM ‘norm huishoudelijke ondersteuning in Twente’ van 10 februari 2017 en het CIZ-protocol. De module wasverzorging krijgt eiseres voor het klaarzetten en opruimen van de was. Voor de was zelf kan eiseres gebruik maken van een was- en strijkservice. Deze algemene voorziening is volgens het college voor eiseres adequaat en passend.
3.2
In het verweerschrift heeft het college te kennen gegeven in de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 17 april 2024 (ECLI:NL:CRVB:2024:743) reden te zien om terug te komen van het besluit, in het bijzonder van het aantal minuten dat voor de basismodule is toegekend. Het college concludeert op basis van voornoemde uitspraak van de CRvB dat er geen minuten mogen worden afgetrokken voor activiteiten waar eiseres dan wel haar echtgenoot zelf nog toe in staat zijn of voor (schoonmaak)activiteiten die zich in de situatie van eiseres niet voordoen. De 18 minuten die het college in eerste instantie van de basismodule had afgetrokken, worden alsnog toegekend. Eiseres krijgt een maatwerkvoorziening Huishoudelijke Ondersteuning, bestaande uit een basismodule en een module wasverzorging (klaarzetten en opruimen was) voor in totaal afgerond 160 minuten per week. Voor de wasverzorging zelf blijft gelden dat eiseres gebruik kan maken van de was- en strijkservice en dat deze voor eiseres adequaat en passend is.
3.3
Op de zitting heeft eiseres desgevraagd aangegeven zich te kunnen vinden in de toegekende 160 minuten per week voor de basismodule en de module wasverzorging (klaarzetten en opruimen was). Eiseres is en blijft het niet eens met het standpunt van het college dat de was- en strijkservice voor haar een passende en adequate voorziening is. Volgens eiseres had het college ook op dit vlak maatwerk moeten verrichten. Eiseres moet structureel betalen voor de algemene voorziening. Er is echter sprake van een langdurige ondersteuningsaanvraag en daarom moeten de kosten van de algemene voorziening onder het abonnementstarief te vallen. De doorverwijzing naar de algemene voorziening is dan ook in geval van eiseres onjuist en de wasvoorziening moet dan ook gewoon middels de maatwerkvoorziening geregeld worden. Volgens eiseres doorkruist het college de systematiek die de wetgever voor ogen had, namelijk dat voorzieningen die langdurig worden verstrekt onder één eigen bijdrage moeten vallen.
Eiseres stelt verder dat de was- en strijkservice niet als algemene voorziening kan worden gezien. Zij verwijst in dit verband naar een uitspraak van rechtbank Gelderland van 23 november 2017 (ECLI:NL:RBGEL:2017:6055). De was- en strijkservice is geen laagdrempelige voorziening die voor iedereen toegankelijk en beschikbaar is. De voorziening is alleen gericht op mensen met een indicatie voor was- en strijkservice en heeft daarom ook veel meer weg van een maatwerkvoorziening. De wasverzorging moet daarom direct onderdeel worden van de maatwerkvoorziening die aan eiseres is toegekend.
Volgens eiseres moet voor de gehele wasverzorging 60 minuten per week worden toegekend. De toegekende algemene voorziening voor wasverzorging is in geval van eiseres voorts niet adequaat, omdat een speciaal wasmiddel nodig is om eczeem tegen te gaan. Ook bestaat er vanwege de medische problematiek van eiseres een tussentijdse wasbehoefte en heeft zij meer ondersteuning nodig bij het sorteren en opruimen van de was.

Beoordeling door de rechtbank

4.1
Partijen zijn het eens over de omvang van de maatwerkvoorziening Huishoudelijke Ondersteuning van in totaal 160 minuten per week. Partijen blijven verdeeld over het antwoord op de vraag of eiseres voor de was gebruik kan maken van de was- en strijkservice, beschikbaar als algemene voorziening, en of dit in haar geval een adequate voorliggende voorziening is.
4.2
Artikel 1.1.1 van de Wmo 2015 definieert de algemene voorziening als een aanbod van diensten of activiteiten dat, zonder voorafgaand onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de gebruikers, toegankelijk is en dat gericht is op maatschappelijke ondersteuning. Volgens vaste rechtspraak van de CRvB kan een dergelijke algemene voorziening in plaats van een maatwerkvoorziening worden verstrekt als deze daadwerkelijk beschikbaar is, adequate compensatie biedt en door de gebruiker financieel kan worden gedragen. Voor het gebruik van deze algemene voorziening kan de gemeente een bijdrage vragen. De hoogte van die bijdrage moet door de gemeenteraad in de verordening zijn neergelegd, net als een eventuele korting daarop [1] .
4.3
In artikel 19, eerste lid aanhef en onder a en derde lid onder a van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Twenterand 2022 (Verordening) staat dat een cliënt een bijdrage verschuldigd is in de kosten voor het gebruik van de was- en strijkservice.
Op grond van artikel 20, derde lid van de Verordening bedraagt de hoogte van de bijdrage voor de algemene voorziening was- en strijkservice € 17,50 per waszak voor de cliënt die zelf kan wassen en strijken en € 4,50 voor de cliënt die dat vanwege de beperkingen zelf niet kan.
4.4
De rechtbank is van oordeel dat de algemene voorziening voldoet aan de daarvoor gelden voorwaarden. De hoogte van de bijdrage is in de Verordening vastgesteld en de voorziening is voor alle inwoners van de gemeente Twenterand beschikbaar. Het college heeft de raamovereenkomst met [bedrijf] B.V. bij brief van 12 juli 2024 overgelegd. Vastgelegd is hoe invulling wordt gegeven aan de was- en strijkservice. De vraag of de aangeboden voorziening voor eiseres gezien haar specifieke problematiek adequaat is, beantwoordt de rechtbank bevestigend. Zo volgt de rechtbank eiseres niet in haar betoog dat de algemene voorziening in haar geval niet passend is, omdat haar kleding vanwege medische problematiek vaker gewassen moet worden en het vanwege eczeemklachten noodzakelijk is dat een speciaal wasmiddel wordt gebruikt. Eiseres kan maximaal twee waszakken van 8 kilo per week aanbieden. De rechtbank is niet gebleken dat dit in de situatie van eiseres ontoereikend is. Ook is het, blijkens de informatievoorziening en mededeling van de aanbieder, mogelijk het wasmiddel aan te passen als dit vanwege eczeem nodig is. Het standpunt van eiseres dat de algemene voorziening niet passend is, omdat zij ondersteuning nodig heeft bij het sorteren en opruimen van de was, volgt de rechtbank niet. Het college heeft voor het klaarzetten van de was en het opbergen van de was 15 minuten per week aanvullende wasverzorging als maatwerkvoorziening verstrekt. In combinatie met de inzet van de was- en strijkservice is daarmee naar het oordeel van de rechtbank een adequate voorziening voor de wasverzorging toegekend.
4.5
Ten aanzien van de stelling van eiseres dat met de eigen bijdrage voor de algemene voorziening het abonnementstarief uit het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 wordt omzeild, overweegt de rechtbank als volgt. Op basis van artikel 2.1.4, derde lid, van de Wmo 2015 valt een algemene voorziening onder het abonnementstarief wanneer een duurzame hulpverleningsrelatie wordt aangegaan. Bij een was- en strijkservice is daarvan geen sprake, omdat de band tussen betrokkene en hulpverlener niet belangrijk is voor de ondersteuning. Ook gaat het niet om persoonlijke hulpverlening waarbij arbeid de belangrijkste kostencomponent is [2] . Bij de was- en strijkservice is enkel vereist dat eiseres een waszak aan de dienstverlener aanbiedt. De eigen bijdrage die eiseres verschuldigd is valt daarom niet onder het abonnementstarief.
4.6
De rechtbank komt tot de slotsom dat het college terecht heeft geconcludeerd dat de was- en strijkservice een voor eiseres adequate voorliggende algemene voorziening is. Deze staat aan het verstrekken van een maatwerkvoorziening voor het doen van de was- en strijktaken in de weg.

Conclusie en gevolgen

5. Gelet op wat in 3.2 is overwogen, is het beroep gegrond. Het besluit wordt vernietigd voor zover dit ziet op de omvang van de toegekende maatwerkvoorzienig Huishoudelijke Ondersteuning.
6. De rechtbank bepaalt dat aan eiseres voor de periode van 16 april 2023 tot en met
5 april 2029 een maatwerkvoorziening Huishoudelijke Ondersteuning, bestaande uit een basismodule en een module wasverzorging bestaande uit het klaarzetten en opruimen was (15 minuten) voor in totaal afgerond 160 minuten per week.
7. Voor de volledigheid wijst de rechtbank nog op het volgende. Eiseres heeft aangevoerd dat zij zich genoodzaakt heeft gezien om op eigen kosten 60 minuten per week extra hulp bij het huishouden in te kopen. De rechtbank geeft partijen mee onderling vast te stellen welk deel van de ondersteuning die eiseres in de voorliggende periode vanaf 16 april 2023 zelf heeft ingekocht alsnog voor vergoeding in aanmerking komt.
8. Omdat het beroep gegrond is moet verweerder een proceskostenvergoeding aan eiseres betalen. Deze kosten bestaan uit de kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht stelt de rechtbank de vergoeding voor deze kosten vast op € 1.750,- (1 punt voor het indienen van het beroep en 1 punt voor het verschijnen ter zitting; waarde per punt: € 875,-; wegingsfactor 1). Daarnaast moet verweerder het door eiseres betaalde griffierecht vergoeden.

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep gegrond;
  • vernietigt het bestreden besluit;
  • voorziet zelf in de zaak als overwogen in rechtsoverweging 6 en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde deel van het besluit;
  • veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.750,-;
  • gelast verweerder het griffierecht van € 51,- aan eiseres te vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.H.M. Hesseling, rechter, in aanwezigheid van A. van den Ham, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Zie onder meer de uitspraak van de CRvB van 18 mei 2016, ECLI:NL:CRVB:2016:1404.
2.uitspraak van 17 april 2024 van de CRvB, ECLI:NL:CRVB:2024:743.