Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
2.Het standpunt van verzoekster
in de procedures met zaaknummers ZWO 21/1464 en ZWO 21/2025, die tussen verzoekster en de staatssecretaris van Financiën- Fiscaliteit en de Belastingdienst aanhangig zijn, niet onpartijdig is. Door verzoekster is bij de rechtbank een klacht ingediend over een informatiebeveiligingsissue. Bij de afdoening van de klacht is aan verzoekster de mogelijkheid geboden om vervolgstappen te ondernemen door de klacht voor te leggen aan de Procureur-Generaal van de Hoge Raad (P-G). Verzoekster heeft van die mogelijkheid gebruik gemaakt. Het onderzoek van de P-G is nog niet afgerond. Er is dus nog geen definitief uitsluitsel gegeven of de gegevens van verzoekster veilig zijn bij de rechtbank. Zolang dat uitsluitsel er niet is, kan verzoekster geen inhoudelijke uitspraken doen, omdat zij niet weet of haar gegevens bij de rechtbank veilig zijn. Door toch verder te gaan met de behandeling van de zaken stelt de rechtbank haar eigen belang en dat van de staatssecretaris boven het procesbelang van verzoekster. Daarmee schaadt de rechtbank het belang van verzoekster en is zij niet onpartijdig.
3.Het standpunt van mr. A.T. de Kwaasteniet
4.4. De beoordeling
5.De beslissing
16 augustus 2024.