Uitspraak
1.De zaak in het kort
2.De procedure
De opgebouwde studieschuld en de rente dienen maandelijks afgelost te worden gedurende de aflosfase.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 6 augustus 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Stichting Studiefinanciering Curaçao (SSC) en een gedaagde partij die een studieleningsovereenkomst met SSC had gesloten in 2010. De gedaagde, die haar studie in 2011 heeft gestaakt, heeft sindsdien een studieschuld opgebouwd die zij niet volledig heeft afgelost. SSC heeft de gedaagde in 2017 per brief verzocht om de studieschuld af te lossen, maar de gedaagde heeft hierop niet gereageerd. In 2019 is de gedaagde bij verstek veroordeeld tot betaling van een deel van de schuld, maar de resterende schuld is niet voldaan. SSC vordert nu betaling van de resterende studieschuld, inclusief rente en incassokosten.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is en dat het recht van Curaçao van toepassing is. De rechter heeft geoordeeld dat SSC te laat is geweest met het vorderen van een deel van de studieschuld, waardoor deze is verjaard. De gedaagde moet echter nog wel de resterende 40 maandelijkse termijnen betalen, evenals de contractuele rente vanaf 1 oktober 2017. De kantonrechter heeft de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten afgewezen, omdat SSC niet heeft aangetoond dat deze kosten terecht zijn gemaakt. De gedaagde is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten betalen.
De uitspraak benadrukt het belang van tijdige vorderingen en de gevolgen van verjaring in het kader van studieschulden. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 3.787,49, vermeerderd met rente, en de proceskosten van € 1.458,31.