Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
primair), dan wel hieraan medeplichtig is geweest (
subsidiair).
3.De procesafspraken
4.De voorvragen
- het proces-verbaal van de terechtzitting van 11 januari 2024, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
- het proces-verbaal van ambtshandeling (de SBS7-structuur die wordt aangeboden door [medeverdachte] en [verdachte] ) van 31 juli 2019 (AMB-006);
- het proces-verbaal van ambtshandeling (onderzoek aangiften inkomstenbelasting deelnemers SBS7-structuur) van 23 juli 2021 (AMB-034)
- een geschrift, te weten de ambtsedige verklaring fiscaal nadeel [verdachte] van 28 december 2023.
6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
7.De strafbaarheid van verdachte
8.De op te leggen straf of maatregel
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
medeplegen van opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist of onvolledig doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, meermalen gepleegd;
straf
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden;
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 1 (één) jaarde navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
355 (driehonderdvijfenvijftig) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
177 (honderdzevenenzeventig) dagen;
een geldboete van € 3.400,00 (zegge: vierendertighonderd euro);
44 (vierenveertig) dagen.