ECLI:NL:RBOVE:2024:3929
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing herhaalde laattijdige aanvraag Wajong-uitkering door UWV
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Overijssel het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om in aanmerking te komen voor een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong). De aanvraag werd door het UWV afgewezen met het besluit van 13 januari 2023, en het bezwaar tegen deze afwijzing werd bij het bestreden besluit van 14 februari 2024 gehandhaafd. De rechtbank heeft het beroep op 2 juli 2024 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van het UWV.
Eiseres, geboren in 1970, heeft in het verleden meerdere aanvragen voor uitkeringen ingediend, die steeds zijn afgewezen. De rechtbank oordeelt dat de door eiseres aangedragen nieuwe feiten, waaronder een licht verstandelijke beperking en een mogelijke borderline persoonlijkheidsstoornis, onvoldoende zijn om de eerdere afwijzingen te herzien. De rechtbank stelt vast dat de verzekeringsartsen de medische informatie adequaat hebben beoordeeld en dat er geen aanleiding is om te concluderen dat eiseres op haar 18e verjaardag arbeidsongeschikt was. De rechtbank komt tot de conclusie dat de aanvraag om een Wajong-uitkering terecht is afgewezen, en verklaart het beroep ongegrond. Eiseres krijgt geen vergoeding van griffierecht of proceskosten.
De uitspraak is gedaan door rechter M. Eikelenboom, in aanwezigheid van griffier A.A.H. Beenen-Oskam, en is openbaar uitgesproken. Eiseres heeft de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.