ECLI:NL:RBOVE:2024:3539

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
4 juli 2024
Publicatiedatum
4 juli 2024
Zaaknummer
08.168934.22 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in drugshandel en geweldsdelicten

Op 4 juli 2024 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van drugshandel, mishandeling en wapenbezit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte niet aanwezig was tijdens de zitting op 20 juni 2024, waar de officier van justitie zijn vordering heeft gepresenteerd. De tenlastelegging omvatte meerdere feiten, waaronder de handel in cocaïne, MDMA, amfetamine, GHB, hennep, en het voorhanden hebben van vuurwapens. De officier van justitie baseerde haar bewijs op Sky ECC-berichten, die volgens haar de betrokkenheid van de verdachte bij deze activiteiten aantoonden.

De verdediging voerde aan dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen, en dat de Sky ECC-berichten onrechtmatig verkregen bewijs waren. De rechtbank oordeelde dat de bewijsvoering onvoldoende was, omdat de beschuldigingen voornamelijk steunden op berichten uit één bron, zonder aanvullende bewijsmiddelen zoals drugs of wapens die bij de verdachte waren aangetroffen. De rechtbank concludeerde dat er geen wettig en overtuigend bewijs was voor de ten laste gelegde feiten en sprak de verdachte vrij van alle beschuldigingen. Tevens gelastte de rechtbank de teruggave van in beslag genomen contante geldbedragen aan de rechthebbenden en hefte het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08.168934.22 (P)
Datum vonnis: 4 juli 2024
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1992 in [geboorteplaats] (Azerbeidzjan),
wonende aan de [woonplaats].

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van
20 juni 2024.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door de raadsman mr. K. Karakaya, advocaat in Apeldoorn, namens verdachte naar voren is gebracht. Verdachte is niet verschenen.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, na wijziging van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van 21 februari 2023, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:in de periode van juli 2020 tot en met 8 november 2022, al dan niet samen met anderen, heeft bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt, vervoerd, ingevoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad cocaïne, MDMA, amfetamine,
2C-B en LSD;
feit 2:in de periode van september 2020 tot en met 8 november 2022, al dan niet samen met anderen, voorbereidingshandelingen heeft verricht gericht op het bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en invoeren van grote hoeveelheden GHB;
feit 3:in de periode van juli 2020 tot en met 8 november 2022, al dan niet samen met anderen, heeft verkocht, afgeleverd, verstrekt, vervoerd en ingevoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad grote hoeveelheden hennep;
feit 4:in de periode van 7 juli 2020 tot en met 8 juli 2020 al dan niet met voorbedachten
rade een onbekend gebleven persoon heeft mishandeld;
feit 5:in de periode september 2020 tot en met 8 november 2022, al dan niet samen met anderen, een Kalasjnikov en een Glock voorhanden heeft gehad.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van juli 2020 tot
en met 8 november 2022, te [plaats], Zwolle en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens)
opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht
en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of buiten het
grondgebied van Nederland heeft gebracht, in elk geval opzettelijk
aanwezig heeft gehad een (grote) hoeveelheid waaronder
- (ongeveer) 2 kilogram en/of 7 kilogram en/of 1 kilogram en/of 1
kilogram, althans (telkens) een (grote) hoeveelheid van een materiaal
bevattende cocaïne
en/of
- (ongeveer) 46.000 en/of 10.000 en/of 32.000 en/of 11.000 XTC pillen
en/of 14 gram MDMA en/of 14 gram MDMA en/of 14 gram MDMA,
althans (telkens) een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende
MDMA
en/of
- (ongeveer) 35 kilogram amfetamine(pasta) en/of 10 kilogram
amfetamine, althans (telkens) een (grote) hoeveelheid van een materiaal
bevattende amfetamine
en/of
- (ongeveer) 5000 stuks en/of 30 stuks en/of 30 stuks 2C-B
en/of
- (ongeveer) 25000 stuks LSD
in elk geval (steeds) een middel vermeld op de hij de Opiumwet
behorende lijst 1, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel
3a van die wet;
2
hij op één of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van
september 2020 tot en met 8 november 2022, te [plaats], Zwolle en/of
elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens), om een
feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te
weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen,
afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen en/of buiten het
grondgebied van Nederland brengen van (een) (grote) hoeveelhe(i)d(en)
van een materiaal bevattende GHB, zijnde (een) middel vermeld op de
bij de Opiumwet behorende lijst 1, voor te bereiden en te bevorderen
- (telkens) een meer ander(en) heeft getracht te bewegen om die/dat
feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om
daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid en middelen
en inlichtingen te verschaffen en/of
- (telkens) zich en/of een of meer ander(en) gelegenheid, middelen en
inlichtingen tot het plegen van die/dat feit(en) heeft getracht te
verschaffen en/of
- (telkens) voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen en gelden of andere
betaalmiddelen voorhanden gehad, waarvan verdachte wist dat die
bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en),
immers heeft hij verdachte, tezamen en in vereniging met anderen,
althans alleen:
- (telkens) een stof, te weten (een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) (waaronder
2000 liter, 1400 liter en 1200 liter) Gamma-ButyroLactone (GBL), welke
stof benodigd is, althans kan worden gebruikt, bij/voor de bereiding,
verwerking en/of vervaardiging van GHB, gefinancierd, besteld,
geïmporteerd, vervoerd, overgeladen, opgeslagen, verpakt, afgeleverd,
verstrekt, verkocht, geëxporteerd, ter beschikking gesteld en/of
voorhanden gehad en/of doen/laten financieren, bestellen, importeren,
vervoeren, overladen, opslaan, verpakken, afleveren, verstrekken,
exporteren, verkopen, ter beschikking stellen en/of voorhanden hebben
en/of een/of meer internetsite(s) geëxploiteerd met (mede) als doel de
aanprijzing en de verkoop van GBL;
3
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van juli 2020 tot
en met 8 november 2022 te [plaats], Zwolle en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of
afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of binnen en/of buiten het
grondgebied van Nederland heeft gebracht, in elk geval (telkens)
opzettelijk aanwezig heeft gehad,
- (telkens) een (grote) hoeveelheid (waaronder een hoeveelheid van 17
kg), in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een
gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen
van hennep (hasjiesj) waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd,
en/of
- (telkens) een (grote) hoeveelheid (waaronder hoeveelheden van 1 kg
en/of 5 kg), in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram
hennep,
zijnde hasjiesj en/of hennep (een) middel(en) als bedoeld in de bij de
Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde
lid van artikel 3a van die wet;
4
hij in of omstreeks de periode van 7 juli 2020 tot en met 8 juli 2020 te
[plaats], Zwolle, althans in Nederland, al dan niet met voorbedachten
rade een (onbekend gebleven) persoon heeft mishandeld door deze
persoon (gedurende een lange tijd terwijl zijn handen waren
vastgebonden) meermalen en met kracht in/tegen het gezicht en/of het
lichaam te slaan/te stompen;
5
hij in of omstreeks de periode september 2020 tot en met 8 november
2022, te [plaats], Zwolle, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
een of meer vuurwapen(s) te weten een AK (Kalasjnikov) en/of een
Glock,
zijnde/althans (een) wapen(s) van categorie III, voorhanden heeft gehad.

3.De bewijsmotivering

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft het standpunt ingenomen dat de feiten onder 1, 2, 3 en 4 zoals deze ten laste zijn gelegd wettig en overtuigend kunnen worden bewezen. Zij baseert zich daarbij op de Sky ECC-berichten zoals die zijn opgenomen in het procesdossier. Die berichten gaan over de handel in harddrugs en softdrugs, de voorbereidingshandelingen en een mishandeling. Ook verwijst zij naar de processen-verbaal van identificatie van verdachte als de gebruiker van de Sky-accounts [accountnaam 1] en [accountnaam 2]. Tenslotte verwijst de officier van justitie naar de Samsung-telefoon die tijdens de doorzoeking bij verdachte op 8 november 2022 is aangetroffen en waarvan de vader van verdachte aangaf dat deze telefoon van verdachte was. In die Samsung telefoon zijn eveneens drugsgerelateerde berichten aangetroffen.
Van het onder 5 tenlastegelegde dient verdachte te worden vrijgesproken, nu er in de chats slechts gesproken werd over wapens. Foto’s of specifieke informatie ten aanzien van deze wapens ontbreekt waardoor de wapens niet gekwalificeerd konden worden, aldus de officier van justitie.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich primair op het standpunt gesteld dat verdachte van alle ten laste gelegde feiten moet worden vrijgesproken, omdat wettig en overtuigend bewijs ontbreekt. Alle chats van de Sky-accounts [accountnaam 2] en [accountnaam 1] moeten van het bewijs worden uitgesloten, nu sprake is van onrechtmatig verkregen bewijs en van schending van
artikel 6 van het EVRM. Subsidiair heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat er onvoldoende bewijs is voor de stelling dat verdachte de gebruiker is van de Sky-accounts [accountnaam 2] en [accountnaam 1]. Meer subsidiair heeft de raadsman bepleit dat niet voldaan is aan het wettelijke bewijsminimum (er is namelijk één bron, de Sky-hack), dat niet gesteld kan worden dat wat in de chats besproken is, ook daadwerkelijk heeft plaatsgevonden, dat ten aanzien van de feiten 1, 2 en 3 op basis van de chats en foto’s niet kan worden vastgesteld dat het daadwerkelijk om drugs ging en dat op basis van de chats niet kan worden vastgesteld dat een persoon is mishandeld en dat verdachte daadwerkelijk vuurwapens voorhanden heeft gehad.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste is gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Om tot een veroordeling voor de ten laste gelegde feiten te kunnen komen, moet er sprake zijn van wettig en overtuigend bewijs. Van wettig bewijs is sprake als er bewijsmiddelen zijn uit verschillende bronnen of als de bewijsmiddelen uit één bron worden ondersteund door andere feiten en omstandigheden. Uit die bewijsmiddelen moet de rechtbank vervolgens ook de overtuiging krijgen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft gepleegd.
De rechtbank stelt vast dat de verdenkingen tegen verdachte gebaseerd zijn op de in het procesdossier aanwezige Sky ECC-berichten. Deze berichten komen naar het oordeel van de rechtbank allemaal uit één bron, namelijk de gekraakte berichtendienst Sky ECC. Dat door het Openbaar Ministerie wordt verwezen naar meerdere chatsessies van de Sky-accounts [accountnaam 1] en [accountnaam 2] met verschillende andere gebruikers van Sky ECC en naar een aantal afbeeldingen die de tekstberichten zouden ondersteunen, maakt dit niet anders. In het procesdossier zijn geen andere bewijsmiddelen opgenomen die de inhoud van de berichten ondersteunen. Zo is er niet daadwerkelijk bij verdachte een Sky ECC-telefoon aangetroffen en zijn er geen drugs en wapens bij hem aangetroffen, zijn er geen drugs en wapens onderzocht en hebben er geen observaties van verdachte plaatsgevonden. Hierdoor is de inhoud van de berichten niet te toetsen. Dit geldt ook ten aanzien van de ten laste gelegde mishandeling, nu er slechts sprake is van één chat waarin de gebruiker van account [accountnaam 2] zegt dat hij iemand gaat mishandelen.
Ongeacht of verdachte de eigenaar van de Samsung-telefoon en de gebruiker van de
Sky-accounts [accountnaam 1] en [accountnaam 2] is, concludeert de rechtbank dat het belastende materiaal in het dossier zo weinig ondersteuning vindt in de vijf zaakdossiers dat de ten laste gelegde feiten niet wettig bewezen kunnen worden. De rechtbank is dan ook van oordeel dat hierdoor het wettig bewijs voor de ten laste gelegde feiten ontbreekt. Zij spreekt verdachte daarom vrij van alle ten laste gelegde feiten.

4.De inbeslaggenomen voorwerpen

Nu verdachte wordt vrijgesproken van de feiten in verband waarmee de verschillende geldbedragen in beslag zijn genomen, zal de rechtbank het klassiek beslag opheffen en de teruggave van deze geldbedragen aan de rechthebbenden gelasten.

5.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3, 4, en 5 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
de in beslag genomen voorwerpen
- gelast de teruggave van het in beslag genomen voorwerp, te weten het contante geld á
€ 6.450,00 (PL0600-2021546265-2857905) aan de rechthebbende;
- gelast de teruggave van het in beslag genomen voorwerp, te weten het contante geld á
€ 700,00 (PL0600-2021546265-2857912) aan de rechthebbende;
- gelast de teruggave van het in beslag genomen voorwerp, te weten het contante geld á
€ 1.620,00 (PL0600-2021546265-2857916) aan de rechthebbende;
- gelast de teruggave van het in beslag genomen voorwerp, te weten het contante geld á
€ 900,00 (PL0600-2021546265-2857922) aan de rechthebbende;
opheffing geschorste bevel voorlopige hechtenis
- heft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op met ingang van heden.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.H. Meijer, voorzitter, mr. J. de Ruiter en mr. J.L. Souman, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R. van der Hulst, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 4 juli 2024.
Buiten staat
Mr. J.L. Souman is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.