ECLI:NL:RBOVE:2024:3521
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van WIA-uitkering en beoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel, gedateerd 3 juli 2024, wordt het beroep van eiser tegen de beëindiging van zijn WIA-uitkering beoordeeld. Eiser had bezwaar gemaakt tegen het besluit van het UWV, waarin zijn arbeidsongeschiktheid werd vastgesteld op 31,48%, wat leidde tot de beëindiging van zijn uitkering per 10 december 2023. De rechtbank concludeert dat de verzekeringsartsen een juist beeld hebben van eisers medische situatie en dat de berekening van het arbeidsongeschiktheidspercentage correct is. Eiser, die lijdt aan fibromyalgie en een aanpassingsstoornis, betoogde dat zijn beperkingen niet adequaat waren meegenomen in de beoordeling. De rechtbank oordeelt echter dat de verzekeringsartsen de juiste beperkingen hebben vastgesteld en dat er geen aanleiding is om aan hun conclusies te twijfelen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat het UWV terecht heeft besloten dat eiser niet meer in aanmerking komt voor een WIA-uitkering. Eiser krijgt geen vergoeding van proceskosten en het griffierecht wordt niet teruggegeven.