Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.[eiser]
2.
[eiseres],
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- de conclusie van antwoord;
- de brief van de rechtbank waarin is meegedeeld dat een mondelinge behandeling is bepaald;
3.De feiten
(…)
2.Indeling van beleggers en beleggersprofiel
► niet-professionele beleggers;
2. Voordat u gaat beleggen moet de bank u indelen bij één van deze drie groepen beleggers. De bank informeert u hierover. (…)
(…)
3.Manieren van beleggen
► u kunt zelfstandig beleggen bij de bank (‘execution only’);
9.Krediet en dekkingswaarde(…)
De uitkomst of u een dekkingstekort heeft geldt totdat de bank op de volgende werkdag weer een nieuwe berekening heeft gemaakt.
► al uw beleggingsproducten te verkopen of een deel daarvan; of
(…)
► al uw beleggingsproducten verkopen of een deel daarvan (…)
1. Heeft u een geschreven optie op uw beleggingsrekening? Dan moet u daarvoor zekerheid aanhouden voor een bepaald bedrag. Dit noemen we de marginverplichting. De margin is in geld uitgedrukt. De margin moet u aanhouden als dekking voor het risico dat u loopt op een geschreven optie. De bank berekent uw marginverplichting minimaal één keer per dag, in ieder geval voordat de beurs in Nederland open gaat. (…)
2. U kunt aan uw marginverplichting voldoen door zekerheid aan te houden voor een bepaald bedrag in de vorm van:
5.5. Dekkingswaarde en ongeregelde roodstand(…)
2. (…) Heeft u tijdens de 5-dagen procedure (weer) een dekkingstekort? Dan waarschuwt de bank u hier niet voor. Tijdens deze procedure is het alleen van belang of u op de vierde en vijfde werkdag wel of geen dekkingstekort heeft.
Op 05-03-2020 kijken wij ’s ochtends één keer of er nog een dekkingstekort is. Zien wij dat u geen tekort meer heeft? Dan beëindigen wij de procedure. Zien wij dat u nog steeds een tekort heeft? Dan kijken wij in de nacht van 05-03-2020 op 06-03-2020 nog één keer of u een dekkingstekort heeft. Zien wij dat u nog steeds een tekort heeft? Dan bepalen wij op 06-03-2020 welke maatregelen wij nemen om uw tekort van dat moment op te heffen. Wij kunnen bijvoorbeeld beleggingsproducten verkopen, geschreven opties terugkopen of orders laten vervallen. (…)
Meneer heeft direkt een paar optie orders opgegeven om hiermee te trachten weer binnen de lijntjes te komen. (…)
Meneer heeft de nodige akties ondernomen, het terugkopen van puts, echter nog volstrekt onvoldoende om de overstand op te heffen. Hem aangegeven dat vandaag de mensen van Risicobewaking dan zelf aktie gaat ondernemen (5 dagen zijn gepasseerd) om zodoende de portefeuille weer in het gareel te krijgen. Mokkend gaat meneer hier dan mee akkoord, ondanks dat hij de mening is toegedaan dat een aantal aandelen op dit moment wel heel erg goedkoop zijn geworden en hij er geen bezwaar tegen heeft als ze zouden worden geleverd.
Wij roepen u op posities te sluiten, u kunt nu nog zelf bepalen welke posities er naar uw mening gesloten mogen worden. Dit om te voorkomen dat de bank donderdag wederom naar posities voor u gaat sluiten.
€ 195.000,- (…) Met deze terug koop actie neemt uw margin met ca. € 655.000,- af.
4.Het geschil
5.De beoordeling
De bijzondere zorgplicht strekt mede ter bescherming van de cliënt tegen het gevaar van een gebrek aan kunde en inzicht of van eigen lichtvaardigheid en is niet beperkt tot een bepaald type beleggingsdienstverlening. Zo heeft de Hoge Raad herhaaldelijk een bijzondere zorgplicht aangenomen in geval van execution only-dienstverlening (vgl. de Conclusie van A-G Assink vóór HR 22 januari 2021, onder 3.6, en de rechtspraak waarnaar daar wordt verwezen, ECLI:NL:PHR:2020:810). De omvang van de zorgplicht hangt af van de omstandigheden van het geval.
Volgens [eiser] heeft de bank vanwege een vermeend dekkingstekort als bedoeld in artikel 9.3 lid 1 AV Beleggen de 5-dagenprocedure c.q. de liquidatieplicht toegepast, terwijl een dergelijk “eigenlijk dekkingstekort” op grond van artikel 85 BGfo hooguit tot een blokkeringsplicht aan de zijde van de bank had moeten leiden. [eiser] hoefde niet, zo stelt hij, te verwachten dat de bank bij zo’n dekkingstekort tot sluiting van bestaande posities zou overgaan en meent dat de bank in artikel 9.4 van de AV Beleggen ten onrechte het zwaardere regime van artikel 86 lid 2 BGfo van toepassing verklaart op een situatie van een dekkingstekort als bedoeld in artikel 9.3 lid 1 AV Beleggen. [eiser] betwist bovendien dat van een “oneigenlijk dekkingstekort” vanwege marginverplichtingen (een margintekort dus) in de zin van artikel 5.1 AV Opties sprake is geweest.
door een marginverplichting. Uit de berekeningen van het betreffende dekkingstekort die op de tweede pagina van de brieven in kwestie zijn terug te vinden blijkt vervolgens dat dit laatste aan de orde is. In de optelsom die in het kader van die berekeningen is gemaakt staan immers de marginverplichtingen genoemd en uit die optelsom volgt dat het dekkingstekort door die verplichtingen is ontstaan. [eiser] heeft onvoldoende feiten en omstandigheden aangevoerd op grond waarvan desalniettemin zou moeten worden aangenomen dat de bank vanwege een vermeend dekkingstekort als bedoeld in artikel 9.3 van de AV Beleggen heeft ingegrepen. De rechtbank gaat er dus van uit dat dit niet het geval is en passeert de stelling van [eiser] dat er geen juridische grondslag was voor het toepassen van de 5-dagenprocedure.
[eiser] meent dat het bovendien onzorgvuldig en onprofessioneel is dat de bank niet haar geduld heeft bewaard en rustig heeft afgewacht maar direct op het (kortstondige) dieptepunt van de markt tot het sluiten/de koop van posities is overgegaan. Volgens [eiser] heeft de bank daarmee haar plicht tot schadebeperking miskend.
nietingreep. Ter bescherming van de positie van haar cliënten en zichzelf heeft de bank dus goede redenen om strak de hand te houden aan de afspraken die partijen hebben gemaakt over de bewaking van beleggingsrisico’s en de wijze waarop bij een te groot risico wordt ingegrepen. Dat het met de wetenschap van nu voor de beleggingsportefeuille van [eiser] beter zou zijn geweest als de bank niet had ingegrepen, kan in het licht hiervan niet aan de bank worden tegengeworpen. Dit geldt temeer nu [eiser] onder meer handelde in geschreven opties, hetgeen een groot risico meebrengt bij sterke koersbewegingen, zoals door de bank uiteen is gezet en door [eiser] inhoudelijk niet is weersproken.
[omschrijving]) en die termijn ziet dus ook op het stellen van aanvullende zekerheden door de belegger. Dit betekent dat er maximaal vijf werkdagen mogen zitten tussen het moment dat de bank de belegger via de 5-dagenbrief waarschuwt voor het margintekort en het sluiten van posities door de bank. Gelet hierop is het logisch dat de bank bij het per post verzenden van de 5-dagenbrief de dag van verzending van die brief als eerste dag aanmerkt, aangezien de bank bij het niet stellen van aanvullende zekerheden uiterlijk op de vijfde werkdag na het versturen van de 5-dagenbrief tot actie moet overgaan. Overigens zou een 4-dagenregeling ook in het wettelijk kader passen, nu artikel 86 lid 2 BGfo spreekt over het zo spoedig mogelijk maar uiterlijk binnen vijf werkdagen sluiten van posities.
De wijze waarop de bank in artikel 9.4 AV Beleggen vorm heeft gegeven aan de liquidatieplicht is naar het oordeel van de rechtbank dus wel degelijk in overeenstemming met het bepaalde in artikel 86 lid 2 BGfo.
gevolg, maar de onvoorzienbare
oorzaakbeslissend is. De plotselinge tijdelijk terugval van beurskoersen in maart 2020 was het gevolg van een onvoorziene oorzaak, namelijk de uitzonderlijke overheidsmaatregelen ter bescherming van de volksgezondheid die vanwege de coronacrisis werden genomen. De bank had die buitengewone omstandigheden in haar handelen moeten verdisconteren en door desalniettemin eenzijdig in te grijpen in de beleggingsportefeuille van [eiser] is zij toerekenbaar tekort geschoten jegens hem, aldus steeds [eiser].
[eiser] wijst er verder op dat hij voor een bedrag van € 390.000,00 aan stortingen heeft gedaan die als dekkingsmiddel gebruikt hadden kunnen worden en stelt zich daarnaast op het standpunt dat de bank ook heeft nagelaten om hem direct en adequaat te informeren over alle vormen van aanvullende financiële zekerheidsstelling die in aanmerking komen als dekkingsmiddelen. Volgens [eiser] heeft de bank hem zelfs tegengewerkt door (ook) elke aanvullende kredietstelling uit te sluiten, net als andere zekerheidsstellingen uit zijn vermogen, waartoe ook zijn hypotheekvrije woning en andere onroerende zaken behoorden. [eiser] verwijt de bank bovendien dat zij de kredietruimte op de betaalrekening op het moment suprême heeft opgeheven en dus niet heeft gebruikt als dekkingsmiddel voor het margintekort, alsmede dat zij heeft geweigerd om met [eiser] in overleg te treden over de verkoop van aandelen of het ‘closen’ van opties. Volgens [eiser] is er al met al aantoonbaar van een daadwerkelijk dekkingstekort dus geen sprake geweest.