ECLI:NL:RBOVE:2024:3404
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van boetes opgelegd door het CAK wegens het niet afsluiten van een zorgverzekering
In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, wordt het beroep van eiseres tegen de boetes die het Centraal Administratiekantoor (CAK) aan haar heeft opgelegd, beoordeeld. Eiseres heeft bij besluiten van 7 juli 2023 en 16 oktober 2023 een boete van € 472,25 ontvangen omdat zij geen zorgverzekering heeft afgesloten, ondanks herhaalde aanmaningen van het CAK. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze besluiten, maar het CAK heeft in het bestreden besluit van 28 december 2023 de boetes gehandhaafd. De rechtbank heeft het beroep op 16 mei 2024 behandeld, waarbij zowel eiseres als de gemachtigde van het CAK aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat eiseres, als ingezetene van Nederland, verplicht is om een zorgverzekering af te sluiten op grond van de Zorgverzekeringswet (Zvw). Eiseres heeft niet binnen de gestelde termijnen een zorgverzekering afgesloten, wat het CAK verplichtte om boetes op te leggen. De rechtbank oordeelt dat de omstandigheden die eiseres heeft aangevoerd, zoals haar werk als counselor en haar financiële situatie, geen reden zijn om de boetes te verlagen of kwijt te schelden. De rechtbank benadrukt dat de plicht om een zorgverzekering af te sluiten voortvloeit uit de wet en dat de solidariteit binnen het verzekeringsstelsel van groot belang is voor de volksgezondheid.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres de boetes moet betalen en geen vergoeding van proceskosten ontvangt. De uitspraak is gedaan door mr. F. Koster, rechter, en is openbaar uitgesproken op 28 juni 2024.