ECLI:NL:RBOVE:2024:2672
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Last onder dwangsom voor landschapsmaatregelen bij bestemmingsplan; geen zicht op legalisatie; beroep ongegrond
In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, wordt het beroep van eiser tegen een last onder dwangsom beoordeeld. Eiser, eigenaar van een perceel, is door het college van burgemeester en wethouders van Tubbergen gelast om uiterlijk 15 november 2023 volledig uitvoering te geven aan landschapsmaatregelen zoals vastgelegd in een ruimtelijk kwaliteitsplan dat bij het bestemmingsplan hoort. De last is verbonden aan een dwangsom van € 30.000,--. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze last, maar het college heeft het bezwaar ongegrond verklaard en het primaire besluit gehandhaafd. De rechtbank heeft op 29 februari 2024 de zaak behandeld, waarbij de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat het college terecht bij de oplegging van de last is gebleven. De rechtbank stelt vast dat eiser niet heeft voldaan aan de verplichtingen uit het kwaliteitsplan, zoals het aanplanten van inheems bosplantsoen en het uitvoeren van landschapsmaatregelen. De rechtbank concludeert dat er geen concreet zicht op legalisatie is, aangezien er geen ontvankelijke aanvraag voor afwijkend gebruik is ingediend. Eiser heeft ook geen bewijs geleverd voor zijn stelling dat hij niet strenger wordt behandeld dan andere bedrijven in de omgeving, wat zijn beroep op het gelijkheidsbeginsel niet onderbouwt.
De rechtbank oordeelt verder dat de begunstigingstermijn en de hoogte van de dwangsom niet onredelijk zijn. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, en de rechtbank bevestigt dat de last onder dwangsom in stand blijft. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.