Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
[gedaagde 1], in haar hoedanigheid van executeur van de nalatenschap van de heer
[overledene], overleden op [overlijdensdatum] 2019, alsmede in haar privé hoedanigheid,
2.
[gedaagde 2],
1.De zaak in het kort
2.De procedure
3.De verdere beoordeling
op grond van artikel 3:194 lid 2 BW zijn aandeel in de vordering van de nalatenschap op hem voor wat betreft het bedrag van NZD 486.487,88 heeft verbeurd aan [gedaagde 1] en [eiseres], althans in goede justitie een bedrag te bepalen”. Daarnaast vordert [gedaagde 1] – kort gezegd – dat [gedaagde 2] zal worden veroordeeld tot uitvoering van deze verklaring, alsmede in de proceskosten.
NZD 117.337,96
4.De beslissing
12 juni 2024komt voor een akte van beide partijen ([eiseres] en [gedaagde 1]), waarin zij zich beiden kunnen uitlaten over de verdeling zoals opgenomen in r.o. 3.6 - 3.13 van dit vonnis.
twee weken vóór de roldatumde (concept-)akte moeten toesturen, zodat zij ieder in hun eigen akte ook kunnen reageren op de standpunten van de wederpartij;