Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.Het afdoeningsvoorstel
- de feiten zoals die zijn opgenomen op de dagvaarding bewezen kunnen worden verklaard;
- de officier van justitie een gevangenisstraf vordert voor de duur van 33 maanden.
- door de verdediging worden geen bewijsverweren gevoerd;
- door de verdediging en het openbaar ministerie wordt geen hoger beroep ingesteld indien de rechtbank komt tot een bewezenverklaring en strafoplegging conform de tussen de verdachte/verdediging en het openbaar ministerie gemaakte afspraken;
- verdachte zal door het openbaar ministerie niet worden vervolgd voor soortgelijke feiten zoals die zouden kunnen blijken uit de door de Nederlandse opsporingsautoriteiten verkregen cryptocommunicatie van de platform SkyECC met het account Sky-ID [gebruikersnaam] .
- verdachte hoeft geen (nadere) verklaring af te leggen.
Gelet op het bovenstaande komen het openbaar ministerie en verdachte overeen dat:
geen bewijsverweren voert en al ingediende onderzoekswensen op zitting dan wel
voorafgaande aan de zitting schriftelijk intrekt;
- geen (nadere) verklaring hoeft af te leggen;
- zich niet aan de tenuitvoerlegging van de straf zal onttrekken;
- afstand doet van de voorwerpen/goederen op de aan de overeenkomst aangehechte lijst (betreffende goederen die onder verdachte in beslag zijn genomen en aan hem toebehoren), die gezamenlijk een waarde vertegenwoordigen van meer dan 200.000,-- euro, zodat (vordering tot) verbeurdverklaring achterwege kan blijven.
Ter terechtzitting een strafeis van 33 maanden gevangenisstraf zal vorderen;
Er zal geen ontnemingsvordering worden ingediend.
4.De voorvragen
5.De beoordeling van het afdoeningsvoorstel met betrekking tot het bewijs
- de rechtbank houdt een eigen verantwoordelijkheid ervoor te zorgen dat de behandeling en de beoordeling van de strafzaak plaatsvinden overeenkomstig de geldende wettelijke bepalingen, met name de artikelen 348 en 350 Sv;
- verdachte is voorzien van rechtsbijstand;
- de inhoud van het afdoeningsvoorstel is op de openbare terechtzitting besproken;
- de rechtbank heeft vastgesteld dat verdachte vrijwillig, op basis van voldoende en duidelijke informatie en terwijl hij zich bewust was van de rechtsgevolgen, is gekomen tot de ondubbelzinnige beslissing mee te werken aan het afdoeningsvoorstel en de daarmee gespaard gaande afstand van verdedigingsrechten.
6.De bewezenverklaring
7.Het bewijs
8.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
medeplegen van gewoontewitwassen
medeplegen van gewoontewitwassen
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.
9.De strafbaarheid van verdachte
10.De op te leggen straf of maatregel
11.De toegepaste wettelijke voorschriften
12.De beslissing
medeplegen van gewoontewitwassen;
medeplegen van gewoontewitwassen;
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.
gevangenisstrafvoor de duur van
33 (drieëndertig) maanden;