ECLI:NL:RBOVE:2024:2253
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen UWV-besluit over Ziektewetuitkering niet-ontvankelijk verklaard
In deze procedure heeft eiser op 14 augustus 2023 een bezwaarschrift ingediend tegen een besluit van het UWV van 18 juli 2023, waarbij hem een uitkering op grond van de Ziektewet (ZW) is geweigerd. De klachten van eiser waren echter gericht tegen een eerder besluit van het UWV van 21 juli 2017, waarbij zijn ZW-uitkering na de eerstejaars ZW-beoordeling was beëindigd. Het UWV verklaarde het bezwaarschrift niet-ontvankelijk omdat het te laat was ingediend. De rechtbank oordeelt dat het UWV terecht tot deze beslissing is gekomen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift zes weken bedraagt, en dat deze termijn is verstreken. Eiser betwist niet dat de bezwaartermijn is verstreken, maar stelt dat zijn psychische klachten hem hebben belet om tijdig bezwaar te maken. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de psychische gesteldheid van eiser na de beslissing van 21 juli 2017 niet dusdanig was dat hij niet in staat was om tijdig bezwaar te maken. Eiser heeft in de periode na de beslissing van 2017 verschillende activiteiten ondernomen, waaronder het aanvragen van een WW-uitkering en het voeren van gesprekken bij het werkbedrijf.
De rechtbank concludeert dat het UWV het bezwaar van eiser terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard, wat betekent dat hij geen gelijk krijgt en het UWV het bezwaarschrift terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Eiser krijgt daarom het griffierecht niet terug.