ECLI:NL:RBOVE:2024:2236

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
24 april 2024
Publicatiedatum
25 april 2024
Zaaknummer
C/08/311977 / KG ZA 24-66
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van een appartement in het kader van zorgverlening en huurbescherming

In deze zaak gaat het om een kort geding tussen eiseres en Stichting Ambiq over het recht van eiseres om in haar appartement te blijven wonen. Eiseres stelt dat zij recht heeft op huurbescherming en vordert toegang tot de woning en een verbod voor Ambiq om te ontruimen. Ambiq daarentegen stelt dat eiseres enkel recht heeft op zorg op basis van een Wlz-indicatie en vordert ontruiming van de woning. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van eiseres in conventie af en geeft Ambiq gelijk in reconventie. Eiseres moet de proceskosten van Ambiq betalen. De voorzieningenrechter oordeelt dat de zorgovereenkomst tussen eiseres en Ambiq geen huurbescherming biedt en dat de ontruiming gerechtvaardigd is, gezien de omstandigheden en de zorgplicht van Ambiq. Eiseres heeft geen recht op schadevergoeding omdat er geen sprake is van eigenrichting door Ambiq. De voorzieningenrechter gelast eiseres om binnen 14 dagen haar eigendommen uit het appartement te verplaatsen naar een andere locatie.

Uitspraak

RECHTBANK Overijssel

Civiel recht
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer: C/08/311977 / KG ZA 24-66
Vonnis in kort geding van 24 april 2024
in de zaak van
[eiseres],
te [woonplaats 1] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiseres] ,
advocaat: mr. D.F. Briedé,
tegen
STICHTING AMBIQ,
te Hengelo,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Ambiq,
advocaat: mr. S.M. Steegmans.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 25 maart 2024 met producties,
- de conclusie van antwoord in kort geding in conventie, tevens houdende eis in reconventie met producties,
- de mondelinge behandeling van 10 april 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
- de pleitnota van [eiseres] ,
- de pleitnota van Ambiq.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De inleiding: waar de zaak over gaat

Partijen zijn met elkaar in discussie over de vraag of [eiseres] het recht heeft te mogen blijven wonen in het appartement aan de [adres 1] . [eiseres] vindt van wel en Ambiq vindt van niet. Volgens [eiseres] is er sprake van huurbescherming of woonrecht. Daarom vordert [eiseres] toegang tot de woning en een verbod voor Ambiq om te ontruimen. Ook vordert [eiseres] een voorschot aan schadevergoeding. Ambiq daarentegen stelt dat [eiseres] enkel aanspraak kan maken op zorg op grond van de afgegeven indicatie van de Wlz. Daarom vordert Ambiq ontruiming van de woning door [eiseres] .
De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van [eiseres] in conventie af. De vorderingen van Ambiq in reconventie wijst de voorzieningenrechter toe. Ook moet [eiseres] de proceskosten van Ambiq betalen. De motivering van deze beslissingen volgt hierna.

3.De feiten in conventie en in reconventie

3.1.
Per 19 april 2021 is [eiseres] voor bepaalde tijd opgenomen bij Ambiq op grond van een door het CIZ afgegeven Wet langdurige zorg (Wlz) indicatie.
3.2.
[eiseres] verblijft sinds 19 april 2021 in [locatie] aan de [adres 1] . Tussen [eiseres] en Ambiq is een zorg- en dienstverleningsovereenkomst gesloten. Op de overeenkomst zijn de algemene voorwaarden zorgverlening van toepassing verklaard.
3.3.
Op 19 april 2021 is tussen [eiseres] en Ambiq ook een sleutel/borgcontract gesloten. Voor zover van belang staat in dit contract opgenomen:
‘(…)
Ben het er mee eens dat bij het bewonen van het appartement en de daarbij horende begeleiding een aantal afspraken worden gemaakt. Ik ga er mee akkoord dat er maatregelen kunnen worden genomen wanneer ik me hieraan niet houd.(…)
Ambiq mag ten alle tijden kamer- en appartement zoekingen uitvoeren.(…)
Wanneer ik mij ondanks waarschuwing(en) niet houd aan de leefregels, afspraken of samenwerking met de begeleiding. Of wanneer ik langer dan 3 weken niet in het appartement aanwezig ben (tenzij anders afgesproken) heeft Ambiq het recht de overeenkomst Appartement [adres 1] onmiddellijk op te zeggen.(…)’.
3.4.
Op 14 december 2021 heeft [eiseres] haar eerste ‘time-out’ ontvangen, omdat [eiseres] zich niet aan de gemaakte afspraken hield.
3.5.
Op 21 februari 2023 heeft tussen Ambiq en [eiseres] een behandelplanbespreking plaatsgevonden. Voor zover van belang staat daarin opgenomen:
‘(…)
Evaluatie doelen1. Samen met begeleiding zoek ik naar een vervolgplek die bij mij past.(…)
Tijdens de vorige behandelplanbespreking is wel afgesproken dat wij samen op zoek gaan naar een nieuwe woonplek. Ook door alles wat er hier al gebeurd is, hebben wij afgesproken met wederzijdse instemming dat je op zoek gaat naar wat anders.(…)’.
3.6.
Op 30 mei 2023 heeft Ambiq via een notitie aan het Zorgkantoor gerapporteerd over de stand van zaken van de behandeling van [eiseres] . Voor zover van belang staat in de notitie:
‘(…)
De behandeling van [eiseres] binnen het [locatie] bestaat uit ups en downs wat passend is bij haar problematiek.
Dit maakt dat [eiseres] in september 2021 al heeft aangegeven te twijfelen over haar verblijf op het [locatie](…)
[eiseres] gaf toen al aan dat zij denkt dat het beter met haar gaat als zij geen toezicht heeft.(…)
[eiseres] laat momenten zien waarbij het heel goed gaat en gemotiveerd is, maar de afgelopen periode bestaat veelal uit weerstand en uit contact gaan. Begeleiding is in strijd met [eiseres]. (…)
Samen met [eiseres] is uiteindelijk geconstateerd dat het [locatie] niet meer passend is, begeleiding op afstand lijkt beter aan te sluiten. Dit maakt dat we met elkaar actief op zoek zijn naar een passende vervolgplek.(…)
Op dit moment loopt het vinden van een vervolgplek in samenwerking met [eiseres] , maar er bestaat een risico dat het vinden van een vervolgplek te vrijblijvend blijft. De betrokken partijen adviseren dat Ambiq een grens moet trekken en dat [eiseres] gaat ervaren dat er consequenties zijn als afspraken etc. niet na worden gekomen(…)
[eiseres] krijgt nu continu van alles aangeboden, waardoor zij niet in actie komt en zich niet verder ontwikkelt.(…)’.
3.7.
Op 26 juli 2023 heeft [eiseres] op grond van de Wlz nader zorg aangevraagd.
3.8.
Op 4 augustus 2023 heeft tussen Ambiq en [eiseres] een behandelplanbespreking plaatsgevonden. Ook tijdens deze bespreking is gesproken over het zoeken van een vervolgplek, waarbij Ambiq heeft opgemerkt dat [eiseres] de gemaakte afspraken daarover niet nakomt.
3.9.
Op 6 september 2023 heeft Ambiq gerapporteerd aan het Zorgkantoor, samengevat, omdat [eiseres] steeds de beschikbare vervolgplaatsen afwijst.
3.10.
Bij brief van 21 september 2023 heeft het CIZ een indicatiebesluit afgegeven, in antwoord op de aanvraag als bedoeld onder r.o. 3.7. [eiseres] heeft recht op zorg op grond van de Wlz tot 27 augustus 2024. Het soort zorg is omschreven als: ‘
Zorgprofiel LVG 03: wonen met intensieve behandeling en begeleiding, kleine groep’.
3.11.
Op 25 oktober 2023 heeft tussen Ambiq en [eiseres] een gesprek plaatsgevonden. Dat wat is besproken, is vervolgens bij brief van 27 oktober 2023 aan [eiseres] bevestigd. In deze brief staat dat de begeleiding en het toezicht vanuit [locatie] per 3 november 2023 stopt. [eiseres] zou met de begeleiders blijven zoeken naar een zelfstandige woonplek. Ook staat in de brief dat het appartement geen hotelkamer is voor verblijf. Verder zijn er afspraken gemaakt waar [eiseres] zich aan moet houden.
3.12.
Bij e-mail van 21 december 2023 laat [eiseres] aan Ambiq weten dat ze de brief
(r.o. 3.11.) heeft gelezen en ermee akkoord gaat.
3.13.
Op 17 januari 2024 heeft een behandelplanbespreking plaatsgevonden, waarin onder andere is verwezen naar de afspraken zoals gemaakt op 25 oktober 2023.
3.14.
Ambiq heeft op 30 januari 2024 een brief aan [eiseres] gestuurd. Samengevat staat in deze brief dat het verblijf van [eiseres] aan de [adres 1] per 29 februari 2024 wordt beëindigd.
Er zijn meer klachten (overlast) bij de clustermanager binnengekomen aangaande de nachtsituaties. Dat is niet conform de gemaakte afspraken en waarvoor [eiseres] akkoord heeft getekend. Van [eiseres] wordt verwacht dat zij voor 29 februari 2024 een eigen woonplek regelt, waarbij de ambulante begeleiders haar kunnen ondersteunen.
3.15.
Op 1 februari 2024 heeft [eiseres] een WhatsApp gestuurd aan ( [naam] van) Ambiq, waarin zij zegt open te staan voor alle opties, zolang het maar met een eigen badkamer en keuken is. Ook schrijft [eiseres] dat hoe eerder er ergens een plek is waar zij niks hoeft te delen, hoe sneller zij weg gaat uit haar woning.
3.16.
Op 7 februari 2024 zijn er meerdere alternatieve verblijfopties aan [eiseres] gestuurd. [eiseres] heeft hier niet op gereageerd.
3.17.
Bij e-mail van 8 februari 2024 heeft Ambiq [eiseres] laten weten dat als zij per
29 februari 2024 nog geen alternatieve woonruimte heeft, zij naar [adres 2]
[adres 2] kan.
3.18.
Bij e-mail van 21 februari 2024 heeft mr. Briedé Ambiq – samengevat – gevraagd om een afschrift van de zorgovereenkomst met bijbehorende voorwaarden. [eiseres] gaat geen gehoor geven aan het verzoek van Ambiq om de woning op te leveren. Ook is Ambiq erop gewezen dat het haar niet is toegestaan om eenzijdig inbreuk te maken en een ontruiming zelf uit te laten voeren zonder voorafgaande uitspraak van de kantonrechter. Ten slotte is Ambiq verzocht om te bevestigen dat zij de woonruimte niet zal betreden en/of hieruit spullen zal verwijderen in afwezigheid van [eiseres] .
3.19.
Bij brief van 26 februari 2023 heeft Ambiq gereageerd. In de brief staat onder meer dat de situatie van [eiseres] het afgelopen jaar dusdanig is veranderd, dat zorg op deze locatie niet meer mogelijk is. Ambiq kan [eiseres] blijven helpen, maar dan op een locatie elders en in een zorgvorm die zij nodig heeft. Ambiq schrijft ook dat zij het appartement niet zal betreden zonder aanwezigheid van [eiseres] . Verder vraagt Ambiq om met een redelijk tegenvoorstel te komen, bij gebreke waarvan Ambiq zich zal beraden op passende vervolgstappen.
3.20.
Bij e-mail van 28 februari 2024 heeft Ambiq via mr. Briedé [eiseres] gesommeerd elders te verblijven, in een zorgvorm die zij nodig heeft. Binnen Ambiq betekent dat een plek binnen de volwassenenzorg. Hiervoor heeft Ambiq een kamer aangeboden op een locatie. De ontruimingstermijn is verlengd tot 13 maart 2024.
3.21.
In de periode van 8 maart 2024 tot en met 13 maart 2024 zijn er tussen mr. Briedé en Ambiq diverse e-mailberichten gestuurd. Samengevat vindt [eiseres] dat zij huurbescherming heeft en/of een beschermd woonrecht en daarom de woning niet hoeft te verlaten. Ambiq daarentegen verwijst naar wettelijke bepalingen ten aanzien van behandeling en verblijf in de gehandicaptenzorg.
3.22.
Bij brief van 20 maart 2024 heeft Ambiq [eiseres] aangeschreven over de voortgang van de verhuizing. Voor zover van belang staat in deze brief – samengevat – opgenomen dat de verhuizing gepland stond voor 20 maart 2024 en dat [eiseres] niet opendeed, waardoor Ambiq zich genoodzaakt zag het slot te forceren.
Ook is [eiseres] medegedeeld dat zij vanaf 20 maart 2024 welkom is op locatie [adres 2] , waar een logeerbed klaar staat. Aangezien de spullen nog in de woning aan de [adres 1] staan, zal de verhuizing opnieuw worden ingepland.
3.23.
[eiseres] heeft het appartement aan de [adres 1] niet verlaten.
3.24.
Bij e-mail van 4 april 2024 heeft Ambiq [eiseres] laten weten dat het slot gerepareerd zal worden.

4.Het geschil

In conventie
4.1.
[eiseres] vordert – samengevat – dat de voorzieningenrechter, uitvoerbaar bij voorraad:
I. Ambiq gebiedt om [eiseres] per direct weer toegang tot de kamer c.q. woning aan de
[adres 1] te verschaffen door overhandiging van de sleutels van het nieuwe slot althans door het oude slot terug te plaatsen op straffe van en dwangsom;
II. Ambiq verbiedt om voor [eiseres] andermaal te ontruimen althans de toegang tot de woning op welke wijze dan ook te beletten dan wel de sloten daarvan te vervangen op straffe van een dwangsom;
III. Ambiq veroordeelt om binnen 7 dagen na betekening van dit vonnis een voorschot schadevergoeding van € 500,00 te betalen;
IV. Ambiq veroordeelt in de kosten van de procedure.
In reconventie
4.2.
Ambiq vordert in reconventie samengevat dat de voorzieningenrechter, uitvoerbaar bij voorraad [eiseres] gelast binnen 14 dagen na dagtekening van dit vonnis de haar toebehorende eigendommen/zaken uit het appartement aan de [adres 1] 17 te (doen laten) verplaatsen naar de kamer in de voor [eiseres] aangewezen locatie [adres 2]
[adres 2] , dan wel naar een andere passende afdeling/locatie binnen of buiten Ambiq, waarbij [eiseres] het appartement bezemschoon moet opleveren op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag. Tevens vordert Ambiq veroordeling van [eiseres] in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na de dag van dit vonnis.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft Ambiq haar eis gewijzigd. Daar waar Ambiq vordert dat [eiseres] haar eigendommen/zaken uit het appartement verplaatst, dient (ook) te worden gelezen dat [eiseres] zich uit het appartement verplaatst .
in conventie en in reconventie4.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
5. De standpunten van partijen en de beoordeling daarvan in conventie en in reconventie
Spoedeisend belang
5.1.
[eiseres] stelt een spoedeisend belang te hebben bij haar vordering, omdat het gaat om het woondomein van [eiseres] . Ambiq betwist het spoedeisend belang in conventie, maar stelt dat zij wél spoedeisend belang heeft bij haar reconventionele vordering.
Het spoedeisend belang is volgens Ambiq gelegen in het feit dat het appartement aan de [adres 1] niet kan worden ingezet voor zorgdoeleinden waarvoor verblijf in het appartement geïndiceerd is.
5.2.
De voorzieningenrechter overweegt dat beide partijen belang hebben bij een snelle uitkomst van hun geschil. Bovendien vloeit het spoedeisende belang voort uit de aard van de vorderingen. Daarom zal de voorzieningenrechter de vorderingen inhoudelijk behandelen.
Inhoudelijke beoordeling5.3. De vorderingen in conventie en in reconventie lenen zich voor een gezamenlijke behandeling.
5.4.
In deze zaak staat de vraag centraal of [eiseres] het recht heeft te mogen blijven wonen aan de [adres 2] en indien dat het geval is, (weer) toegang te krijgen tot de woning en daarvan de sleutels te ontvangen. Om die vraag te kunnen beantwoorden, zal eerst worden ingegaan op de kwalificatie van de overeenkomst tussen [eiseres] en Ambiq: heeft [eiseres] recht op huurbescherming en/of een woonrecht, zoals door haar wordt gesteld en wat door Ambiq wordt betwist?
5.5.
Ambiq is een zorginstelling die zich richt op orthopedagogische behandelingen van kinderen, jongeren en volwassenen met een licht verstandelijke beperking en bijkomende problematiek. [eiseres] heeft een door het CIZ afgegeven Wlz-indicatie LVG 03. Onweersproken is door Ambiq gesteld dat opname in een Wlz-instelling zorg in natura inhoudt en wordt bekostigd door het Zorgkantoor op grond van een volksverzekering. [eiseres] is in financiële zin niets verschuldigd, ook geen huurpenningen. De woning is door Ambiq aan [eiseres] in gebruik gegeven uitsluitend in verband met de zorg en begeleiding die Ambiq aan haar verleent. Onweersproken is gesteld dat Ambiq de locatie aan de [adres 1] ( [locatie] ) slechts voor dit doel van Woningstichting Beter Wonen Vechtdal heeft gehuurd. De voorzieningenrechter overweegt daarom dat in hoofdlijn sprake is van een zorgovereenkomst. Dat brengt met zich dat Ambiq als zorgaanbieder andere verplichtingen heeft jegens [eiseres] , dan in de verhouding verhuurder/huurder het geval zou zijn.
5.6.
De dwingendrechtelijke bepalingen van de huurbescherming waar [eiseres] zich op beroept zijn niet van toepassing, omdat sprake is van een zorgovereenkomst tussen Ambiq en [eiseres] .
5.7.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter blijkt uit de overgelegde correspondentie voldoende dat [eiseres] zich niet aan de verplichtingen uit de zorg- en dienstverleningsovereenkomst heeft gehouden. Bovendien blijkt uit die correspondentie dat partijen het er over eens waren dat de woonplek aan de [adres 1] met de begeleiding en zorg die daarbij hoort, voor [eiseres] niet geschikt is. De betwisting van [eiseres] tijdens de kortgeding procedure, namelijk dat zij daar prima op haar plek zit, is niet voldoende om daarover anders te oordelen. Dat de manier van zorgverlening niet adequaat is voor [eiseres] , wordt bovendien onderschreven door andere deskundigen, aangezien de zorg in augustus 2024 stopt. Ook blijkt uit de correspondentie overduidelijk dat [eiseres] al gedurende lange tijd op zoek zou gaan naar een andere woonplek, maar dat vervolgens niet doet. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter mag de zorgaanbieder, Ambiq, [eiseres] onder deze omstandigheden verwijzen naar een andere plek.
Dat is ook belangrijk omdat Ambiq als zorginstelling belang heeft om de plek aan te bieden aan iemand de hulp/begeleiding nodig heeft en dat is waarvoor het appartement aan de [adres 1] dient.
5.8.
Verder weegt de voorzieningenrechter mee dat [eiseres] niet op straat terecht komt. Ambiq heeft namelijk een alternatieve woonplek aangeboden aan [eiseres] , namelijk bij
[adres 2] . Aangezien [eiseres] zelf geen woonplek heeft gevonden, is het aan [eiseres] om de aangeboden woonplek te accepteren.
Artikel 8 EVRM
5.9.
[eiseres] heeft onder verwijzing naar een arrest van de Hoge Raad van
12 januari 2024 (ECLI:NL:HR:2024:25) een beroep gedaan op artikel 8 EVRM. Zij stelt dat de rechter, als een bewoner uit de woning ontruimd dreigt te worden, over het woonrecht moet oordelen door het verweer gedetailleerd te onderzoeken en het oordeel over het verweer moet motiveren. Volgens [eiseres] moeten al haar persoonlijke omstandigheden worden meegewogen. Bij de door Ambiq geboden kamer in [adres 2] , heeft [eiseres] geen baat. Ook brengt [eiseres] naar voren dat Ambiq op het woonrecht geen inbreuk mag maken en dat heeft zij wel gedaan, door op 20 maart 2024 het slot te forceren en te openen. Volgens [eiseres] is dat handelen van Ambiq aan te merken als eigenrichting.
5.10.
Ambiq heeft daar tegenover gezet dat de einddatum van het verblijf aan de [adres 1] al meer keren is uitgesteld. [eiseres] kwam ook niet met een tegenvoorstel, terwijl al geruime tijd was overeengekomen dat zij op zoek zou gaan naar een andere plek om te verblijven. Daarom zag Ambiq zich genoodzaakt om op 20 maart 2024 de overplaatsing naar [adres 2] te bewerkstelligen. Aangezien [eiseres] de deur niet opende en niet reageerde op telefoontjes en berichtjes, is eerst geprobeerd om met de sleutel de voordeur te openen. In het sleutelcontract staat ook dat Ambiq dat mag. [eiseres] had de deur van binnenuit gebarricadeerd. Daarom heeft Ambiq de opdracht gegeven de deur te openen, waarbij het slot is geforceerd. Ambiq wilde ook weten hoe het met het welzijn van [eiseres] was, aangezien er geen enkel contact met haar tot stand kwam. Ambiq heeft daarmee gehandeld conform de op haar rustende zorgplicht en verantwoordelijkheid jegens [eiseres] uit hoofde van de zorgovereenkomst.
5.11.
Hoewel de ontruiming van de woning als een inmenging in het privé leven van [eiseres] en haar recht op een woning kan worden gezien, is deze inmenging gerechtvaardigd. De voorzieningenrechter licht dat als volgt toe.
5.12.
[eiseres] heeft haar belang om in de woning aan de [adres 1] te blijven toegelicht, evenals Ambiq dat heeft gedaan over haar belang bij ontruiming. Ambiq heeft, al dan niet samen met [eiseres] , steeds gezocht naar een passende oplossing. [eiseres] heeft veel pogingen van Ambiq naast zich neergelegd en is ook zelf niet actief op zoek gegaan naar een woonplek. Ook nu er door Ambiq een woonplek is geregeld in [adres 2]
[adres 2] , wijst [eiseres] dat af, omdat het voor haar vanuit [adres 2] te ver reizen zou zijn naar [plaats] . Tijdens de mondelinge behandeling heeft Ambiq onweersproken gesteld dat voor het vervoer van [eiseres] van [adres 2] naar haar werk in [plaats] een oplossing kan komen. De voorzieningenrechter meent dat Ambiq oog heeft voor de belangen van [eiseres] , juist vanwege haar (persoonlijke) omstandigheden. Sterker nog, Ambiq heeft haar verantwoordelijkheid genomen om te voorkomen dat [eiseres] op straat zou komen te staan.
De belangen over en weer zijn in deze procedure aan de orde gekomen en in dit vonnis afgewogen. De inbreuk op het in artikel 8 EVRM beschermde recht van [eiseres] is dan ook gerechtvaardigd. Dat recht gaat ook niet zo ver dat een behandelende instelling de plaats van het verblijf tijdens de behandeling niet zou mogen wijzigen indien daartoe een goede aanleiding bestaat. Die is er hier naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter zeker: de plaats waar [eiseres] nu verblijft is voor haar behandeling niet adequaat en daarnaast heeft Ambiq die plaats nodig voor de behandeling van iemand voor wie de plek wel adequaat is.
Eigenrichting5.13. Ten aanzien van het forceren van het slot op 20 maart 2024 overweegt de voorzieningenrechter als volgt. Wat er ook zij van de feitelijke manier van aanpak op de bewuste datum in maart, Ambiq mag als zorgaanbieder de sloten openen indien zij denkt dat dat noodzakelijk is. [eiseres] reageerde niet op berichtjes, niet op telefoontjes en deed ook de deur niet open. Het rust op de weg van Ambiq om zich ervan te vergewissen of de veiligheid van [eiseres] niet in het geding was. Bovendien staat vast dat Ambiq de woning verder niet heeft betreden. In dit geval is naar het oordeel van de voorzieningenrechter geen sprake van eigenrichting.
Schadevergoeding5.14. Ten slotte vordert [eiseres] nog een voorschot op de schadevergoeding, ter hoogte van € 500,00. De onderbouwing van die vordering ziet op de gestelde eigenrichting aan de zijde van Ambiq. Zoals in de rechtsoverwegingen hierboven is overwogen, is van eigenrichting geen sprake. Daarom heeft [eiseres] ook geen recht op schadevergoeding.
Conclusie5.15. De zorgovereenkomst tussen [eiseres] en Ambiq geldt als uitgangspunt. [eiseres] heeft geen recht op huurbescherming of een woonrecht zoals zij dat invult. Ook het beroep op artikel 8 EVRM slaagt niet. Bovendien is van eigenrichting van Ambiq geen sprake. Daarom wijst de voorzieningenrechter de vorderingen van [eiseres] in conventie af. Ambiq heeft belang bij een ontruiming van de woning, zodat de plek beschikbaar komt voor iemand die de hulp/begeleiding nodig heeft en waar de woning aan de [adres 1] uitsluitend voor dient. Daarom wijst de voorzieningenrechter de reconventionele vordering van Ambiq tot ontruiming toe. Bij de formulering van dat toegewezene heeft de voorzieningenrechter gebruik gemaakt van de hem toekomende vrijheid, binnen het kader van het gevorderde.
Dwangsom5.16. Ambiq heeft een dwangsom gevorderd van € 500,00 per dag. De dwangsom zal worden toegewezen en gemaximeerd als vermeld onder de beslissing.
Proceskosten
5.17.
[eiseres] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Ambiq worden begroot op:
- griffierecht
688,00
- salaris advocaat
1.107,00
- nakosten
278,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
2.073,00
5.18.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

6.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
6.1.
wijst de vorderingen van [eiseres] af,
in reconventie
6.2.
gelast dat [eiseres] binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis zichzelf en de haar toebehorende eigendommen/zaken uit het appartement aan de [adres 1] (te laten) verplaatsen naar de kamer in de voor [eiseres] aangewezen locatie ‘ [adres 2] , dan wel naar een andere passende afdeling/locatie binnen of buiten Ambiq, het appartement ontruimd te houden en waarbij [eiseres] het appartement bezemschoon moet opleveren op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag tot een maximum van
€ 5.000,00,
in conventie en in reconventie
6.3.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten van € 2.073,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 als [eiseres] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
6.4.
veroordeelt [eiseres] in de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan,
6.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Verhoeven en in het openbaar uitgesproken op 24 april 2024.