ECLI:NL:RBOVE:2024:2150

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
19 april 2024
Publicatiedatum
22 april 2024
Zaaknummer
C/08/313362 KG RK 24-181
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wraking afgewezen wegens misbruik van recht

Op 22 maart 2024 hebben verzoekers een wrakingsverzoek ingediend tegen een aantal leden en griffiers van de wrakingskamer van de Rechtbank Overijssel. De wrakingskamer heeft dit verzoek op 19 april 2024 buiten behandeling gelaten. Dit besluit is genomen op basis van artikel 5 lid 2 van het Wrakingsprotocol van de rechtbank, dat de mogelijkheid biedt om een verzoek tot wraking zonder behandeling ter zitting ongegrond of niet-ontvankelijk te verklaren. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat er eerder, op 13 december 2023, al een beslissing was genomen waarin werd bepaald dat een volgend wrakingsverzoek van de verzoekers niet in behandeling zou worden genomen wegens misbruik van het wrakingsmiddel.

De wrakingskamer oordeelt dat de klachten van de verzoekers opnieuw zijn gebaseerd op vage en onsamenhangende gronden, zonder concrete feiten of omstandigheden die de vrees voor vooringenomenheid van de rechters onderbouwen. De verzoekers hebben geen zwaarwegende aanwijzingen voor objectief gerechtvaardigde vrees voor vooringenomenheid kunnen aanvoeren. Daarom concludeert de wrakingskamer dat de verzoekers het middel van wraking opnieuw misbruiken. De beslissing om het wrakingsverzoek buiten behandeling te laten, is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK OVERIJSSEL

Wrakingskamer
Zittingsplaats Zwolle
zaaknummer: C/08/313362 KG RK 24-181
Beslissing van 19 april 2024
in de zaak van
[verzoekster] en [verzoeker],
beiden wonende te [woonplaats] ,
verzoekers tot wraking.

1.De beoordeling

1.1.
Op 22 maart 2024 hebben verzoekers het verzoek tot wraking gedaan van, onder meer, een aantal leden en griffiers van de wrakingskamer. De wrakingskamer zal dit verzoek buiten behandeling laten. Daartoe overweegt zij als volgt.
1.2.
Ingevolge artikel 5 lid 2 van het Wrakingsprotocol rechtbank Overijssel kan de wrakingskamer het verzoek tot wraking zonder behandeling ter zitting aanstonds ongegrond of niet-ontvankelijk verklaren:
(…).
g. indien ten aanzien van verzoeker in een eerdere beslissing op een wrakingsverzoek bepaald is dat wegens misbruik een volgend verzoek niet in behandeling wordt genomen;
h. indien het een verzoek tot wraking van de wrakingkamer of één of meer van haar leden betreft en sprake is van evident misbruik van recht.
Het derde lid bepaalt, voor zover hier van belang, dat de wrakingskamer een tegen haar of één van haar leden gericht verzoek tot wraking buiten behandeling kan laten als zij van oordeel is dat de onder g. of h. genoemde omstandigheid zich voordoet. De verzoeker tot wraking wordt hiervan op de hoogte gesteld.
1.3.
De wrakingskamer stelt vast dat zij bij beslissing van 13 december 2023 (ECLI:NL:RBOVE:2023:5156) heeft bepaald dat een volgend wrakingsverzoek van een of beide verzoekers tezamen niet in behandeling zal worden genomen. Daarnaast stelt de wrakingskamer vast dat de klachten van verzoekers wederom slechts zijn gebaseerd op vage, onsamenhangende gronden en/of stellingen en veronderstellingen bevatten die op geen enkele wijze met concrete feiten of omstandigheden zijn onderbouwd waaruit de wrakingskamer vooringenomenheid van een rechter of zwaarwegende aanwijzingen voor objectief gerechtvaardigde vrees daarvoor kan afleiden. Naar het oordeel van de wrakingskamer misbruiken verzoekers (opnieuw) het middel van wraking. Dit betekent dat de wrakingskamer met toepassing van artikel 5 lid 3 van het Wrakingsprotocol het onderhavige wrakingsverzoek buiten behandeling zal laten.

2.De beslissing

De wrakingskamer
2.1.
laat het verzoek tot wraking buiten behandeling.
Deze beslissing is gegeven door mr. A. van Holten, voorzitter, en mr. A.H. Margadant en mr. M.H. van der Lecq, leden, in tegenwoordigheid van de griffier en in openbaar uitgesproken op 19 april 2024. (PS)
de griffier, de voorzitter,
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.