In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel, gedateerd 19 april 2024, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor bijstandsuitkering beoordeeld. Eiser had op 20 januari 2022 bijstand aangevraagd met terugwerkende kracht vanaf 11 oktober 2021. Het college van burgemeester en wethouders van Hengelo had deze aanvraag afgewezen op basis van de gehuwdennorm, waarbij het inkomen van de ex-partner van eiser werd betrokken. Eiser betwistte deze afwijzing en stelde dat hij duurzaam gescheiden leefde van zijn ex-echtgenote, en dat zijn aanvraag daarom op basis van de norm voor alleenstaanden had moeten worden beoordeeld.
De rechtbank oordeelt dat het college ten onrechte de gehuwdennorm heeft toegepast. Eiser heeft een Duits echtscheidingsvonnis overgelegd waaruit blijkt dat hij en zijn ex-partner sinds januari 2021 duurzaam gescheiden leven. De rechtbank concludeert dat er geen aanwijzingen zijn dat eiser tot zijn last komende kinderen heeft of een gezamenlijke huishouding met een ander voert. Daarom had het college moeten uitgaan van de norm voor een alleenstaande.
De rechtbank vernietigt het bestreden besluit van het college en draagt het college op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij het recht op bijstand van eiser moet worden vastgesteld op basis van de alleenstaande norm. Tevens wordt het college veroordeeld tot betaling van de wettelijke rente over de na te betalen bijstand en de proceskosten van eiser.