8.2.In het handhavingsverzoek wordt verder gesteld dat sprake is van illegale opslag van bodemvreemd materiaal. Dit duidt de rechtbank als een gestelde overtreding van de planregels van het ter plaatse geldende bestemmingsplan. Dit betreft een gestelde overtreding van de Wet algemene bepalingen (hierna: Wabo). De rechtbank is bevoegd om in zo verre kennis te nemen van het beroep.
9. Op 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet en de Invoeringswet Omgevingswet in werking getreden. Als een verzoek om handhaving van de Wabo is ingediend vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de Omgevingswet, blijft op grond van artikel 4.3, aanhef en onder a, van de Invoeringswet Omgevingswet het recht zoals dat gold onmiddellijk vóór dat tijdstip, van toepassing tot het besluit op die aanvraag onherroepelijk wordt.
Het verzoek om handhaving van de Wabo is gedaan op 5 april 2022. Dat betekent dat in dit geval de Wabo zoals deze gold vóór 1 januari 2024, van toepassing blijft.
Beoordeling van het bij de rechtbank voorliggende beroep
10. Een bestuursorgaan is bevoegd om handhavend op te treden door middel van het opleggen van een last onder bestuursdwang dan wel last onder dwangsom indien er sprake is van een overtreding, zijnde een gedraging die in strijd is met het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift. Wat betreft het college volgt dit uit artikel 125 Gemeentewet in samenhang met de artikelen 5:4 en 5:1 van de Awb.
11. Eiser stelt dat het college zich ten onrechte niet bevoegd heeft geacht om handhavend op te treden omdat er geen sprake is van een overtreding. Volgens eiser is sprake van meerdere overtredingen.
De rechtbank zal de door eiser genoemde overtredingen hierna bespreken.
12. De rechtbank stelt allereerst vast dat eiser in zijn beroepschrift volstaat met het stellen dat er in strijd met ‘milieuregels’ werd/wordt gehandeld, zonder dit nader te specificeren. Naar het oordeel van de rechtbank kunnen met deze beroepsgrond enkel de Wet bodembescherming en het Besluit bodemkwaliteit zijn bedoeld.
De rechtbank heeft hiervoor reeds aangegeven dat zij niet bevoegd is om deze gestelde overtredingen te beoordelen, maar dat de Afdeling hier een oordeel over zal moeten geven.
De rechtbank kan en zal deze beroepsgrond daarom niet bespreken.
Opslag van bodemvreemd materiaal in strijd met het bestemmingsplan?
13. Ter zitting heeft gemachtigde van eiser desgevraagd meegedeeld dat er bodemvreemde materialen in de geluidswal op [perceel 1] zijn gebracht ten tijde van de aanleg van deze wal omstreeks 2012. Dat materiaal was afkomstig van [perceel 2]. Eiser was toen nog geen eigenaar van [perceel 2]. Hij heeft dit gehoord van de toenmalige eigenaar van [perceel 2].
14. De rechtbank constateert dat sprake is van een verklaring van horen zeggen. De rechtbank is het met het college eens dat deze verklaring/stelling op geen enkele wijze is onderbouwd. Los daarvan is op [perceel 1] een geluidswal gerealiseerd die in overeenstemming is met de verleende (aanleg)omgevingsvergunning.
Deze beroepsgrond slaagt niet.
Opslag van afvalstoffen in strijd met het bestemmingsplan?
15. Eiser stelt dat sprake is van opslag van afvalstoffen, en dat dat in strijd is met het bestemmingsplan.
16. De rechtbank overweegt hierover het volgende.