Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
B)heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, en/of
C)(althans/in elk geval) aanwezig heeft gehad, en/of
D)heeft vervaardigd
(telkens) een of meerdere blokken cocaïne,
(waaronder: -3 blokken cocaïne (op of omstreeks 3 februari 2022), en/of
-2 blokken cocaïne (op of omstreeks 1 juli 2022), en/of
-6 blokken cocaïne (op of omstreeks 12 juli 2022), en/of
-1 b)ok cocaïne (op of omstreeks 6 februari 2022), en/of
-2 blokken cocaïne (op of omstreeks 18 oktober 2022), en/of
-50 en/of/althans 15 blokken cocaïne (omstreeks oktober
2022)),
althans in elk geval een of meerdere blokken en/of hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende cocaïne, en/of
(waaronder:-50 stuks MDMA (op of omstreeks 18 oktober 2022), en/of
-60 stuks (meth)amfetamine (op of omstreeks 13 april 2022))
althans een of meerdere hoeveelhe(i)d(en) (van een materiaal bevattende) MDMA en/of (meth)amfetamine, en/althans/zijnde cocaïne en/of MDMA en/of (meth)amfetamine (telkens) (een) middel(en) als vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
(zaaksdossier 3 invoer, subsidiair poging invoer)Hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 november 2021 tot en met 28 december 2021 te Utrecht en/of elders in Nederland en/of te Antwerpen en/of elders in België, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk
A)binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht
(als bedoeld in artikel 1 lid 4/5 van de Opiumwet), en/of
B}heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, en/of
C)(althans/in elk geval) aanwezig heeft gehad, en/of
D)heeft vervaardigd
een hoeveelheid van 22,34 kilo cocaïne, althans in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, en/althans (telkens)een hoeveelheid harddrugs als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, zijnde cocaïne een middel als vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
immers heeft hij, verdachte, tezamen en in vereniging met zijn mededader(s), een hoeveel van 22,34 kilo cocaïne, althans in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, althans een hoeveelheid harddrugs, als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, heeft besteld en/of gekocht en/of (aan)betaald en/of in een container met bestemming Antwerpen, althans België, en/of (vervolgens) Nederland heeft laten vervoeren en/of verschepen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(zaaksdossier 3 handel lijst II)Hij op één of ineer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 7 december 2021 tot en met 21 april 2023 te iJtrecht en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk
B)heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, en/of
C)(althans/in elk geval) aanwezig heeft gehad, en/of
D}heeftvervaardigd
(telkens) aanzienlijke en/of grote hoeveelheden hasjiesj (op of omstreeks 7 maart 2022) en/of hennep (in of omstreeks de periode februari en april 2022), althans een of meer hoeveelheden van (telkens) meer dan 30 gram, zijnde hash/hasjiesj en/of hennep (telkens) (een) middel(len) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
(zaaksdossier 4 criminele organisatie)Hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 7 december 2021 tot en met 21 april 2023 te Utrecht en/of elders in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten hem, verdachte en/of [medeverdachte] en/of een of meer ander(en), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven als bedoeld in:
- artikel 10 derde, vierde, vijfde lid en/of
- artikel 10a eerste lid Opiumwet en/of
- artikel 11, derde, vierde, vijfde lid en/of
- artikel 11a Opiumwet,
betreffende het binnen het grondgebied van Nederland brengen (invoeren) en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren van
- harddrugs, te weten cocaïne en/of MDMA, althans harddrugs, zijnde (een) middel(len) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
en/of
- softdrugs, te weten hasjiesj en/of hennep, althans softdrugs, zijnde (een) middel(len) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
3.De voorvragen
Ne bis in idem, artikel 68 Sr
Behoudens de gevallen waarin rechtelijke uitspraken voor herziening vatbaar zijn, kan niemand andermaal worden vervolgd wegens een feit waarover te zijnen aanzien bij gewijsde van de rechter in Nederland (…) onherroepelijk is beslist.”
Vormverzuimen
de hoogte van de straf in verhouding tot de ernst van het verzuim, zal worden verlaagd, indien het door het verzuim veroorzaakte nadeel langs deze weg kan worden gecompenseerd;
de resultaten van het onderzoek die door het verzuim zijn verkregen, niet mogen bijdragen aan het bewijs van het tenlastegelegde feit;
het openbaar ministerie niet ontvankelijk is, indien door het verzuim geen sprake kan zijn van een behandeling van de zaak die aan de beginselen van een behoorlijk procesorde voldoet.”
Niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie in de vervolging komt als in art. 359a Sv voorzien rechtsgevolg slechts in uitzonderlijke gevallen in aanmerking. Daarvoor is alleen plaats ingeval het vormverzuim daarin bestaat dat met de opsporing of vervolging belaste ambtenaren ernstig inbreuk hebben gemaakt op beginselen van een behoorlijke procesorde waardoor doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak is tekortgedaan.”
Vormfout 1
Vormfout 2, 3 en 4
Vormfout 5
Vormfout 6
Vormfout 7
Schending van artikel 6 EVRM
4.De bewijsmotivering
Hij wordt traag hard, broer. Hij wordt traag hard. Die dingen zien er niet uit. Er is jackpot eh voor gevraagd, broer. (…) Ik heb die spullen heb ik aan iemand gegeven, broer, is nu een verhaal met hem.”Verder zegt verdachte
“Ik laat je zo effe weten hoe we gaan precies gaan eh, gaan doen (…) ik bel je zo terug, want ik zit met an, ik zit nu ook met andere mensen in verhaal, toch. Ja, [alias 1] , hij is helemaal die kant opgegaan. TP is ook weer betaald, dit dat, broer, je kent die hele verhaal toch. Ze zijn ver, nu moeten ze an, effe kijken of ze terug moeten, maar ze zijn gebroken toch. Ze zijn gebroken. [alias 2] ik ga je zo effe laten weten hoe en wat. Ja, eentje is gebroken of twee is gebroken. Nee, eentje is gebroken, ja. Eentje is gebroken, eentje is weggedaan. Dus ja, en die ene die is weg is nu ook een verhaal mee, begrijp je? Want eentje heb ik, eentje is gewoon blind wegge, weggebracht. Begrijp je wat ik bedoel? Is niet naar gekeken. Dus er is maar een ach, er is maar eentje heel nu. En eentje en bij die andere, effe kijken hoe we met die man gaan oplossen nu.”
Voor hoeveel had je hem weggedaan?”, waarop [medeverdachte] zegt “
voor 27”. Daarna zegt verdachte “
Daarom heb ik ook gezegd, ga zelf checken broer.”, waarop [medeverdachte] zegt “
Ja, ik check wel.” Even later zegt [medeverdachte] “
Hij wordt wel hard, maar laat, een beetje langzaam.”, waarna verdachte zegt “
Die kroontje was per direct hard.” Verder vraagt verdachte wat [medeverdachte] wil dat hij gaat zeggen, waarop [medeverdachte] zegt “
Breng ze terug.” Verdachte vraagt vervolgens “
Hoeveel stuks terugbrengen.”, waarop [medeverdachte] zegt “
Nee, breng ze allemaal terug.” Verdachte zegt dan “
Gewoon ze alle drie terug.”, waarop [medeverdachte] zegt “
Nee, eentje heb ik al weggedaan”. Verdachte zegt dan “
Ja, maar die gaat ook terug.” Verder zegt verdachte tegen [medeverdachte] “
Broer, er is 27 die dag betaald.” en “
Kijk, maar je hebt TP. Kijk die TP is tweeëneenhalf.”
ik ben met hem aan het kijken bro. Hij is, hij, hij is zegt dat ie het terug wilt eh geven. Dan moeten ze gewoon alle drie terug, broer.” [13]
luister dan, ze gaan terug broer. Eéntje is kapot materiaal, ze gaan terug. Ik heb nog een poging, ééntje wel helemaal gebroken. (…) we moeten ff kijken wat we aan hem aansmeren, je weet toch. Hij heeft nu alleen al voor vier en half wit op de weg. Hij is zelf uitgekomen op twee zeven nog wat. Jo zegt maar bro, drie en twintig vier en twintig.” [14]
hij gaat 'm niet pakken voor wat hij heeft neergelegd. (…) Ja broer of hij moet daar iets normaals hebben dan uh omruilen is ook geen probleem weet je. (...) Maar sowieso broer hij moet ergens heel erg naar beneden bro.” [15]
Ik heb de stem van client niet herkend in de twee opnames die zijn aangeboden ter vergelijking, maar zoals gezegd is het dus enigszins moeilijk vergelijkingsmateriaal.” De rechtbank is van oordeel dat nader onderzoek naar aanleiding van de conclusie van het NFO niet noodzakelijk is. De stemherkenning door de politie vindt steun in de door de politie gedane observaties, terwijl het ingebrachte rapport van het NFO onvoldoende aanleiding geeft om nader onderzoek te laten doen, te meer nu uit het rapport niet blijkt welk onderzoeksmateriaal aan het NFO is aangeboden ter vergelijking.
uitkoken”en “
hard worden”, duiden, anders dan verdachte bepleit, op handelingen met cocaïne. Daarnaast is “
wit” een gangbare benaming voor cocaïne in het criminele circuit en houdt ook de door [medeverdachte] genoemde prijs van “
27” verband met de handel in blokken cocaïne. De groothandelprijs voor een kilo cocaïne bedroeg op dat moment volgens de politie circa € 27.500,=.
2 blokken cocaïne op of omstreeks 1 juli 2022
checken”, “
good price” en “
ze hebben fucking goede”. Ook wordt door een Pools sprekende man gevraagd “
ga jij dit voor mij maken”, waarop [medeverdachte] bevestigend antwoordt. Verder zegt [naam 6] “
Ik zal met ze praten, als je maandag komt, ntv maak alles voor je. direct. oke” en “
Dit is de eerste die je kan kopen”. Daarnaast wordt over prijzen gesproken en worden er getallen van twintig en vijfentwintig genoemd. Gedurende het gesprek is bij herhaling het geluid van een compressor te horen. [18]
Hoeveel moest je mij geven?” en “
weet niet wat je met [verdachte] had afgesproken?”, waarop [naam 6] zegt “
Oh je regelt met [verdachte]”. [medeverdachte] zegt “
Ja ik regel met [verdachte] . Wat jij met [verdachte] hebt afgeproken.” [21] [naam 6] zegt vervolgens omstreeks 18.49 uur tegen [medeverdachte] “
Ik heb met [verdachte] niks afgesproken.” en “
Snap je, dat ga ik zo met hem, hij komt mij nu ophalen. Mijn telefoon is uitgevallen, bel hem eens alsjeblieft?” [22]
Ik ben hier bij mij...Nee ik ben nog niet bij jou, ik moest nog tellen...Ik moest nog wat tellen...Alles is compleet, ik heb hier euhh, 23 en een kwartje betaald per stuk, zesenveertig en een half”. [naam 6] neemt het gesprek over en zegt “
Hai nifo...Ahh2...Ja...Ja...Dus hoeveel nog?...Ja... Ik had hem € 500 gegeven, zijn aandeel (…) Jij moet het tegen me zeggen, hij komt via jou...” en “
Ik moet aan [alias 3] (fon.) ook geven...Hoeveel moet ik hem geven? zeg jij het maar nifo...Hij heeft met me gerend/mij geholpen...zeg jij het maar nifo, moet wel...jij moet het zeggen...”. Vervolgens zegt [naam 6] “
Is goed, vertel hoeveel ik hem moet geven?...Hier zit hij naast mij…”. Even later zegt [naam 6] “
Over vijf minuten naar beneden?....Is goed.”, waarna het telefoongesprek wordt beëindigd. [naam 6] zegt vervolgens tegen [medeverdachte] “
Ja daarom sowieso vijf barkies voor jou, snap je?” en “
Ik ga het nu gelijk met hem regelen, jouw bon chans/mazzel/aandeel geven”, waarop [medeverdachte] zegt “
Je weet toch broer, wanneer iemand mij stuurt of zo, ik praat niet over de prijs. Hij is jouw neef”. [25]
[gebruikersnaam 1]”, waarin wordt gesproken over blokken cocaïne en een prijs van “
23,5”. [27]
6 blokken cocaïne op of omstreeks 12 juli 2022
plek hebben. (…) ik ga het hier leren” en “
dit is echt het product kopen en maken.” Daarna zegt [medeverdachte] “
Ik wil die machine hier” en even later “
ongeveer 25 liter. Per week, per vijf dagen, drie dagen, nah reken maar uit. Per 25 liter.” [naam 7] vraagt vervolgens “
Wie kwam er mee, hij?”, waarop [medeverdachte] antwoordt “
Nee, jaa”. Verder zegt [medeverdachte] “
we zijn hier al een tijdje mee bezig alleen uh...” en daarna “
geen plek”. [naam 7] zegt dan “
Hij heeft toch plek in [plaats 3] ?”, waarop [medeverdachte] zegt “
Nee dat is van zijn zus.” [naam 7] vraagt dan “
Hij is daar niet meer?”, waarop [medeverdachte] zegt “
Nee, dat heb ik gezegd, (…) hij is altijd met zijn vrouw.” [naam 7] zegt vervolgens “
Nu is het echt toch?” en daarna “
Verloofd zeg maar”, waarop [medeverdachte] zegt “
Verloofd ja”.
Samenwerking handel verdovende middelen
Communicatie en afscherming
Locaties
brokkelig”, “
stempel”, “
even testen” “
Hij vraagt uh 22” en “
Ja hij is goed voor snuif man”. Ook is er geritsel te horen en wordt er benadrukt om handschoenen te gebruiken, zodat geen vingerafdrukken achterblijven. Daarnaast vraagt [naam 13] aan [medeverdachte] of hij 4MCC of 3 MCC heeft, waarop [medeverdachte] zegt dat hij dit niet heeft, maar dat hij voor [naam 13] gaat kijken. [46]
Gebruik Duitse huurvoertuigen
Ik heb weinig mensen zo dicht bij mij als jij” en “
Maar nog nooit iemand zo onstabiel om mij heen gehad” en vervolgens “
Ik ben klaar met waarschuwen” en “
Heb mannen naast mij die ten alle tijden stabiel zijn”, waarop [medeverdachte] zegt “
Ben nuchters u kunt altijd op me rekenen”. [56] Verder is het verdachte die door [naam 6] wordt gebeld als er onduidelijkheid is ontstaan tussen [naam 6] en [medeverdachte] over het aandeel dat [medeverdachte] moet krijgen voor zijn handelingen. [57]
of die donkere man, die rapper met enkelband dat niet kan doen?”, waarop [medeverdachte] antwoordt “
ik zie hem dagelijks”. [59] Gelet op de kenmerken die in het gesprek genoemd worden is het aannemelijk dat over [naam 12] wordt gesproken. [60]
1 blok cocaïne op of omstreeks 6 februari 2022
Ik heb er nu eentje voor, we hebben er eentje 27 voor betaald”. Even later zegt [naam 5] “
Coca is ook beetje omlaag.”, waarop verdachte antwoordt “
gaat gewoon tussen zes en zeven en achtentwintig zo. Hij is daar op en neer aan het gaan”. De groothandelsprijs voor cocaïne is op dat moment € 27.850 per kilogram.
2 blokken cocaïne op of omstreeks 18 oktober 2022, en/of
[gebruikersnaam 2] ........” is opgeslagen met telefoonnummer
15 oktober 2022 tot en met 29 oktober 2022 geïdentificeerd als verdachte.
die spullen” heeft. Verdachte stuurt vervolgens twee foto’s waarop 2 blokken cocaïne te zien zijn met de opdruk en stempel “
YZ✓“. [naam 15] vraagt daarna of hij “
die deen” zal vragen, waarop verdachte bevestigend antwoordt. [naam 15] stuurt vervolgens een foto door van een chatgesprek met de onbekende gebleven [alias 4] , waarop is te zien dat [naam 15] een foto heeft doorgestuurd van een blok cocaïne, waarbij hij zegt deze voor 21 te kunnen kopen en misschien kan doorsturen naar Denemarken. Verdachte schrijft dat [naam 15] niet slim is, omdat de markt staat op 22 en hij ze pakt voor 21. Verdachte en [naam 15] bespreken vervolgens wat er gebeurt als de partij gepakt wordt en hoe de winst verdeeld zal worden. Verder zegt verdachte “
Er is ook M”, waarop [naam 15] vraagt “
[alias 5] hoeveel is m”. Verdachte zegt dan “
24” en “
50 st”. [naam 15] stuurt vervolgens een foto door van een chatgesprek met de onbekende gebleven ‘ [alias 6] ’, waarop is te lezen is dat voor [alias 6] een prijs van 19.75 interessant is. [naam 15] schrijft dan “
Met aantallen bedoeld 40stj” en vervolgens “
Voor die stene”. Verdachte zegt “
19.75” en verder “
Kan ik nu gelijk mee werken”. Even later vraagt Verdachte “
Wij kunnen bij hem kopen toch”, waarop [naam 15] zegt “
Hij wilt bij ons pakken”. Verdachte zegt dat dit onmogelijk is, omdat de markt op “
21.5/22” staat. Verder zegt verdachte “
Als hij 19.75 kan regelen heb ik nu iemand die 50st wil kopen 20.75”. [naam 15] zegt vervolgens “
[alias 5] ik ga m ff berichten”. Verdachte zegt daarna “
En die M”, waarop [naam 15] zegt “
M sws klanten denk ik” en “
Ik ga der nu achter aan”. Verdachte zegt dan “
Er zijn nu 50st ik moet ze nu gelijk weg doen”. [naam 15] stuurt vervolgens het nummer door van “
die deen” en zegt “
Bericht hem ik hem gezegd dat je gaat berichten”, waarop [verdachte] zegt “
Al gedaan niks”.
Vijftien blokken cocaïne zijn in het bezit van [naam 17] , niet in het bezit van mijn cliënt”.
60 stuks (met)amfetamine op of omstreeks 13 april 2022
Oh ewa ik stuur dit alvast wanneer zijn ze fysiek aanwezig??”. Verdachte zegt “
Rond etenstijd”.
Is niet heel duidelijk maar je kan tester ophalen vanavond”, waarop [alias 7] zegt “
Ai top, hoelaat ongeveer en waar”. [naam 15] zegt “
Dat hoor ik zo die spullen worden naar me toegebracht dan kan je rustig checken enz maar zyn 60stks en zeg aan hard voor die prijs” en “
zodra ze dr zijn bericht ik je”. Enkele uren later schrijft [naam 15] “
Maatje ik hoor nu net dat alles weg is” en “
maar dr kome nieuwe aan die mogen jullie op zelfde prijs pakken”.
tester” en het ophalen van 60 stuks, maar niet kan worden vastgesteld dat het daarbij gaat om 60 stuks (met)amfetamine.
die dag” 800.000 heeft verloren, waarbij hij een foto stuurt met daarop [naam 18] in een trouwjurk en hijzelf in een kostuum met stropdas. Uit politieonderzoek komt naar voren dat [naam 18] op [datum] is getrouwd.
wiet”, “
Indica”, “
nat”, “
droog”, kilo’s en prijzen. De politie schrijft dat Indica een verwijzing is naar de cannabissoort Cannabis indica.
Is dit er nog?”, waarop [naam 15] antwoordt dat hij het gaat vragen. Later die dag zegt [naam 15] dat het al weg is.
B) heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd,
C) aanwezig heeft gehad,
- artikel 10 derde en vierde lid Opiumwet
harddrugs, te weten cocaïne, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
strafbaarheid feiten
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 10, derde en vierde lid, van de Opiumwet.
gevangenisstrafvoor de duur van
8 (acht) maanden;
mr. M.J.A.L. Beljaars, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.K. van Haren, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 15 april 2024.