ECLI:NL:RBOVE:2024:1931
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de toekenning van maatwerkvoorzieningen op grond van de Wmo 2015 voor een 82-jarige vrouw met beperkingen
In deze zaak gaat het om een 82-jarige vrouw (eiseres) die sinds 2017 zelfstandig in een seniorenwoning woont. De woning bestaat uit een benedenverdieping met een keuken, woonkamer, badkamer en een slaapkamer, en op de bovenverdieping zijn twee slaapkamers. Eiseres heeft te maken met hartritmestoornissen, wat haar snel vermoeid en soms duizelig maakt. Daarnaast ondervindt zij beperkingen door incontinentie en de gevolgen van een schaambeenbreuk. Vanwege deze beperkingen ontvangt zij huishoudelijke ondersteuning op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) vanuit Zorgaccent. Op 30 januari 2023 heeft eiseres een aanvraag ingediend voor een verlenging van de maatwerkvoorziening. Het college heeft een maatwerkvoorziening toegekend in de vorm van huishoudelijke ondersteuning en wasverzorging, maar van beperkte omvang en duur. Eiseres is het hier niet mee eens en stelt dat het college deze maatwerkvoorziening niet terecht heeft toegekend.
De rechtbank heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat het college de maatwerkvoorziening op basis van de Wmo 2015 heeft toegekend. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van het college, dat op 30 oktober 2023 gedeeltelijk gegrond werd verklaard, maar de wasverzorging werd niet verder uitgebreid. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen dit besluit. De rechtbank heeft de argumenten van eiseres, waaronder de noodzaak van wasverzorging en de indicatieomvang, beoordeeld. De rechtbank concludeert dat het college voldoende tijd heeft toegekend en dat de beëindiging van de wasverzorging niet onterecht is, aangezien eiseres zelf heeft aangegeven dat zij de was met hulp van familie en kennissen kan doen.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt. De uitspraak is gedaan door mr. F. Koster, rechter, en is openbaar uitgesproken.