Uitspraak
[gedaagde], gevestigd te [vestigingsplaats] in hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van:
1.Samenvatting
2.De procedure
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
in het gehuurde hennep te (doen) kweken, drogen of knippen, dan wel (andere) activiteiten te (doen) verrichten die op grond van de Opiumwet strafbaar zijn gesteld zoals (maar niet beperkt tot) het in bezit hebben van verdovende middelen en/of daarin handel te drijven vanuit het gehuurde. Verhuurder zal in het geval van het aantreffen van hennep(plantage) bij overtreding van deze bepaling handelen conform het Regionaal Hennepconvenant waartoe zij zich contractueel heeft verbonden;”