In het tussenvonnis van 12 december 2023 heeft de kantonrechter geoordeeld dat eiser recht heeft op schadevergoeding over de jaren 2009 tot augustus 2022. De schadeposten met betrekking tot eigen risico, de kosten van het opvragen van medische informatie en de immateriële schade zijn al vastgesteld in het tussenvonnis. In dit vonnis worden het verlies van verdienvermogen en de kosten van hulp door de zus van eiser vastgesteld. Eiser heeft het verlies van verdienvermogen over de periode 2009 tot 2022 begroot op € 118.618,00, terwijl gedaagde dit bedrag op € 94.431,00 heeft begroot. De kantonrechter oordeelt dat de berekening van gedaagde, gebaseerd op een rapport van [bedrijf 2], als uitgangspunt wordt genomen, omdat eiser geen gemotiveerde bezwaren heeft aangevoerd tegen deze berekening. De kantonrechter staat ook de vordering voor pensioenschade toe, ondanks dat dit niet expliciet in de dagvaarding was opgenomen, omdat dit een gevolg is van het verlies van verdienvermogen. Daarnaast wordt eiser recht toegekend op schadevergoeding voor de hulp van zijn zus, die gemiddeld 4 uur per maand heeft geholpen bij doktersbezoeken en contacten met uitkeringsinstanties. De totale schadevergoeding bedraagt € 116.525,58, inclusief immateriële schade, verlies van verdienvermogen, pensioenschade, eigen risico en hulp door de zus. Gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van deze schadevergoeding, vermeerderd met wettelijke rente, en tot afgifte van een belastinggarantie. Gedaagde moet ook de proceskosten van eiser vergoeden, die zijn begroot op € 4.542,89.