Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.De procedure
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie;
- de brief waarin de mondelinge behandeling is bepaald;
2.De kern van de zaak
3.De feiten
4.Het geschil
- te bepalen dat aan ieder van partijen toekomt de helft van de opgebouwde afkoopwaarde van de beleggingsverzekering;
- [partij B] te veroordelen tot het verlenen van volledige en onvoorwaardelijke medewerking aan de afkoop van de beleggingsverzekering door alle benodigde handelingen te verrichten en tot het geven van de opdracht aan Avéro om de helft van de afkoopsom uit te keren op de bankrekening van [partij A] , op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 voor elke dag dat [partij B] hieraan niet of niet geheel voldoet, met een maximum van € 10.000,00;
- machtiging te verlenen aan [partij A] tot het afkopen van de beleggingsverzekering en te bepalen dat dit vonnis in de plaats treedt van de voor de afkoop vereiste toestemming en/of wilsverklaring en/of medewerking van [partij B] ;
- [partij B] te veroordelen in de proceskosten.
- te bepalen dat uit het aandeel van [partij A] in de opgebouwde afkoopwaarde van de beleggingsverzekering een bedrag van € 25.000,00 aan [partij B] toekomt;
- [partij A] te veroordelen tot volledige en voorwaardelijke medewerking aan de afkoop van de beleggingsverzekering en alle daarvoor benodigde handelingen te verrichten en tot het geven van de opdracht aan Avéro om vanuit haar helft van de afkoopsom een bedrag van € 25.000,00 uit te keren op een nader aan te geven bankrekeningnummer van [partij B] , een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 voor elke dag dat [partij A] hieraan niet of niet geheel voldoet, met een maximum van € 25.000,00;
- machtiging te verlenen aan [partij B] tot afkoop van de Avéro beleggingsverzekering en tevens van uit het aandeel van [partij A] een bedrag van € 25.000,00 aan hemzelf over te maken en te bepalen dat dit vonnis in de plaats treedt van een voor de afkoop van de beleggingsverzekering vereiste toestemming en/of wilsverklaring en/of medewerking van [partij A] ;
- [partij A] te veroordelen om aan [partij B] te betalen een bedrag van
- [partij A] te veroordelen in de proceskosten.
5.De beoordeling
Verder heeft [partij B] nog gewezen op de omstandigheden dat de woning met een aanzienlijke overwaarde is verkocht en de beleggingsverzekering verder in waarde is opgelopen. Aan die omstandigheden komt echter bij de vraag of ontbinding gerechtvaardigd is, geen betekenis toe. Volgens het convenant zou de woning immers al verkocht moeten worden voor 2012, ruim voor het faillissement van [partij B] . De reden dat de woning pas vele jaren later is verkocht, was dat [partij B] daar langer gebruik van wilde maken. Onvoldoende is gebleken dat het later verkopen [partij A] een voordeel heeft opgeleverd die zij niet had gehad als de woning volgens afspraak in 2012 zou zijn verkocht. Al met al brengen deze omstandigheden niet mee dat gedeeltelijke ontbinding niet gerechtvaardigd is.