In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 9 januari 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Woningstichting St. Joseph en een gedaagde huurder. De Woningstichting had de gedaagde aangeklaagd wegens huurachterstand en verzocht om ontruiming van de woning. De gedaagde had een huurachterstand van € 1.858,57, wat meer dan vier maanden huur vertegenwoordigde. Tijdens de procedure heeft de gedaagde niet gereageerd op de akte van de Woningstichting en was er onzekerheid over zijn betalingscapaciteit. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurprijswijzigingsbedingen in de algemene voorwaarden niet oneerlijk zijn, maar heeft de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten afgewezen omdat deze niet in overeenstemming waren met de wettelijke regeling. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming gerechtvaardigd zijn, maar partijen hebben tijdens de zitting een betalingsregeling getroffen. De gedaagde moet een bedrag van € 435,49 betalen, vermeerderd met wettelijke rente, en is veroordeeld in de proceskosten van € 813,86. De kantonrechter heeft voorwaarden gesteld voor de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming, die van toepassing zijn als de gedaagde niet aan zijn betalingsverplichtingen voldoet.