AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Poging tot zware mishandeling in trein Zwolle-Meppel met mes
Op 26 maart 2024 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van poging tot zware mishandeling. De zaak vond zijn oorsprong in een steekincident dat plaatsvond op 21 oktober 2023 in de trein van Zwolle naar Meppel. De verdachte, geboren in 1991 in Algerije, werd samen met een medeverdachte beschuldigd van het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan een slachtoffer door hem met een mes te steken. Tijdens de rechtszitting op 12 maart 2024 werd de vordering van de officier van justitie, mr. M. Smits, besproken, evenals de verdediging door mr. A.P.E.M. Pover, advocaat in Meppel.
De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de primair ten laste gelegde zware mishandeling, maar dat het subsidiair ten laste gelegde, namelijk poging tot zware mishandeling, wettig en overtuigend bewezen kon worden. De rechtbank concludeerde dat de verdachte en zijn medeverdachte in nauwe en bewuste samenwerking hebben gehandeld, waarbij de verdachte het slachtoffer vasthield terwijl de medeverdachte met een mes stak. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 8 maanden op, met inachtneming van de tijd die de verdachte in voorarrest had doorgebracht, en beval de tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand.
De rechtbank benadrukte de ernst van het feit, dat plaatsvond in een openbare ruimte, en de impact die het had op de slachtoffers en omstanders. De verdachte had eerder al te maken gehad met justitie en er waren zorgen over zijn recidivekans. De rechtbank vond het noodzakelijk om een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, gezien de aard van het delict en de omstandigheden waaronder het was gepleegd.
Voetnoten
1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het einddossier van de politie-eenheid Oost-Nederland, districtsrecherche IJsselland, onderzoek Steppenvos met registratienummer ON1R023074. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Pagina 103, de eerste alinea, de derde en vierde regel en de derde alinea, de tweede regel.
3.Pagina 103, de vierde alinea, de eerste regel en pagina 104, de tweede alinea, de tweede tot en met vierde regel en de twaalfde regel.
4.Pagina 104, de vierde alinea, de derde regel en de vijfde alinea, de vierde regel.
5.Pagina 105, de derde alinea en vierde alinea.
6.Pagina 116, de derde alinea, de tweede regel.
7.Pagina 138, de eerste alinea, de tweede regel en de derde alinea, de derde regel.
8.Pagina 138, de zevende alinea en foto 3 van de bijlagen.
9.Pagina 138, de achtste alinea en foto 4 van de bijlagen.
10.Pagina 138, de negende alinea en foto 5 van de bijlagen.
11.Pagina 139, de eerste alinea en foto 6 van de bijlagen.
12.Pagina 139, de tweede alinea en foto 7 van de bijlagen.
13.Pagina 139, de derde en vierde alinea en foto 8 en foto 9 van de bijlagen.
14.Pagina 139, de vijfde en zesde alinea en foto 10 en foto 11 van de bijlagen.
15.Pagina 129, de tweede alinea.
16.Pagina 131, de derde alinea, de eerste en tweede regel.
17.Pagina 3, de eerste alinea en de tweede alinea.
18.Pagina 78, de zeventiende en achttiende regel.
19.Pagina 83, de zesde, twaalfde en zestiende regel.
20.Pagina 87 en pagina 91.
21.Pagina 87 en pagina 91.
23.Pagina 74, de achttiende tot eenentwintigste regel.
24.Pagina 27, de tweede alinea, de zevende tot tiende regel.
25.Pagina 139, de eerste alinea en foto 6 van de bijlagen.
26.HR 15 november 2022, ECLI:HR:2022:1655.