Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
mr. A.A. Nieli en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. K. Tunç, advocaat in Hengelo (O), naar voren is gebracht.
2.De tenlastelegging
,althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, terwijl hij/zij werkzaam was in de gezondheidszorg en/of maatschappelijke zorg, (telkens) ontucht heeft gepleegd met [slachtoffer] , die zich als patiënt en/of cliënt aan verdachtes hulp en/of zorg had toevertrouwd
,door
- een kus te geven op de mond van die [slachtoffer] en/of te zoenen met die [slachtoffer] en/of
- die [slachtoffer] over zijn penis te laten wrijven en/of
- de billen en/of de schaamstreek/vulva en/of de borsten van die [slachtoffer] te betasten en/of te likken en/of
- zijn vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] te brengen en/of
- zijn penis in de mond van die [slachtoffer] te brengen en/of daarbij te ejaculeren in de mond van die [slachtoffer] .
3.De bewijsvraag
- een kus te geven op de mond van die [slachtoffer] en te zoenen met die [slachtoffer] en
- die [slachtoffer] over zijn penis te laten wrijven en
- de schaamstreek/vulva en de borsten van die [slachtoffer] te betasten en/of te likken en
- zijn vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] te brengen en
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De op te leggen straf of maatregel
7.De schade van benadeelde
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
180 (honderdtachtig) dagen;
179 (honderdnegenenzeventig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
120 (honderdtwintig) dagen;
€ 2.694,96 (tweeduizend zeshonderd vierennegentig euro en zesennegentig cent),bestaande uit € 194,96 (honderdvierennegentig euro en zesennegentig cent) materiële schade en € 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) immateriële schade. Voormeld bedrag is te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 april 2022;
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van
€ 2.694,69 (zegge: tweeduizend zeshonderd vierennegentig euro en zesennegentig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 april 2022 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat
gijzelingvoor de duur van
36 dagenkan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige materiële en immateriële deel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- wijst de vordering van de benadeelde partij met betrekking tot de proceskosten af.
A: Dan ga ik aan de piemel.
V: En wat doe jij dan bij de piemel?
A: Dan doet hij mij de piemel in de mond.
A: Met de vingers.
A: In mijn poesje.