Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
1. [ [verdachte] (V-01);]
2. [naam 16] (V-02);
3. [naam 17] (V-03);
4. [naam 1] (V-04);
5. [naam 2] (V-05);
6. [naam 3] (V-06);
7. [naam 4] (V-07);
8. [naam 5] (V-08);
9. [naam 6] (V-09);
10. [naam 7] (V-10);
11. [naam 8] (V-11);
12. [naam 9] (V-12);
13. [naam 10] (V-13);
14. [medeverdachte] (V-14);
15. [naam 11] (V-15);
16. [naam 12] (V-16);
17. [naam 13] (V-17);
18. [naam 14] (V-18), en/of
19. [naam 15] (V-19),
omzetbelasting (artikel 69, lid 2 Algemene wet inzake rijksbelastingen);
omzetbelasting (artikel 225, lid 1 Wetboek van Strafrecht); en/of
3.De procesafspraken
4.De voorvragen
- het proces-verbaal van de terechtzitting van 15 februari 2024, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
- het proces-verbaal van ambtshandeling ( [rekeningnummer 1] ) van 19 september 2022 (AMB-007);
- het proces-verbaal van ambtshandeling ( [rekeningnummer 2] ) van 19 september 2022 (AMB-010);
- het proces-verbaal van bevindingen, inclusief bijlage, van 3 oktober 2022 (AMB-015);
- het proces-verbaal van ambtshandeling ( [rekeningnummer 3] ) van 9 november 2022 (AMB-048);
- het proces-verbaal van ambtshandeling, inclusief bijlagen, (WhatsApp-berichten) van 16 november 2022 (AMB-060);
- het proces-verbaal van ambtshandeling (aantreffen aangiften omzetbelasting) van 17 november 2022 (AMB-063).
6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
het deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven;
medeplegen van gewoontewitwassen.
7.De strafbaarheid van verdachte
8.De op te leggen straf of maatregel
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
het deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven;
medeplegen van gewoontewitwassen;
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden;
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
120 (honderdtwintig) dagen;
ontzet verdachte uit het recht het ambt van ambtenaar te bekledenvoor de duur van
5 (vijf) jaren;