[eiser] stelt hierover het volgende:
[eiser] is door een medewerker van Spaar Select benaderd. De reden hiervoor is dat de
desbetreffende adviseur bij familieleden financieel advies had gegeven en door hun was
doorverwezen naar [eiser] . De medewerker stelde aan [eiser] voor om een huisbezoek in te plannen om zijn financiële situatie en mogelijkheden te bespreken. [eiser] was hierin wel geïnteresseerd en heeft hiermee ingestemd. De adviseur van Spaar Select, [A] heeft [eiser] drie keer thuis bezocht. Eenmalig is ook [B] bij [eiser] langsgekomen, toen de [A] zelf verhinderd was. De echtgenote van [eiser] was ook bij deze gesprekken aanwezig.
Tijdens het eerste gesprek op 16 juni 1999 heeft de adviseur van Spaar Select
geïnformeerd naar de wensen en de financiële situatie van [eiser] . Met de adviseur is erover
gesproken dat [eiser] graag vermogen zou willen opbouwen ter aanvulling van zijn
pensioen. Bovendien hadden [eiser] en zijn echtgenote de wens om beide op hun 58ste
te stoppen met werken. Vervolgens is met de adviseur de hypothecaire situatie van
[eiser] besproken. De adviseur gaf aan dat dat sparen voor deze doelstelling mogelijk
was en adviseerde [eiser] om een Overwaarde Effect product van Bank Labouchere af te
sluiten. Volgens de adviseur zou [eiser] op deze wijze aanzienlijk vermogen opbouwen,
waardoor [eiser] zeker zijn doelstellingen kon bewerkstelligen. De adviseur ondersteunde
dit standpunt met een rekenvoorbeelden over het product. Deze hielden geenszins
rekening met tegenvallende resultaten.
De adviseur adviseerde [eiser] om een deel van de overwaarde van zijn woning te
gebruiken als inleg voor het Overwaarde Effect product. [eiser] zou door middel van een
hypothecaire lening namelijk een deel van zijn overwaarde kunnen benutten. De adviseur zou het een en ander op papier gaan zetten. De adviseur heeft de aanbevolen constructie toen verwerkt in een Persoonlijk Financieel Plan. Deze kwam de adviseur vervolgens in een tweede gesprek toelichten.
De adviseur kwam op 20 juli 1999 nogmaals langs om het Persoonlijk Financieel Plan toe te lichten. In het Persoonlijk Financieel Plan werd [eiser] aangeraden om een hypotheek af te sluiten van fl 100.000.00 Een bedrag van ongeveer fl 96.000,00 zou hiervan worden gebruikt als inleg voor het Overwaarde Effect product. De overige fl 4.000,00 zou worden gebruikt om de kosten van het opnemen van de hypotheek te dekken. Volgens de adviseur zou de opbrengst van het Overwaarde Effect na vijf jaar een bedrag opleveren van fl 76.000,00. De adviseur adviseerde vervolgens om dit bedrag opnieuw te gebruiken voor een Overwaarde Effect product en de opbrengst weg te zetten in een depot. Uiteindelijk zou [eiser] op 58jarige leeftijd een doelvermogen hebben opgebouwd van fl 180.000,00. Van dat vermogen zou dan een direct ingaande, gesaldeerde lijfrente worden aangekocht die recht zou geven op een jaarlijkse uitkering van fl 38.000,00. Bovendien zou [eiser] volgens de adviseur door deze constructie ook maandelijks zo’n fl 150,00 netto per maand ontvangen aan dividenden. Deze constructie zou daarom volgens de adviseur zeer geschikt zijn om de doelstellingen van [eiser] te bewerkstelligen.
Vervolgens is de adviseur nog op 10 augustus langsgekomen om de laatste vragen van
[eiser] over het product te beantwoorden. De adviseur heeft toen het aanvraagformulier
ingevuld en [eiser] heeft dit ondertekend. Op 15 september is de adviseur [B]
langsgekomen, aangezien [A] verhinderd was. De overeenkomst is toen door [eiser] en zijn echtgenote ondertekend. Ten aanzien van de producten vertelde de adviseur dat dit geschikte producten waren om op een veilige manier vermogen op te bouwen, aangezien er zou worden belegd in zeer solide, doch goed renderende aandelenfondsen.
De adviseur heeft [eiser] niet geïnformeerd over de specifieke risico’s. Zo heeft hij er niet
op gewezen dat met de inleg de rentelasten voor een lening (de effectenleasecontracten)
werden betaald en dat bij tegenvallende koersontwikkelingen, de inleg geheel verloren kon gaan, een restschuld kon ontstaan uit hoofde van het effectenleasecontract, en dat de hypotheek niet afgelost kon worden.
[eiser] had geen ervaring met beleggen of kennis van complexe financiële producten en
heeft het advies van de adviseur opgevolgd. [eiser] heeft voor het Overwaarde Effect
product ruim fl 96.000,00 vooruitbetaald. Toen [eiser] zich in 2002 bewust werd van de gevolgen van het afsluiten van de effectenlease overeenkomst heeft hij Spaar Select aangeschreven met een officiële klacht. Hij ontving hier op 19 november 2002 een reactie op. In deze brief bevestigt Spaar Select de feiten en omstandigheden zoals hierboven beschreven.