Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de akte overlegging producties van [eiser] ,
- de mondelinge behandeling op 9 december 2022, waarbij door partijen spreekaantekeningen zijn overgelegd. De griffier heeft aantekeningen bijgehouden van wat door partijen verder naar voren is gebracht. Aansluitend op de mondelinge behandeling heeft een descente plaatsgevonden.
2.Inleiding
‘
Platanus Hispanica’(hierna: de plataan), die zich op een perceel van Gemeente Enschede aangrenzend aan het perceel van [eiser] bevindt, onrechtmatige hinder veroorzaakt. Gemeente Enschede voert verweer en betwist dat er sprake is van onrechtmatige hinder. Voorts beroept [eiser] zich op zijn snoeirecht als bedoeld in artikel 5:44 BW. Volgens Gemeente Enschede maakt [eiser] hierbij misbruik van recht.
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
onrechtmatigehinder. De door [eiser] ervaren overlast zoals hiervoor omschreven betreft aldus hinder die als beperkt in omvang en in tijd kan worden gekwalificeerd. Deze hinder dient [eiser] dan ook te dulden (zie bijvoorbeeld ook ECLI:NL:RBOBR:2014:2524). Dat geldt ook voor de hinder die de echtgenote van [eiser] stelt te ervaren nu hiervoor betrekkelijk eenvoudige middelen, die vrij verkrijgbaar zijn bij de apotheek en door vele mensen worden gebruikt ter bestrijding van allergische reacties, beschikbaar zijn.
De schade m.b.t. de ongelijk liggende tegels als gevolg van de wortelopdruk van de plataan is nog beperkt en wordt vooralsnog niet als schade beoordeeld.”.