ECLI:NL:RBOBR:2014:2524
Rechtbank Oost-Brabant
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige hinder door bomen in woonwijk; beoordeling van hinder en aansprakelijkheid
In deze zaak vorderden eisers, wonende te [woonplaats], dat de Gemeente Boxmeer twee platanen zou verwijderen die onrechtmatige hinder zouden veroorzaken. De eisers stelden dat de bomen veel zonlicht wegnemen, takken hebben die over hun tuin hangen, en dat er regelmatig vogelpoep en bladeren in hun tuin vallen. Daarnaast ondervonden zij hinder van de wortels die de stoep opdrukken en de vruchten die van de bomen vallen. De Gemeente Boxmeer voerde verweer en stelde dat er geen sprake was van onrechtmatige hinder, aangezien de bomen al sinds 1970 in de wijk stonden en beschermd waren. De Gemeente betoogde dat de eisers, die sinds 1995 in de wijk wonen, de omstandigheden van het wonen in een groene omgeving moesten accepteren.
Tijdens de comparitie werd afgesproken dat de Gemeente zou onderzoeken of het financieel voordelig zou zijn om de bomen te vervangen. De Gemeente concludeerde echter dat de kosten voor vervanging niet opwogen tegen de kosten van het onderhoud van de bestrating. De kantonrechter oordeelde dat de eisers een zekere mate van hinder moesten dulden, aangezien de bomen al aanwezig waren voordat zij in de woning kwamen wonen. De rechter concludeerde dat de hinder die de bomen veroorzaakten niet onrechtmatig was, gezien de aard en de omstandigheden van de woonwijk. De vordering van de eisers werd afgewezen, en zij werden veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de zijde van de Gemeente op nihil werden begroot.